Direct naar artikelinhoud
InterviewVragen van Proust

Zanger Guido Belcanto werd als kind seksueel misbruikt: ‘Ik voelde mij een misbaksel’

Guido Belcanto: ‘Ik heb altijd wel een beetje neergekeken op een burgerlijk leventje, moet ik toegeven. Mijn grootste angst was om doorsnee te zijn.’Beeld Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Zevenentwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: zanger Guido Belcanto (66). Wie is hij in het diepst van zijn gedachten?

en

Luister hier naar ‘De vragen van Proust’ met Guido Belcanto:

Video wordt geladen...

Hoe oud voelt u zich?

“Ik voel mij leeftijdloos. Als ik in de krant mijn naam zie staan met daarnaast het cijfer 66, dan vind ik dat onwerkelijk. Dat cijfer past helemaal niet bij mij. Het vervult mij zelfs een beetje met afgrijzen. Dat kan toch niet dat ik al zo lang besta?”

Wat vindt u een belangrijke eigenschap van uzelf?

“Kennen jullie dat liedje van Dolly Parton, ‘Coat of Many Colours’? Over haar moeder die geen geld heeft om nieuwe kleren te kopen en voor Dolly een jas maakt van oude lapjes stof?

“Wel, ik ben een ‘man of many colours’ vind ik. Ik ben veel tegelijk. De meeste mensen zijn zo eendimensionaal. Dat vind ik nogal saai. Ik ben eclectisch. Ik verenig in mij alle schijnbare tegenstellingen: het mannelijke én het vrouwelijke, het volkse én het intellectuele. Ik hou van koers en voetbal én van literatuur, ik hou van de Zangeres Zonder Naam én van opera, ik rook, drink én ik sport, en ik ben man én vrouw tegelijk.”

BIO

* geboren in Turnhout op 23 mei 1953, als Guido August Constancia Versmissen

* bijnaam: koning van het Vlaamse levenslied

* begon als zanger bij balorkesten, straatzanger en variété-artiest

* stond in 1978 in de finale van Humo’s Rock Rally

* 1989: eerste single (‘Droevig is deze wereld’) en plaat (Op zoek naar romantiek)

* onlangs kwam de 3-dubbel-cd Een zanger moet trachten pijn te verzachten uit, een overzicht van zijn oeuvre

* bekendste liedjes: ‘Op het zeildoek van de botsauto’s’ (1989), ‘Plastic rozen verwelken niet’ (1990), ‘Vlammetjes’ (1990) en ‘Toverdrank’ (2011)

* succesvolste liveshow: Balzaal der Gebroken Harten (2008-2018)

* groot wielerliefhebber; heeft in Westouter zijn eigen wielerwedstrijd: de Belcanto Classic

* woont in een chalet midden in het bos

Is het leven voor u een cadeau?

(lachje) “Ik ben een kunstenaar. Ik ben niet gemaakt om het leven aan te kunnen. Als het al een cadeau is, dan is het een cadeau van het noodlot. Ik ga akkoord met Schopenhauer wanneer hij zegt dat een gelukkig leven onmogelijk is. Geluksmomenten oké, maar een gelukkig leven, dat kan niet. We worden in het leven gegooid, ongevraagd, met als enige zekerheid dat we eraan gaan. Dat is een tragisch uitgangspunt, toch?

“Schopenhauer zegt ook dat het beter is om niet geboren te worden. Dat vind ik een heel donkere gedachte. Daar schieten we niets mee op als we hier eenmaal zijn. We kunnen niet terugkeren. Maar ik kan die uitspraak wel begrijpen en vind ze zelfs bijna humoristisch.

“Schopenhauer geeft mij troost. Mag ik een stukje van hem citeren? (opent Aphorismen zur Lebensweisheit). ‘Een gelukkig leven is onmogelijk, het hoogste wat een mens kan bereiken is een heroïsche levensloop. Zo’n levensloop leidt iemand die op de een of andere manier een hard gevecht levert voor iets wat alle mensen ten goede komt.’ Hierin kan ik mezelf wel herkennen. Ik heb gevochten voor wat ik nu bereikt heb en veel mensen hebben iets aan mijn muziek. Het leven is dus geen cadeau, maar je kunt het wel tot een overwinning maken.

“Ik zou hierover niet te veel willen uitweiden, maar ik ben als kind seksueel misbruikt door een pedofiel die meerdere slachtoffers heeft gemaakt. Uiteindelijk is die man aangehouden, maar mijn ouders waren radeloos. Ze namen mij mee naar Lourdes en naar de kinderpsychiater. Ik heb jarenlang in bed geplast. Dan voel je je als kind toch wel een misbaksel. Wat heeft dat teweeggebracht in mijn seksuele beleving, vraag ik mij af? Ik weet het niet. Het heeft mij in elk geval beschadigd en een schaduw geworpen over heel mijn jeugd.

“Soms denk ik dat de drive die ik nog altijd heb om dit vol te houden en nieuwe dingen te creëren, voortspruit uit dat trauma. Ik zou durven te geloven dat al mijn inspanningen onbewust gericht zijn op het terugwinnen van de eer die mij als kind is afgepakt.”

‘Ik ben niet gemaakt om het leven aan te kunnen.’Beeld Stefaan Temmerman

Welke geluksscore zou u uzelf geven?

“Zoiets vraag je niet aan een artiest.”

Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Of dit een spirituele ervaring was, weet ik niet, maar toen ik ooit toevallig langs deze plek fietste (‘Het Heiligdom’ in de Kempense bossen, red.) had ik het gevoel dat ik hier terecht moest komen, dat ik hier thuishoorde. Deze plek had voor mij iets betoverends. Ik ben meteen op zoek gegaan naar de eigenaar. En dat bleek een oude dame uit Nijlen te zijn, de meid van een pastoor uit Turnhout. Dit vakantiehuisje, waar ze samen de zomers hadden doorgebracht, had ze van hem geërfd.

“Het stond vol oud meubilair en heiligenbeelden, aan de muren hingen foto’s van de pastoor. Voor Anna, dat is de naam van de meid, was het een soort van schrijn. Of kapel. Toen ze mij de sleutel overhandigde, is ze meegekomen om al die spullen weg te halen. Ik herinner mij nog goed die eerste avond, dat was in de zomer van 2002, ik had van een van mijn muzikanten een klein zwart-wit-tv’tje gekregen, met een binnenhuisantenne. Ik ging op m’n gemak in de zetel zitten, zette de tv aan en belandde midden in de film Het sacrament van Hugo Claus. Over een pastoor en zijn meid. Straf toch?”

Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Ik ben er zeer tevreden mee. Dank u, Moeder Natuur. Ik heb een doorleefde kop. Daaraan zie je dat ik een wild leven heb gehad. Maar mijn lichaam is nog dat van een twintiger. Ik ben slank en gespierd, weeg 60 kilo. Ik ben atletisch en eet gezond. Ik woon alleen en als ik thuis ben maak ik altijd zelf mijn eten klaar: veel groenten en rijst, sober. Soms moet ik dagenlang na elkaar optreden en eet ik wat er op tafel verschijnt, maar na drie avonden voel ik me helemaal misselijk. Voedsel is zeer belangrijk om in conditie te blijven.”

Hoe definieert u liefde?

“Hm ja. Ik vind liefde een heel beladen woord. Ik kan het soms niet meer horen. Liefde. Pfff. Een woord dat heel vaak verkeerd begrepen wordt. Verliefdheid en liefde zijn twee verschillende dingen. Verliefdheid heeft te maken met begeerte. Echte liefde, daarentegen, is per definitie niet begerig. Níét! Ik vind liefde voor de natuur, voor dieren, voor kunst zuivere liefde. Totaal belangeloos. Maar dat zie je niet vaak tussen mannen en vrouwen. Liefde is toch dikwijls een transactie. De een doet iets voor de ander en verwacht iets terug.

“Onlangs heb ik echte liefde gezien. Ik had in de Pyreneeën een huisje gehuurd van een Belgisch koppel. De man was van mijn leeftijd, was berggids geweest, een gezonde natuurmens, maar hij leed aan parkinson en vroegtijdige dementie. Hij kon zichzelf niet meer aankleden, kon niet meer zelfstandig eten. Zijn vrouw, ruim twintig jaar jonger dan hij, verzorgde hem met zoveel liefde en opoffering. En met plezier. Die mensen hadden het goed samen, ze lachten, zongen liedjes. Als dat geen liefde is, wat dan wel? Jezelf helemaal wegcijferen voor de ander, en daarin je geluk kunnen vinden. Dat vind ik ongelooflijk.”

‘Ik hoop dat ik sterf voor ik kaal word.’Beeld Stefaan Temmerman

Hoe hebt u uw eerste liefde ervaren?

“Je bedoelt mijn eerste liefje? (lachje) Ik keek naar haar op als naar een heilige, zo’n schoon meisje. Het heeft wel een jaar geduurd voor ik met haar naar bed durfde. Ik dacht dat we eeuwig samen zouden blijven. Maar kijk...”

Hoe was de band met uw ouders?

“Ik had een heel goede band met mijn vader. Een zeer intelligent man met een subliem gevoel voor humor, een optimist, iemand met een geweldig charisma. Iedereen was graag bij hem in de buurt. Zonder het te willen, zoog hij altijd alle aandacht naar zich toe. Hij verhief ook nooit zijn stem. Hij gaf iedereen een fijn gevoel. Ik heb hem altijd erg bewonderd. Hij kon oneliners uit zijn mouw schudden als Oscar Wilde. Een echte virtuoos. Later is die bewondering wederzijds geworden. Hij heeft zelfs tweemaal een laudatio uitgesproken bij de presentatie van een nieuwe plaat van mij.

“Mijn vader is 94 geworden, mijn moeder 79. Hij heeft nog tien jaar zonder haar geleefd. Hij vergezelde mij heel vaak naar mijn optredens, net zoals hij mij als kind meenam naar het voetbal en naar de koers. Ik was zijn oogappel. Mijn ouders hadden hun eerste zoontje verloren bij de geboorte. Daarna kregen ze een dochter en dan kwam ik. Voor mijn vader was ik een geschenk uit de hemel.

“Mijn moeder was een dominante vrouw, met alleen maar goede bedoelingen natuurlijk. Ze moest een gezin besturen met vijf kinderen, doe het maar eens. Het huishouden was haar taak. Ze had een strikte regie in haar hoofd om haar kinderen op te voeden maar ik paste niet in dat systeem. Ik was het enfant terrible. Ze heeft het niet gemakkelijk gehad met mij.”

Wat is uw passie?

“Passie, weer een woord dat ik niet meer kan horen, geef mij maar het woord hartstocht.

“Ik ben verslaafd aan fietsen in het hooggebergte. Elk jaar trek ik naar de Pyreneeën, Dolomieten of Alpen om te koersen. Meestal in m’n eentje, soms met een van mijn zonen.

“Dan is er natuurlijk de muziek, maar hoe professioneler je ermee bezig bent, hoe meer de betovering wegebt. Toen ik op mijn twaalfde voor het eerst Elvis hoorde, werd ik neergebliksemd. Maar dat gebeurt nooit meer. Hooguit krijg ik nog eens een krop in de keel.

“Literatuur staat nu eigenlijk op nummer één voor mij. Fictie, non-fictie, filosofie. Een tijdje geleden heb ik alles wat nog te vinden is van Jean-Jacques Rousseau in huis gehaald. Daar kan ik mij dan maandenlang in vastbijten. Met een goed boek ben je nooit alleen, zo voelt het. Kennen jullie dat liedje van Georges Moustaki? ‘Non je ne suis jamais seul avec ma solitude’. Dat zegt het helemaal. Hij beschrijft zijn eenzaamheid als une douce complice. Een medeplichtige. Mooier kan ik het niet zeggen. Als kunstenaar moet je alleen kunnen zijn. Je moet de eenzaamheid kunnen omarmen.”

‘Misschien zijn al mijn inspanningen onbewust gericht op het terugwinnen van de eer die mij als kind is afgepakt.’Beeld Stefaan Temmerman

Welk boek zou u iedereen aanraden?

The Picture of Dorian Gray van Oscar Wilde. Voor mij was dat op 25-jarige leeftijd een openbaring. Het boek is griezelig, baldadig, erotisch, esthetisch, filosofisch en humoristisch tegelijk.”

Welke kleine, alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?

“Wat ik heel fijn vind, is voetbal op de radio. Peter Vandenbempt. Hij vertelt zo kleurrijk dat je het zíét gebeuren, vaak mooier dan in de werkelijkheid.

“Maar ook fietsen, een hertje zien wegspringen in het bos, een oldtimer zien op de weg, een liedje uit mijn jeugd horen, Elvis of Adamo, maakt mij blij.”

Wat is uw zwakte?

“Ik heb veel zwaktes hoor, maar eentje waarmee ik niet gelukkig ben is mijn gebrekkige talenkennis. Ik heb nu anderhalve maand in Frankrijk gezeten. Ik kan alles begrijpen en wel een en ander zeggen, maar een gesprek voeren zoals wij dat nu doen, is onmogelijk. En dat frustreert me enorm.”

Waar hebt u spijt van?

“Een cliché misschien: dat ik mijn kinderen niet of veel te weinig heb zien opgroeien. De warmte van een gezin heb ik gemist. Ik heb nooit met vrouw en kinderen onder hetzelfde dak gewoond.

“Ik heb altijd wel een beetje neergekeken op een burgerlijk leventje, moet ik toegeven. Mijn grootste angst was om doorsnee te zijn. Ik heb nooit gepland om kinderen te hebben. Ze zijn er gekomen omdat de goden dat wilden (lachje). Maar nu heb ik een heel goede band met hen. Ik ben echt fier op mijn drie zonen. Ze doen het goed. Ik ben een gelukzak.”

‘Hoe professioneler je met muziek bezig bent, hoe meer de betovering wegebt. Neergebliksemd word ik niet meer. Hooguit krijg ik nog eens een krop in de keel.’Beeld Stefaan Temmerman

Wat vindt u erotisch?

“Jongens of meisjes van wie je op het eerste gezicht niet kunt zien tot welk geslacht ze behoren. Androgyne types. Dat vind ik de mooiste mensen.

“Zoals ikzelf? Ik heb wel een heel mannelijke kop, denk ik. Maar innerlijk ben ik androgyn, dat klopt. Half man, half vrouw. Officieel ben ik heteroseksueel, maar ik ben meer dan dat. Ik vind de vakjes die men hanteert ontoereikend. Je bent ofwel hetero- ofwel bi- ofwel homoseksueel. Maar daartussen zitten toch nog heel veel nuances?”

Wat is uw goorste fantasie?

“Ik zou heel graag een dag een vrouw zijn en bemind worden door een beeldschone jongen en drie orgasmes krijgen in een halfuur tijd, zoals alleen een vrouw dat kan. Gewoon om het vrouwelijk orgasme te kunnen begrijpen. Want dat is heel mysterieus voor een man.

“Maar ik zou die fantasie helemaal niet goor willen noemen. Het is een menselijke fantasie.”

Wat is uw grootste angst?

“Kaalhoofdigheid. Ik meen het, hè. (lacht) Ik hoop dat ik sterf voor ik kaal word.”

Bent u ooit door het lint gegaan?

“Ik heb ooit een optreden gegeven onder invloed van speed. Ik moest een halfuur optreden, goed voor zeven liedjes. Ik heb die zeven nummers er in een kwartier tijd doorheen gedraaid. Mijn muzikanten zeiden achteraf: ‘Je was precies een razende gek’. Ze konden me helemaal niet volgen. Ik stormde als een raket op het podium. Het was alsof ik mijn gitaar kon vermorzelen met m’n blote handen. Zo fel ging dat spul in mijn bloed tekeer. Ik ben van het podium gestapt met snijwonden in mijn vingers.

“Ik zat toen in een depressie die drie jaar heeft aangesleept. Maar het ergste was dat ik moest blijven optreden, hè. Een zanger kan niet zomaar efkes in ziekteverlof gaan. Ik deed toen een tournee met een Hollandse begeleidingsgroep, De Dopegezinde Gemeente. (lacht) Die mannen zagen dat ik in de put zat en een hoopje ellende was. Daarom gaven ze mij speed. Je moet dat eens proberen, zeiden ze, je zult je beter voelen. Ik ben een maand op die manier tekeergegaan en heb toch flink wat tijd nodig had om ervan af te kicken. Drugs maakten de depressie alleen maar erger.”

Hoe zou u willen sterven?

“Op het einde heb ik heel vaak aan het sterfbed van mijn vader gezeten. Ik kon niet meer met hem praten maar ik nam mijn gitaar mee en zong een beetje. En dan zag ik hem soms lachen. Het laatste woord dat hij sprak was: ‘Hallelujah.’ Daarna is hij als een kaars zachtjes uitgedoofd. Zo zou ik ook willen sterven. Met mijn zonen die wat muziek spelen aan mijn bed.

“Op het podium sterven? Dat is te mooi om waar te zijn! (lacht extatisch) Ik zou heel graag als zanger oud worden. Sterven als een veteraan, niet als een karikatuur van mezelf. Zoals Leonard Cohen of Charles Aznavour of Toots Thielemans. Dat zou fantastisch zijn: mogen eindigen in het harnas.

“Mijn laatste avondmaal? Iets sobers. Een goeie boterham met geplette banaan of zo. (lacht) Maar echt lekker brood hè, dat vind je niet gauw.”

‘In Lourdes werd ik overweldigd door een tomeloze compassie met het hele mensdom en dacht: komaan, laat die tranen maar komen.’Beeld Stefaan Temmerman

Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Ik huil niet zo snel. Dat vind ik wel een beetje spijtig, want eens goed huilen kan heel bevrijdend zijn. Ik heb het nog meegemaakt deze zomer. Ik was in de Pyreneeën om te fietsen en wat te schrijven. Maar op een dag was ik te moe en ben ik naar Lourdes gegaan. Die stad is really fascinating. Volkomen surrealistisch. Die waanzinnige clash tussen de godsvrucht en de devotie enerzijds en dan die commercie anderzijds. Je komt ogen tekort.

“Ik ging aanschuiven om het Mariabeeld te groeten en ineens bevond ik mij in een kilometerslange rij van oude, zieke mensen die allemaal hoopten op een mirakel. Op een gegeven moment werd er in allerijl een man voorbijgereden in een ziekenbed, met een infuus, wellicht stervende. Enfin, ik stond tussen één hoop menselijke miserie en het werd mij te machtig. Ik werd overweldigd door een tomeloze compassie met het hele mensdom en dacht: komaan, laat die tranen komen, niet tegen vechten.”

Wat is uw vreselijkste vakantieherinnering?

“Dat was in 1990. Ik was met mijn lief, een Amsterdamse, met een ouwe Mercedes naar het meest zuidelijke punt van Spanje gereisd, Algeciras. Toen ik Afrika zag liggen, kon ik de lokroep niet weerstaan. Mijn vriendin wilde niet mee. Ik nam de overzetboot en kwam aan wal in Ceuta, een Spaanse enclave in Marokko. Een vreselijke plek. Ik werd onmiddellijk belaagd door hasjverkopers en beging de stommiteit een blok te kopen van zo’n 30 gram. Want dat kostte daar niks. Ik stopte hem in mijn toiletzak in mijn rugzak en stapte ’s avonds terug aan boord.

“Op het dek brak ik een stukje hasj af en rolde ik een jointje, me niet van enig gevaar bewust. Tot ik op het Spaanse vasteland kwam. Een politieman betastte mijn rugzak, maar keek er niet in. Ik dacht: wow, het is gelukt. Maar toen werd ik halt gehouden door een reus, een kolos van de politie, zwaar bewapend. Hij zette mij tegen de muur en sloeg mij met zijn matrak, terwijl hij brulde: ‘Hash, hash, no good!’

“Toen had ik de goddelijke ingeving hem het kleine restje hasj te geven dat ik in mijn broekzak had gestopt. Dat was mijn redding, want hij had nooit gedacht dat het zo weinig zou zijn. Hij smeet dat stukje op de grond, trapte het kapot met zijn laars en hup, ik mocht vertrekken.

“Ik vroeg me af: had hij die klomp gevonden, hoelang had ik daar vastgezeten? Ken je die film Midnight Express? Voilà, daar dacht ik aan. Het toppunt was dat we later ontdekten dat die klomp hasj niets anders was dan een samengeperst stuk schapenstront.” (lacht)

‘Ik zou heel graag een dag een vrouw zijn en bemind worden door een beeldschone jongen en drie orgasmes krijgen in een halfuur tijd, zoals alleen een vrouw dat kan.’Beeld Stefaan Temmerman

U belandt in de gevangenis. Wat zou de reden kunnen zijn?

“Een passioneel drama.”

Bent u een goede vriend?

“Ik vind dat je dat aan mijn vrienden moet vragen. Ik heb niet veel vrienden, maar dat hoeft niet. Hier komt zelden volk over de vloer, meestal alleen journalisten, zoals jullie.

“Maar als ik mijn vrienden terugzie, soms maar één of twee keer per jaar, is het alsof het maar een paar dagen geleden is. In elk geval kunnen mijn vrienden bij mij helemaal zichzelf zijn. Dit is voor mij de basis van een diepe vriendschap, dat je niets verbergt voor elkaar, níéts.

“Een sociaal leven heb ik totaal niet. Ik stoor mij aan formeel gedrag. Beleefdheidsuitwisselingen en gesprekken die niet in de diepte raken, dat ligt mij niet.”

Wat zou u nog willen doen voor het te laat is?

“Een roman schrijven.”

Waarover bent u de laatste tijd radicaal anders gaan denken?

“Over de politiek. Waarin ik niet meer geloof. Toen ik jong was, waren er nog socialisten in wie je kon geloven. Ik heb altijd gesympathiseerd met arbeiders. Het socialisme betekende toen nog echt iets. Dat is totaal weg. Ik zou graag in een land wonen waar er geen ongelijkheid is, waar iedereen een dak boven z’n hoofd heeft, iedereen een basisinkomen heeft, niets tekortkomt.”

Is de mensheid op de goede of de slechte weg?

“Het Amazonewoud staat in brand en België staat op splitsen. Heel dat dwaze gedoe over de Vlaamse identiteit werkt verschrikkelijk op mijn zenuwen en als je ziet wat voor stompzinnige figuren wereldwijd aan de touwtjes trekken, kun je moeilijk beweren dat we op de goede weg zijn.

“Voorts wil ik daar geen stellingname over doen, want ik ben een romantische zanger. Geen protestzanger.”

Wat is de titel van uw biografie?

“Ze ligt daar al (lacht): Geheime bekentenissen.