Turkije heeft meer geld nodig van de Europese Unie voor de opvang van de miljoenen Syrische en Iraakse vluchtelingen in het land. Dat zei de Turkse president Recep Tayyip Erdogan dinsdag aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York.
“We hebben onvoldoende hulp gekregen van de internationale gemeenschap, en zeker niet van de Europese Unie”, was Erdogan ferm.
Volgens de president gaf de Turkse regering meer dan 30 miljard dollar uit aan vluchtelingenhulp terwijl het slechts 820 miljoen dollar van de beloofde 3 miljard heeft gekregen van de Europese Unie voor de periode 2016-2017. Met dat geld komt Turkije tegemoet aan de nood van de vluchtelingen aan voedsel, onderdak, opleiding en gezondheidszorg, want ze konden niet onverschillig blijven bij de tragedie van hun broeders en zusters, zei Erdogan.
Turkije vangt 3 miljoen Syrische en 200.000 Iraakse vluchtelingen op. Erdogan vraagt aan andere landen om hen met die “last” te helpen en verzekert hen ervan dat het hulpgeld niet in de Turkse begroting terechtkomt.
Daarnaast kwam Erdogan in New York terug op de conflicten die woeden in Jemen en Libië en zijn bezorgdheid over de ontwikkeling van terreurorganisaties in de regio. ‘De wereld, en vooral Europa, zal blootgesteld worden aan nog grotere bedreigingen als dezelfde fouten die in Syrië werden gemaakt, herhaald worden in Libië.’
Tot slot kwam Erdogan nog eens terug op het referendum in Iraaks-Koerdistan. Hij herhaalde zijn eis dat het referendum geannuleerd wordt omdat de Koerden anders ‘de mogelijkheden waar ze nu gebruik van maken’ verliezen. ‘We roepen de regering van Iraaks Koerdistan op om hun initiatief (voor onafhankelijkheid) stop te zetten’, aldus de Turkse president. ‘Als er geen rekening wordt gehouden met het Turkse standpunt in deze zaak kan het proces waar de regionale regering van Koerdistan nu van profiteert, wegvallen’, was Erdogan duidelijk. ‘We zouden allemaal moeten samenwerken om rust, stabiliteit en vrede in de regio te bewerkstelligen in plaats van nieuwe conflicten te starten.’
Op 22 september buigt de Turkse veiligheidsraad zich over het referendum, dat drie dagen later plaatsvindt.
