Direct naar artikelinhoud
Ronde van Spanje

Kris Hoflack: "Ik ben van niemand, en dat is mijn hoogste goed"

Kris Hoflack: "Ik zou graag oud worden, maar niet als ik daarvoor de volgende dertig jaar broccoli moet eten."

"Hier is de wind de baas", zegt Kris Hoflack (51) en misschien helpt dat wel bij het loslaten in Torrox. Drie weken probeert de algemeen hoofdredacteur van de VTM-nieuwsdienst op zijn berg in Andalusië even niét te zeggen hoe het moet, en IS te vergeten. En dat lukt.

Het is eind juli, in de luchthaven van Málaga horen we weer Nederlands, we rijden dus vlug naar Torrox. Daar hoor je wat Engels en Deens, maar toch vooral Spaans. En we zien de zee waarin we niet zwemmen. In Liefde in tijden van cholera lazen we toch net: "...Florentino zei altijd dat God de zee alleen had gemaakt om er uit het raam naar te kijken..." Dat kun je lang en als het weer helder is, zie je van hier de lichtjes van Afrika en de vuurtoren op Gibraltar.

In oude interviews lazen we over vijf dromen van Kris Hoflack: een tijdschrift leiden, een productiehuis, een nieuwsdienst uitbouwen, in de politiek gaan en columns schrijven in de Provence. We zitten 1.400 kilometer dieper aan Bar Paco op de Plaza de la Constitucion waar ze ijs in zijn glas rosada doen. Hij is een nieuwe Spanjaard, zijn Spaans nog pril ("Ik leer via een app"), Casa Herradura kocht hij vorig jaar. "Een gast uit Málaga woonde hier, maar was geschei- den en wilde van zijn huis af (lacht). Het leed van mensen is het moment om financieel goede zaken te doen. Zelf droomde ik van een huis op een berg en dicht bij de zee. De Provence of Italië, dat kon ook, maar het voordeel van Andalusië is dat het hier het héle jaar overdag minimaal 20 graden is. Ook in de winter. Het nieuwjaars- concert in Wenen heb ik dit jaar gehoord terwijl ik in mijn zwembroek op het terras zat."

De Ronde van Spanje met Kris Hoflack

Straks komen we terug in Torrox, maar hij begint het verhaal met een anekdote uit zijn Humo-periode. Voor de reeks 'Cherchez la femme' interviewde hij de echtgenote van toenmalig minister Frank Vandenbroucke (sp.a). "Het enige interview dat nooit verscheen. Heel veel vertelde mevrouw niet, bij het nalezen schrapte ze nog en toen ze er ook nog uit wilde dat Vandenbrouckes hobby blokfluit spelen was - net wat mijn stuk redde - zei ik aan Guy (Mortier, RVP): 'Fuck it, zet maar iets anders."

'Ik ben zo geweldig op mijn vrijheid gesteld, ik ben van niks en van niemand, dat is mijn hoogste goed'

Hij vertelt dat hierom: "Ik las vandaag iets over een kinderserie waarin iemand wat over de Koran zei en dat mocht niet. Ik word zot van die verontschuldigingscultuur. Bourgeois zegt iets over die stakingsgrens en er stijgt een enorme verontwaardiging op die wij in de media nog eens opblazen; je mag niet meer roken; wie zegt dat Erdogan een geitenneuker is, krijgt de wereld over zich. Zelfs al is dat smakeloos: die beperking van de vrijheden vind ik irritant. Ik zeg niet dat we terug in het victoriaanse tijdperk zitten, maar toch... Lewis Hamilton mag zijn middelvinger niet uitsteken. Is dát dan de tolerante samenleving? Onlangs kreeg ik in Leuven een GAS-boete van 70 euro omdat ik mijn oud papier een dag te vroeg buiten had gezet. Iémand houdt zich dan dus bezig met daarin te zoeken naar een envelop met mijn naam erop. Sjonge.

"Ik ben zo geweldig op mijn vrijheid gesteld, ik ben van niks en van niemand, dat is mijn hoogste goed. Ik wil geen lid zijn van de loge zoals mijn vriend Siegfried Bracke of van de katholieke kerk zoals mijn vriend Rik Torfs (glimlacht). Rik sleurt me nog weleens mee naar een kerk omdat hij vindt dat ik een verloren gelopen schaap ben, maar verder ga ik niet."

Dan: "En dát is dan zo tof aan Spanje. Elke dag kun je hier honderd GAS-boetes uitdelen, maar niemand vindt het erg als je je auto eens verkeerd parkeert. Dat vind ik fijn."

Rustig, Kris. De thermometer boven de Pharmacia toont 35 graden. Het gebroken ijs is gesmolten. Voor hem is het vakantie en zijn iPhone gebruikt hij maar één keer, om VTM-hoofdredacteur Nicholas Lataire te antwoorden: "Doe jíj maar." Belga vroeg een reactie op de beslissing van Le Monde om geen foto's van terroristen meer te publiceren.

"Als ik binnen de Greenwich-tijdzone blijf, is het moeilijker om het werk los te laten, maar met ouder worden lukt het wel beter. Als ik in Málaga land en dan naar hier rijd, stop ik altijd even bij Bar Paco. Daar begint het loslaten. Dat lukt niet helemaal. Zoals een dokter een passie heeft voor zijn job, heb ik dat ook. Ik ben verslaafd aan nieuws, maar ik vind echt dat ik met mensen als Nicholas, Stef Wauters, Elke Pattyn, Julie Colpaert - en ik vergeet er helaas te veel - een van de meest getalenteerde teams heb waar ik ooit mee werkte. Ook mensen als Jan Demeulemeester en Robin Ramaekers, die volgens mij niet moet onderdoen voor Rudi Vranckx, zijn echt top. Dus drie weken er niét zijn, betekent niet dat je nadien moet herbeginnen. Natuurlijk ontspoort er weleens iets, maar dat kan ook als ik er zelf ben. Elk nieuws is onvolmaakt. Zoals ook jouw stuk onvolmaakt zal zijn. Maar elke dag kun je opnieuw beginnen."

Via Steevie zou hij het Nieuws van VTM elke dag kunnen zien, maar hij zweert: hij keek sinds 17 juli niet één keer. Geen tijd voor. Vanaf het terras van Casa Herradura moet hij naar de zee kijken. Naar de witte huizen beneden in Torrox. Naar La Maroma, de hoogste berg, die Stefan Brijs al had getoond. En hij moet de winden voelen die allemaal een eigen naam hebben. Hij schreef ze in een boekje op: de levante, de poniente, de terral en de wind die van de zee komt. "De wind is de baas op de berg. In de zomer is hij zalig, in de winter kan hij lastig zijn."

Echte vrienden

Al-Andalus heet het hotel waar deze letters geschreven worden en het ligt aan de rand van de oude Moorse wijk van Torrox. Kleine straatjes, trappen, een steegje dat 'Beso' heet en waar gekust wordt, Moorse tegeltjes, huisnummers met een krullende 5 en een zwetende poes op een vensterbankje.

"Toen ik in de humaniora leerde over 1492 en de val van Granada was ik al gefascineerd. Gisteren reden we naar het Alhambra en we lijken helemaal vergeten hoe mooi de Arabieren het maakten. 700 jaar lang regeerden ze hier en ze lieten een geweldig fijnbesnaarde cultuur achter. En dat sneeuwt allemaal onder door die terroristen die dat besmeuren. Wat we ook vergeten, is hoe we duizend jaar geleden op die kruistochten zelf lelijk huishielden bij hén. Je moet Rovers, christenhonden, vrouwenschenners van Amin Maalouf eens lezen. Dat is geen enkel excuus voor wat die terroristen nu aanrichten, we zouden nog véél strenger moeten veroordelen en harder optreden tegen wat die doen, maar fraai was wat wij toen deden evenmin."

'We lijken helemaal vergeten hoe mooi de Arabieren het maakten. 700 jaar lang regeerden ze hier en ze lieten een geweldig fijnbesnaarde cultuur achter'

Als historicus weet Kris Hoflack hoe je het een en ander moet plaatsen. "In de geschiedenis vind ik twee zaken verderfelijk: nationalisme en godsdienst", zegt hij, en hij lacht als we dan zeggen dat hij met twee boezemvrienden als Siegfried Bracke en Rik Torfs wel die geschiedenis in huis haalde. "Maar vrienden mag je nooit afrekenen op ideologische, geloofs- en vrouwenkeuzes. Vriendschap is onvoorwaardelijk. Iedereen weet dat ik geen nationalist of gelovige ben, maar ik discussieer er graag over. Tegen Rik zeg ik dat weleens: 'Hoe kan het dat iemand die zo briljant slim is, in God gelooft?' Maar daar gaat vriendschap niet over. Alleen als een vriend iets zeer intolerants doet, zou ik het moeilijk hebben. En als Siegfried ooit foefelt, zal VTM dat brengen."

Hoflack en onze reporter dwalen door de oude Moorse wijk van Torrox. "De Arabieren hebben hier een geweldig fijnbesnaarde cultuur achtergelaten"

Van die onvoorwaardelijkheid wil hij wel een voorbeeld geven. "Zes jaar geleden had ik het zeer moeilijk in mijn leven. Relationeel, maar ik wilde mijn ex met de kinderen natuurlijk niet uit ons huis in Leuven zetten. Een klein jaar heb ik toen in Chaumont-Gistoux gewoond, waar Rik woont. Achteraan in zijn tuin staat een toren. Daar kon ik een jaar verblijven. Een vriend zorgt voor je als je in de shit zit.

"Je hebt maar een paar van die vrienden. Tussen mijn vijftiende en mijn achttiende had ik nog zo'n beste vriend, nadien verloor ik hem 25 jaar uit het oog, tot we elkaar op de Grote Markt in Leuven weer tegenkwamen. We hebben de draad na 25 jaar probleemloos weer opgepikt en dat gaat blijven. Dirk, die ze hier Diego noemen, zit nu zelf hier in de buurt en als ik er niet ben, zorgt hij onder meer voor mijn huis."

'Een vriend zorgt voor je als je in de shit zit'

Van beneden zie je dat liggen, het heet Casa Herradura, omdat het stuk waarop het staat de vorm van een hoefijzer heeft. De weg naar boven is zo steil dat Kris één keer met de huurwagen terug naar Málaga moest om die voor een andere met een sterkere motor te ruilen: "Ik raakte er niet mee op mijn berg."

"Ik ben een onrustige ziel, op veel vlakken, maar hier vond ik meteen rust. Dat de streek zo veel geschiedenis heeft, hielp."

"Dat heb ik ook met Rome. Ik ben daar zo zot van dat toen kardinaal Danneels kans maakte om paus te worden, ik me voornam: als hij het wordt, neem ik ontslag en word ik correspondent in Rome."

"Nu zit ik hier drie weken, maar ooit hoop ik langer te blijven. Om te schrijven. Ondanks vijftien jaar bij de televisie blijf ik in het diepst van mijn gedachten iemand die schrijft. Mezelf gepubliceerd zien gaf me bijna een orgastisch genot."

Maatschappelijke plicht

Hij schreef al een boek of vijf, vooral politiek, over Théo Lefèvre, Hugo Schiltz, over zeven premiers en een met Louis Tobback. Ook een boek over de collaboratie, samen met Luc Huyse: Onverwerkt verleden. Allemaal non-fictie. "Gek genoeg is er bijna niks over de mediageschiedenis geschreven. Dat zou ik graag doen. Na een verleden bij Humo, het Woestijnvis-blad Bonanza, VRT en VTM héb ik ook wel wat. Ik had veel mails bijgehouden die al een geschiedenis vertelden. Maar vorig jaar stal een dief in Leuven mijn stokoude computer waar die mails in zaten. (lacht) Tot grote vreugde van veel mensen in de media."

'Ik had veel mails bijgehouden die al een geschiedenis vertelden. Maar vorig jaar stal een dief in Leuven mijn stokoude computer waar die mails in zaten. (lacht) Tot grote vreugde van veel mensen in de media'

Maar hij vindt dus vooral dat mensen meer moeten schrijven. Historici, bijvoorbeeld: "Dat is eigenlijk hun maatschappelijke plicht. Vorige week genoot ik zo van het interview met Lode Wils in Knack. Die man is 87 en eindelijk mocht nog eens een historicus zijn licht laten schijnen over de wereld. Hoe vaak gebeurt dat nog? Met alle respect voor mensen als Carl De Vos, ik vind dat we veel te veel politologen lezen en veel te weinig historici."

Maar zou hij ook fictie willen schrijven? "Daar droom ik wel van. Maar ik weet niet of ik het zou kunnen. Veel journalisten die fictie schrijven, vind ik toch niet echt grote toppers."

Hij aarzelt. Niet dat er zo veel voorbeelden zijn. Maar dan, omdat hij daarnet zei dat te weinig mensen hun mening nog uiten, zegt hij het toch. "Vijftig van Bavo Claes is geen slecht boek, maar topliteratuur is het niet. Ook Griet Op de Beeck kan me niet bekoren. Maar het gaat ruimer dan dat. Door de zinnen van Erwin Mortier ráák ik gewoon niet. Aan de andere kant vind ik wat Stefan Brijs schrijft bijvoorbeeld wel grote literatuur. Dat zou ik gewoon niet kunnen. Ik was een goeie journalist, denk ik, maar ik had niet de mooie, verfijnde pen van Johan Anthierens, Rudy Vandendaele of Marc Mijlemans."

Maar, áls, dan zou hij thrillers willen schrijven. "Ook daar: wat iemand als Toni Coppers schrijft of Stan Lauryssens, die ik zeer graag heb, is toch niet te vergelijken met boeken van David Baldacci of Richard North Patterson."

Graag gulzig

Tussen zijn glas rosé en z'n iPhone ligt een strook Nicorette. Kris, die zichzelf een hypochonder noemt - een vriend mailde dat 'Hoflack denkt dat hij al aan het doodgaan was nog voor hij geboren werd' - is 51. Zes jaar geleden stopte hij met roken. "Mijn dokter zei: 'Een stresserend leven leiden, vettig eten en veel drinken, dat doe je allemaal, maar van roken ga je écht dood.' Op mijn 45ste moest ik van hem stoppen. Drie jaar geleden herviel ik wel, maar na zes maanden stopte ik weer. Die Nicorette helpt me. Maar nog elke dag heb ik goesting in een sigaret. (lacht) Als ik 70 ben, begin ik weer."

"Van mijn droom om ooit in de politiek te gaan, ben ik genezen. Als ik zie hoe ongelukkig Rik (Torfs) werd..."

Dat dat misschien vreemd is, merk ik op, voor een hypochonder. Dat dat klopt, zegt hij. "Maar ik vind de gezondheidsmaffia ellendig. 'Broccoli kan de wereld redden!' Bah. Ik vind bourgondische mensen doorgaans aangenamer. Ik zou graag oud worden, maar niet als ik daarvoor de volgende dertig jaar broccoli moet eten. Ik ben geen sobere mens. Ik ben gulzig en graag gulzig.

"Natuurlijk zou ik vijf kilo moeten vermageren en met mijn Eddy Merckx-fiets moeten rijden. Drie jaar geleden kocht ik die en ik heb er nog geen meter mee gereden. Maar ik heb Paul D'Hoore beloofd volgend jaar met hem de Ventoux op te rijden. Na deze vakantie begin ik aan een gezondheidskuur. Dat kan ik wel. Anderhalf jaar geleden dronk ik eens drie maanden geen alcohol. Ik was een veel saaiere mens, maar 's ochtends was ik wel scherper (lacht). En nooit werd ik zo goedkoop zat als na die drie maanden."

Maar bang voor de dood? "Ik weet niet of ik er bang voor ben, maar ik ben wel bevreesd voor het aftakelingsproces. Dertig en veertig worden, vond ik niks. Maar vijftig? Fuck, twee derden van mijn actief leven is voorbij, dacht ik. Ik ga tot mijn 67ste moeten werken, maar ik kan toch niet tot dan hoofdredacteur van VTM blijven? En ik wil mezelf blijven heruitvinden. (lacht) Ik heb nog nooit een krant als De Morgen geleid, om maar eens iets te noemen. Aan de andere kant is alles extra. Als puber had ik twee dromen: een boek schrijven en Humo-journalist worden. Op mijn 24ste schreef ik die biografie van Théo Lefèvre en op mijn 28ste verscheen mijn eerste stuk, een fictief interview met Christoffel Columbus, in Humo. Alles wat nadien is gebeurd, is me overkomen."

De redding van Nona

1995. In Gasthuisberg wordt een kindje geboren, Kris' eerste dochtertje, na 25 weken zwangerschap weegt het meisje 600 gram. Ze zal Nona heten, naar Nona Hendryx, zangeres van een eerste plaatje dat toevallig 'Everybody Wants to Be Somebody' heette. Vandaag is Nona 21 en straks gaat ze op Erasmus naar het Finse Tampere. Zes maanden heeft ze daarvoor gevochten en bijna had ze verloren.

"Laat de mensen maar zeggen dat Gasthuisberg een fabriek is. Zonder Gasthuisberg en de professoren Hugo Devlieger en Chris Vanhole was het nooit gelukt. Op een nacht kregen we om 5 uur telefoon: dat we maar best konden komen om afscheid te nemen. We zijn met de taxi naar het ziekenhuis gereden en dan sta je daar. Je ziet de hartslag zakken, de bloeddruk dalen, en dan vragen ze: 'Wil je een nooddoop, een verpleegster kan meter zijn.' Nu weet ik zeker dat ik niet gelovig ben, want zelfs in het aanschijn van de dood van mijn dochtertje wilde ik er niet van weten."

Nona stierf niet. "Professor Devlieger zou die avond op vakantie naar Spanje gaan, maar hij heeft zijn vlucht gelaten voor wat die was en hij heeft Nona gered. We hebben in die zes maanden andere kinderen in couveuses naast Nona zien doodgaan en ouders zien breken. Dat gaat nooit meer weg."

'Zeno is op 10 januari 2004 geboren. Een zaterdag. De Zeno van die dag heb ik nog'

Misschien klopt het dan toch wat hij terloops zegt: "Ik ben een godenkind. Ik heb nog nooit iemand verloren." Z'n ouders leven nog allebei. Zijn drie kinderen uit twee relaties en de twee stiefkinderen die hij nu heeft, zijn gezond.

"Gek genoeg heb ik geen enkele 'normale' bevalling meegemaakt. Nona was dus kritiek. Toen Moyra geboren werd, waren we te laat in het ziekenhuis, we hadden een feestje thuis en plots kwamen de weeën. Met 10 centimeter opening kwamen we daar aan. En bij Zeno lukte dat zelfs niet: we waren net op de brug voor Gasthuisberg, toen hij geboren werd. In de auto."

Aan die naam, Zeno, twijfelden ze nog even, maar laat je je smaak vallen omdat de zaterdagbijlage van De Morgen toevallig ook zo heet? Neen, en de cliché-vadertest ('Wat is de verjaardag van je dochter of zoon?') doorstaat hij glansrijk. "Zeno is op 10 januari 2004 geboren. Een zaterdag. De Zeno van die dag heb ik nog."

"Of ik een goeie vader ben, weet ik niet. Ik denk dat ik een betere halftijdse vader ben dan een voltijdse vader.

"En of ik 'geslaagd' ben in mijn privéleven? Onlangs hoorde ik mijn vader op een feestje daarover tegen iemand iets zeggen: 'Onze Kris is geweldig succesvol op professioneel vlak, maar de rest is toch wat minder'."

Onaantastbare betweter

Terwijl zijn vriendin met de kinderen ergens aan Torrox Costa zit, is er tijd om daarover te mijmeren. 'Ben ik geslaagd?' Het is een moeilijke vraag. Zo'n vraag waarop, in interviews, weleens de toevoeging (aarzelt) of (denkt lang na) volgt. "Ik heb zeker te veel mensen ongelukkig gemaakt. Heb ik daar spijt van? Misschien is een schuldgevoel het betere woord. Ik heb mensen verdriet gedaan en dat had ik niet mogen doen. Mja. Dat is toch wel spijt.

"Een jaar of drie geleden ben ik mezelf geweldig tegengekomen. Ik was zo'n groot ego geworden en zo vol van mezelf, dat ik vond dat alles rond mij draaide. Blijkbaar had ik mijn gevoelige kant zo diep weggeduwd en was ik een geweldig onuitstaanbare en onaantastbare betweter geworden. Ik had geen respect meer. Op dat moment maakte ik zulke brokken dat mensen afscheid van me namen."

Drie jaar later kan daarover gepraat worden. "Alle zekerheden vielen weg, gelúkkig waren er enkele vrienden die zeiden: 'Zo kan het niet meer.' Is dat een depressie? Dat weet ik niet, maar ik vermagerde in die periode wel acht kilo. Iemand als Dirk heeft me door veel zwarte gaten geholpen. Drank, sigaretten en - ik heb er geen moeite mee om dat te vertellen - ook een psycholoog bodeen hulp. Maar psychologen vertellen je wat je eigenlijk zelf wel weet. En nadien is het aan je vrienden die je erdoor helpen. Dat heeft Dirk gedaan. Dertig jaar geleden luisterden we samen naar Ian Curtis en Joy Division, we schreven elkaar gedichten, we lazen Paul van Ostaijen en Simon Vinkenoog en waren in de ban van het dadaïsme. Zoveel jaar later was hij een van de mensen die me weer de weg toonde."

"Is dat een depressie? Dat weet ik niet, maar ik vermagerde in die periode wel acht kilo."

De heuvels rond Torrox filteren het avondlicht. Het licht doet de baai en de bootjes blinken. Er is veel ergernis over wat hij kleine zaken in de journalistiek noemt, en in de politiek. "De politiek ontgoochelt me zeer. Natuurlijk heeft de federale regering het niet makkelijk en ik vind dat mensen als Jan Jambon het goed doen. (lacht) 'Geef ons meer Jambons!', zou ik roepen, maar dan gaan ze weer zeggen dat ik een N-VA'er ben en dat ben ik niet. Zoals ze vroeger zeiden dat ik een socialist was, wat ik evenmin was. Al is er niks mis met de sociaal-democratie en zou die strekking makkelijk 40 procent van de stemmen moeten halen.

"Maar ik mis politici met visie en begeesteren-de projecten. Mensen als Jean-Luc Dehaene of Hugo Schiltz zijn veel te vroeg gestorven. Want met alle respect, maar iemand als Geert Bour-geois zou wel een zeer goeie vakminister zijn, maar als minister-president mist hij toch bevlogenheid. Bijna zou je heimwee hebben naar Kris Peeters."

Maar waarom dan die oude droom niet opnemen en zélf iets doen? "Van mijn droom om ooit in de politiek te gaan ben ik geweldig genezen. Rik (Torfs, RVP) is een van de slimste mensen die ik ken en als ik zie hoe ongelukkig hij werd... Bovendien: noem mij één geslaagde journalist in de politiek. Ivo Belet doet dat goed, maar zit toch een beetje weg in Europa. (lacht) Over Pol Vandendriessche zullen we maar zwijgen. En Siegfried? Kamervoorzitter is een geweldige fin de carrière en ik denk dat hij dat goed doet, maar hij blijft wel een buitenbeentje in zijn partij, en in die functie zit hij ook niet echt in het centrum van de macht. Neen, geef mij maar de vrijheid."

Johan Anthierens

Maar mooier dan ergernis, dat besluiten we hier, vinden we allemaal de bewondering. Hij heeft helaas weinig talent voor bewondering, zegt hij, maar we komen toch bij namen. Bij professor Eric Defoort: "Hij gooide het eerste hoofdstuk van mijn thesis over Théo Lefèvre in de vuilnisbak, terecht, en liet een hele wereld voor me opengaan". Professor Luc Huyse: "Altijd schaven om tot een beter resultaat te komen."

'Guy (Mortier) was God. Toen ik pas voor Humo werkte en hem moest bellen, stelde ik dat altijd uit: 'Eerst nog een sigaretje. Eerst nog een koffietje''

Dan Guy Mortier: "Guy was God. Toen ik pas voor Humo werkte en hem moest bellen, stelde ik dat altijd uit: 'Eerst nog een sigaretje. Eerst nog een koffietje.'

Johan Anthierens natuurlijk. "Eén jaar in mijn leven was ik fondsredacteur non-fictie bij Van Halewyck en toen heb ik Johan leren kennen, terwijl hij aan zijn boek over Irma Laplasse bezig was. Als kind kende ik hem van de Wies Andersen Show, waarin hij durfde te zeggen dat hij 'gelukkig gescheiden' was, en van De zwijger. In dat jaar dat ik hem persoonlijk kende, zoog ik alles wat Johan zei in me op. Ik heb niet aan zijn sterfbed gezeten, zo close was ik niet, maar enkele weken voor zijn dood zag ik hem wel nog.

"Ik denk dat Johan met zijn scherpzinnigheid iemand was die maar zelden opduikt in de journalistiek. Zie jij vandaag iemand met zoveel talent? Ik niet."