VN-vluchtelingenagentschap roept Europese landen op tot actie voor minderjarigen
Ruim 28 procent van de vluchtelingen die toekwamen in Europa tussen januari en september waren kinderen. Dat is meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Bovendien reizen ze vaak alleen en reist een groot deel door naar andere landen en verdwijnen ze zo van de radar. Dat blijkt uit een nieuw rapport over de situatie van minderjarige vluchtelingen in Europa van de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. De organisatie roept Europese landen op om "meer te doen voor de bescherming en ondersteuning" van deze minderjarigen. Tussen januari en september 2019 zijn ongeveer 80.800 mensen via routes in het Middellandse Zeegebied in Europa aangekomen. Dat is een daling, ten opzichte van 102.700 in dezelfde periode van 2018. Toch zijn er steeds meer kinderen bij en reizen ze vaak alleen.
De kinderen worden meestal in grote immigratiecentra opgevangen. Daar is echter weinig toezicht of individuele steun, terwijl deskundigen erop zouden hebben gewezen dat dit kan leiden tot misbruik en geweld. Ook zouden kinderen daardoor weer vertrekken richting een ander land of zelfs verdwijnen. Verschillende Europese landen hebben melding gemaakt van grote aantallen kinderen die de opvangcentra verlaten. In België zijn op die manier een toenemend aantal niet-begeleide minderjarigen, waaronder veel Eritreeërs, verdwenen.
Dat vele kinderen doorreizen tonen de cijfers aan. Terwijl de meeste niet-begeleide kinderen vorig jaar in Spanje, Griekenland en Italië zijn aangekomen, deed de meerderheid van degenen die asiel hebben aangevraagd dat vorig jaar in Duitsland (20 pct), Italië (19 pct), het Verenigd Koninkrijk (14 pct), Griekenland (13 pct) en Nederland (6 pct).
Onder de redenen waarom minderjarigen besluiten verder te reizen: geen toegang tot onderwijs, het mogelijke verlies van steun wanneer ze 18 worden en het gebrek aan informatie of tolken. De UNHCR roept landen op om niet te rekenen op grote opvangcentra voor kinderen, maar in de plaats werk te maken van meer zorg in kleine groepen of het aanstellen van opgeleide voogden of maatschappelijk werkers. De organisatie verwijst daarbij naar landen die volgens hen het goede voorbeeld tonen, zijnde Ierland, Nederland en Verenigd Koninkrijk.
Een andere grote uitdaging voor de kinderen is daadwerkelijk als kind herkend worden. Volgens het UNHCR worden over heel Europa onbetrouwbare en inconsistente beoordelingsprocedures gebruikt voor het bepalen van leeftijd. Een aantal kinderen worden zo als volwassenen beschouwd en krijgen daarom geen steun op maat van kinderen. De vluchtelingenorganisatie ziet het gebruik van holistische en multidisciplinaire methodes als oplossing om de leeftijd van de kinderen correct te schatten.
Hoewel er in heel Europa veel positieve stappen zijn gezet om de bescherming van deze kinderen te verbeteren, zo concludeert het UNHCR, toont het rapport dat er meer gedaan moet worden om de uitdagingen aan te pakken waar ze nog steeds mee worden geconfronteerd.
bron: Belga