Verjaringstermijn seksueel misbruik: ‘We moeten het tempo van het slachtoffer volgen’

© Dino
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Er rijzen opnieuw vragen over de verjaringstermijn voor seksueel misbruik van minderjarigen. Moet ze worden afgeschaft of is het net een stimulans voor slachtoffers om aangifte te doen?

Sinds het pedofilieschandaal in de Kerk laait de discussie rond het Belgische verjaringsstelsel met betrekking tot misbruik regelmatig op. De verjaring in België is te kort en zou eigenlijk niet mogen bestaan, vinden slachtoffers van kindermisbruik. Enerzijds gaan veel daders vrijuit omdat de feiten verjaard zijn, anderzijds geeft het slachtoffers het gevoel dat wat hen overkomen is geminimaliseerd wordt omdat het misdrijf slechts een aantal jaar bestraft kan worden.

‘Waarom kan kindermisbruik überhaupt verjaren?’, vragen velen zich af. Voor hen verjaren de feiten immers nooit. Het is iets wat je je hele leven meedraagt, weet ook kinderpsychiater Peter Adriaenssens. Hij vergelijkt het met de bombardementen in een oorlogsgebied: ‘Seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag zijn een dagelijks bombardement, je hele leven lang. Met dat verschil dat je oorlog kan zien en de gevolgen van misbruik niet’, aldus de kinderpsychiater. ‘Mensen begrijpen niet dat 70-jarigen in 2010 met hun verhaal over misbruik in de Kerk naar buiten kwamen. Dat komt omdat ze dat 50 jaar later nog altijd voelen in hun lijf.’

Ook Carine Van Speybroeck, die als kind slachtoffer werd van seksueel misbruik door een priester, voelt nog steeds de pijn. Vandaar dat ze een petitie opstartte waarin ze vraagt om de verjaringstermijn voor seksueel misbruik van minderjarigen af te schaffen. ‘Veel slachtoffers doen er een half leven over om te beseffen hoe erg de feiten zijn die hen werden aangedaan. Bovendien zou de overheid op die manier een ondubbelzinnig en krachtig het signaal geven dat misbruik een van de allerergste misdrijven is’, zegt ze.

Na de ophef rond het pedofilieschandaal in de Kerk kwam er in 2011 al een signaal vanuit de politiek. Het parlement trok toen de verjaringstermijn voor seksueel misbruik van minderjarigen op van tien naar vijftien jaar. Minderjarige slachtoffers hebben voortaan nog vijftien jaar de tijd om aangifte te doen vanaf de dag dat ze meerderjarig worden. Toch lijkt de discussie nog niet beslecht. Nieuwe getuigenissen van grensoverschrijdend gedrag in het judo stellen de verjaringstermijn opnieuw in vraag.

Maar wat is eigenlijk de bestaansreden van het complexe verjaringsstelsel in België? Waarom is moord of seksueel misbruik in België na een aantal jaar niet meer strafbaar? Daarvoor moeten we terug naar Franse Code d’Instruction Criminelle van 1808, die de basis van ons Wetboek van Strafvordering vormt. Daarin geldt het principe van het ‘recht om te vergeten’. Na een bepaalde periode zou het voor de maatschappij geen prioriteit moeten zijn om een gepleegd misdrijf nog langer te vervolgen. Een andere argument uit 1808 is de wroeging van de dader die ‘de hele verjaringstermijn in angst en onrust leefde’, wat als surrogaat voor de straf zou kunnen worden gezien. Het zijn twee argumenten die niet meer van deze tijd zijn en dus sterk in vraag kunnen worden gesteld.

Victim blaming

Een meer eigentijds argument die juristen aanhalen in het voordeel van de verjaringstermijn is dat het de slachtoffers moet motiveren om zo snel mogelijk aangifte te doen enerzijds en het politie en justitie moet aanzetten om snel werk te leveren anderzijds. Daarnaast is er het probleem van de bewijslast. Herinneringen vervagen, en zeker ook bewijzen verdwijnen na een aantal jaar. En op basis van ‘woord tegen woord’ kan geen rechtszaak gevoerd worden.

Line De Vlamynck, psychologe gespecialiseerd in zedenfeiten, en voorstander van het afschaffen van de verjaringstermijn begrijpt de juridische context van de zaak, maar de verjaringstermijn is en blijft wel een vorm van victim blaming, vindt ze. ‘Het is een manier van beleidsmakers om tegen slachtoffers te zeggen dat het hún verantwoordelijkheid is om de dader te ontmaskeren zodat er geen nieuwe slachtoffers meer vallen. Bij zedenfeiten is er sowieso al veel victim blaming gemoeid en maatregelen die het slachtoffer empoweren leggen opnieuw de verantwoordelijkheid bij datzelfde slachtoffer.’

Bovendien is het een non-argument, vindt de psychologe. ‘Op een verjaringstermijn van vijftien jaar, zoals nu het geval is, maken daders ook al heel veel slachtoffers. Het nadeel van zedenfeiten is immers dat één dader veel schade aanricht. Er zijn waanzinnig veel zedenmisdrijven in België. Elke dag zijn er 8 aangiften van verkrachtingen en 9 van aanranding. We worden niet voor niets op de vingers getikt door de Verenigde Naties. Maar dat betekent niet dat er ook veel verkrachters rondlopen. Uit recente cijfers blijft dat wanneer een kindermisbruiker wordt opgepakt, hij gemiddeld al 7 slachtoffertjes gemaakt heeft voor hij met het gerecht in aanraking komt. Dat cijfer is gebaseerd op bewijslasten en bekentenissen van de dader. Voor elke dader die toegeeft dat hij twee kinderen misbruikt heeft, loopt er iemand rond die pas bij het twaalfde slachtoffertje gepakt wordt.’

Ik heb schrik dat als de verjaring blijft zoals ze is, ook daders met zelfbedrog zullen blijven rondlopen.

Line De Vlamynck, psychologe

‘Dat komt omdat daders doorgaans zichzelf niet als dader beschouwen’, gaat De Vlamynck verder. ‘Zij vinden een andere zedendelinquent vaak wel een verkrachter, maar zelf komen ze niet tot dat inzicht. Ze maken zichzelf wijs dat het kind het leuk vindt en duwen de feiten van zich af. Het is maar bij een aangifte of confrontatie met het slachtoffer of met andere daders in groepstherapie dat er een opening komt. Ik heb schrik dat als de verjaring blijft zoals ze is, ook daders met zelfbedrog zullen blijven rondlopen.’

De SP.A pleitte twee jaar geleden al voor het afschaffen van de verjaringstermijn voor seksueel misbruik bij minderjarigen, maar daar was toen weinig animo voor bij de andere partijen. Volgens CD&V en N-VA geef je dan aan het slachtoffer de boodschap dat slachtoffers nog wel even kunnen wachten voor ze met hun verhaal naar buiten komen terwijl ze dat net zo snel mogelijk moeten doen.

Mensen spreken laat

Makkelijk gezegd dan gedaan, vindt De Vlamynck. ‘Het is nu eenmaal zo: mensen spreken laat. Ik krijg niet zelden zestigers over de vloer die bij mij voor de eerste keer praten over wat er gebeurd is toen ze vijf waren. Er zijn zoveel redenen waarom slachtoffers zo lang wachten. De grootste remming is de angst om niet geloofd te worden en de schrik dat anderen zullen denken dat ze zich niet goed verweerd hebben. Ook shock is een reden waarom er weinig aangiften van zedenfeiten zijn. Net als ons lichaam heeft ons brein een beschermingsmechanisme dat ons niet onmiddellijk laat voelen hoeveel schade er gemaakt is wanneer ons meer pijn wordt aangedaan dan we kunnen verdragen Wat ook steeds terugkomt zijn schuld- en schaamtegevoelens. Wanneer iemand bijvoorbeeld bestolen wordt, legt het slachtoffer niet meteen de schuld bij zichzelf. Bij zedenfeiten gebeurt dat wel omdat daar geen expliciet geweld aan te pas komt. Daders kruipen in het hoofd van het slachtoffer en misbruiken de band die ze met het slachtoffer hebben. Tot slot is de loyauteit tegenover de dader, als het om familieleden gaat, ook doorslaggevend. Bij kindermisbruik is er meestal al wel een band of is er heel lang aan een band gebouwd.’

Hoewel er momenteel geen politiek draagvlak is voor het afschaffen van de verjaringstermijn, nemen politiek en justitie het probleem ernstig. Minister van Justitie Koen Geens werkt momenteel een globale visie uit op de verjaringsdiscussie in het kader van de herziening van het strafwetboek.

Het zou mooi zijn als de maatschappij het signaal zou geven dat een slachtoffer van seksueel misbruik best wat langer mag wachten om te praten.

Open VLD pleitte enkele jaren geleden al voor een termijn van 30 jaar, maar de Hoge Raad voor de Justitie vond dat geen optie. Als je het alleen doet voor seksueel misbruik, lijkt het alsof je een rangorde van misdrijven aanlegt, waarin de moord op een kind minder zwaar weegt dan seksueel misbruik, zo stelde de Hoge Raad in een advies in 2011. Ze pleitte evenwel om de verjaringstermijn te laten starten als het slachtoffer 25 jaar is en niet 18 omdat die leeftijd meer rekening houdt met de sociologische evolutie dat steeds meer jongvolwassenen langer bij hun ouders blijven wonen, terwijl het meeste seksueel misbruik in het gezin gebeurt.

Het is duidelijk dat de kwestie een bijzonder moeilijk en pijnlijk debat is. De bedoelingen zijn goed, vindt De Vlamynck, maar de initiatieven zijn niet voldoende om het tempo van het slachtoffer te volgen. ‘Dat geldt voor verkrachtingen, maar zeker bij kindermisbruik. Kinderlijke trauma’s komen niet boven als men 25 is, want op die leeftijd duwt men dat nog weg. Zulke zaken komen gemiddeld pas boven wanneer men bijvoorbeeld zelf kinderen krijgt. Het zou mooi zijn als de maatschappij het signaal zou geven dat een slachtoffer van seksueel misbruik best wat langer mag wachten om te praten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content