In het katholiek onderwijs waren er op de derde schooldag van september 742.161 leerlingen ingeschreven. Dat is het hoogste cijfer van de afgelopen 20 jaar, en een stijging met 0,14 procent. In het Gemeenschapsonderwijs werd met 201.171 leerlingen voor het eerst de kaap van de 200.000 leerlingen gerond. Tegenover vorig jaar steeg het aantal leerlingen met 1,87 procent. In het Provinciaal Onderwijs Vlaanderen, dat vorig jaar nog een lichte daling kende in de leerlingenaantallen, werd een stijging opgemeten van 1,85 procent tot 15.779 leerlingen. Bij het OVSG, de koepel van het onderwijs van de steden en gemeenten, tot slot steeg het aantal leerlingen met 0,63 procent tot 157.826.

Vooral bij het gewoon lager onderwijs werd een stijging geregistreerd, met 1,37 procent in het katholiek onderwijs, 2,91 procent in het Gemeenschapsonderwijs en 1,43 in het stedelijk en gemeentelijk onderwijs. Het gewone kleuteronderwijs kent, in de lijn van het dalende geboortecijfer, een daling in het katholiek (-1,05 procent) en stedelijk en gemeentelijk onderwijs (-0,67 procent); in het Gemeenschapsonderwijs is er een stijging van 0,57 procent, “meer dan 1,5 procent beter dan de nataliteit”. In het gewoon secundair onderwijs is er eveneens een stijging bij alle netten, terwijl het buitengewoon onderwijs zijn dalende trend voortzet.

Qua studierichtingen zitten vooral de technische en wetenschappelijke richtingen of STEM-richtingen in de lift.