Direct naar artikelinhoud
InterviewRuben Mersch

‘Wat fout zit: de farma-industrie wordt nu beloond op basis van volume. Hoe meer pillen ze verkoopt, hoe meer geld ze verdient’

Een spandoek tegen grof geldgewin binnen farma-industrie in Brussel.Beeld Photo News

Neen, de farmasector heeft niet goed gescoord de jongste tijd. Zo stonden de voorbije weken de kranten vol over de Vlaamse baby Pia, die lijdt aan een zeldzame spierziekte en afhangt van een onbetaalbaar medicijn. De farmabedrijven zitten vast in een economische logica die vaak botst met het algemeen belang, stelt wetenschapsfilosoof Ruben Mersch.

Invallen bij farmabedrijven en ziekenhuizen, omdat die onder één hoedje zouden spelen om de patiënt duurdere medicijnen aan te smeren. Mucopatiënten die overwegen naar het buitenland te verhuizen omdat hun medicijnen daar een pak goedkoper zijn. En ook het verhaal van Pia, die een medicijn van 2 miljoen euro nodig had, blijft nazinderen. Allemaal verhalen die op z’n minst de indruk wekken dat het bij ‘Big Pharma’ nauwelijks om het welzijn van de patiënt gaat, maar des te meer om zoveel mogelijk winst maken. “Natuurlijk draait het in de farma-industrie om geld”, stelt wetenschapsfilosoof Ruben Mersch. “Maar het is het hele systeem zoals het nu is, dat gewoon uitnodigt om zoveel mogelijk geld te verdienen op basis van zieke mensen.”

Hoe bedoelt u?

Ruben Mersch: “Ik heb zelf enkele jaren in de farmasector gewerkt en ken daar ook heel wat goede mensen. Het is ook niet dat die farmabazen slechte mensen zijn, die ’s morgens opstaan en denken: goh, vandaag ga ik er eens voor zorgen dat er veel kindjes sterven. Neen, ze zitten in een economische logica, waarin op zijn minst zijzelf het gevoel hebben dat ze niet anders kunnen. Ze moeten hun personeel betalen en hun aandeelhouders tevreden stellen. In een economische logica draait het om geld. Naast de banken is de farmasector de sector waar het meeste geld te verdienen valt.

“De kern van het probleem is volgens mij het monopolie dat een bedrijf krijgt bij de ontwikkeling van een nieuw product. Het is vreemd dat liberalen, zoals de uittredende minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld), dat mechanisme blijven verdedigen, want het gaat de marktwerking totaal tegen. Je krijgt zo iemand die zegt: ik heb nu voor acht jaar het alleenrecht om dit te verkopen, en ik ga vragen wat de gek wil betalen. Dat is geen gezonde situatie.”

Arts en PVDA-politicus Dirk van Duppen zei deze week in Humo dat een patent wel degelijk doorbroken kan worden als een overheid dat nodig vindt. In het geval van baby Pia, bijvoorbeeld, had de overheid een zogenaamde dwanglicentie kunnen inroepen.

“Zo’n dwanglicentie werd in de jaren 80 ingeroepen om de bevolking van Zuid-Afrika te kunnen vaccineren tegen hiv. In plaats van 12.000 dollar te betalen aan de producent, liet het land de vaccins aan 400 dollar per jaar produceren in India. Maar ik betwijfel of er in het geval van baby Pia een dwanglicentie ingeroepen kon worden. Het medicijn waarover het ging, was namelijk nog niet goedgekeurd door de Europese waakhond. En dat is wel nodig.

“Maar er wordt al wel langer nagedacht over alternatieven voor die monopoliepositie en de hoge prijzen die daaruit voortvloeien. Een hooggeplaatste econoom bij de Wereldbank stelde voor om met een soort van vindersloon te werken. We bepalen als maatschappij wat we nodig hebben en aan welke criteria dat moet voldoen. De eerste die daarmee afkomt, krijgt pakweg een half miljard dollar. En daarna mag iedereen het produceren en verkopen. Dat krijg je wellicht geen medicijnen van 2 miljoen euro meer.

“We moeten bovendien eens goed nadenken over welke pillen we wel moeten slikken en welke niet. Er zijn toch best veel pillen waarvan de voordelen niet opwegen tegen de nadelen en die dus geen enkele meerwaarde hebben, maar die toch op de markt zijn.”

Wetenschapsfilosoof Ruben Mersch: “De farma-industrie wordt nu beloond op basis van volume. Hoe meer pillen ze verkoopt, hoe meer geld ze verdient. Maar de volksgezondheid heeft niet zoveel mogelijk pillen nodig.”Beeld Wannes Nimmegeers

Wordt er nu dan niet voldoende getrieerd aan de toegang tot die markt?

“De criteria van de controle-instanties liggen erg laag. In Noorwegen was er, voor de eenmaking van Europa, een duidelijke regeling: een geneesmiddel tegen een bepaalde aandoening dat er op de markt wou komen, moest eerst aantonen dat het beter was dan de medicijnen die er al waren. Zo’n idee is volgens mij zeker het overwegen waard.

“Wat er ook fout zit: de farma-industrie wordt nu beloond op basis van volume. Hoe meer pillen ze verkoopt, hoe meer geld ze verdient. Maar de volksgezondheid heeft niet zoveel mogelijk pillen nodig, wel die interventies waarvan we weten dat mensen beter worden. Soms zijn dat pillen, maar vaak ook niet.

“Dat belonen op volume zorgt er ook voor dat de industrie niet investeert in dingen waarvan ze weet dat ze er in zou moeten investeren. Antibiotica bijvoorbeeld. We weten dat we met een enorm probleem zitten. Het aantal doden door resistente bacteriën zal in de komende jaren echt door het dak gaan. We hebben minstens vijf nieuwe vormen van antibiotica nodig. Je zou denken dat de industrie daarop springt, maar dat doet ze niet. Alle grote spelers zijn uit het antibiotica-onderzoek gestapt. En waarom? Een studie van de London School of Health Economics heeft de return on investment van een antibioticum uitgerekend: je verdient daar niet veel mee. Een antibioticum is vaak een laatste redmiddel, bovendien wordt het maar een weekje ingenomen. Een farmabedrijf verdient stukken meer aan pakweg een nieuwe cholesterolverlager.”

Hoe krijgen we dat recht? Hoe gaan we belonen zonder volume te belonen en wel op basis van criteria die wij als maatschappij belangrijk vinden?

“Dat is inderdaad de hamvraag. We moeten met z’n allen op zoek naar het antwoord als we gezondheidszorg betaalbaar willen houden.”