Wie in 2016 doorverwezen werd naar de Vlaamse Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg omdat hij of zij psychische hulp nodig had, moest gemiddeld 46,5 dagen wachten op een eerste gesprek. In 2008 was dat nog 33,5 dagen. Kinderen en jongeren moeten heel wat langer wachten: 60 dagen in 2016, een stijging met 10 dagen in vergelijking met 2008.

De wachttijden zijn de voorbije jaren stelselmatig toegenomen. "We zien dat die termijn almaar langer wordt, terwijl het bij jongeren net heel belangrijk is om snelle en goede hulp te kunnen bieden", zegt Anseeuw. "Zo weten we dat bij volwassenen met psychische problemen die problemen bij de helft van hen ontstaan zijn voor de leeftijd van 14 jaar."

Vanwaar het verschil in wachttijd tussen volwassenen en jongeren? "Er zijn verhoudingsgewijs minder plaatsen voorhanden voor kinderen en jongeren", zegt Anseeuw. "En als de vraag niet kleiner wordt, maar het aanbod wel kleiner is dan voor volwassenen, is het logisch dat de wachttijd hoger oploopt."

Het kabinet-Vandeurzen erkent dat de wachttijd toeneemt en zegt dat er maatregelen genomen worden om dat aan te pakken, maar men benadrukt ook dat zij enkel bevoegd zijn voor het preventieve gedeelte van de zorg. Opvang en begeleiding zijn de bevoegdheid van federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD).

Concreet heeft Vandeurzen extra middelen aangekondigd voor vroegdetectie en preventie van psychische problemen bij jongeren.  Hij gaat ook investeren in online hulpverlening als een laagdrempelige aanvulling op de traditionele hulpverlening en in "blended care", een combinatie van online- en contactbehandeling.

Extra geld is welkom, maar het is niet de oplossing voor alles, zegt Anseeuw. "We moeten dringend het volledige landschap van de geestelijke gezondheids­zorg onder de loep nemen en ervoor zorgen dat alles beter op elkaar aansluit. Er zijn veel stukjes geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen en er wordt nog te veel naast elkaar gewerkt."

Dat minister De Block onlangs besliste om te snijden in het budget voor de dagplaatsen in de kinderpsychiatrie, noemt Anseeuw "te gek voor woorden". "Ik hoop dat ze terugkomt op die beslissing", zegt hij. De Block verdedigde zich eerder op de kritiek door te zeggen dat het gaat om een verschuiving van middelen, niet om een besparing, en dat er wel degelijk wordt geïnvesteerd in de kinder- en jeugdpsychiatrie.