"Een klucht, een farce, belachelijk, de universiteit onwaardig"

Oud-student - nu journalist - Peter Decroubele ging gisteren naar het feestje voor 25 jaar "pol en soc" in Gent. Maar er kwam snel een domper op de feestvreugde. Proffen en ex-studenten babbelden meer over de nefaste pogingen om een rector te kiezen.

analyse
Analyse

Ik was gisteren aanwezig op het feest van 25 jaar “pol en soc”, de faculteit van de politieke en sociale wetenschappen. Ik studeerde daar zelf af, exact 20 jaar geleden. Toen moest alles nog beginnen voor mij, toen was de keuze voor een rector iets wat vluchtig passeerde en geen stof deed opwaaien.

Nu krioelde het op het feest van meningen allerhande over de soap waar de universiteit in al haar geledingen is terechtgekomen. Deze verkiezingen bieden de studenten -naast het personeel- de kans om mee te stemmen over de toekomstige rector. In zoverre die “youngsters” daar wakker van liggen. Online stemmen ook, anders dan vroeger, toen in een soort conclaaf de knappe koppen van de unief zich bogen over wie “de baas” kon zijn.

Nu is het moeilijker, een areaal van zowat 60.000 kiezers kan zich al dan niet uitspreken. Over programma’s die -eerlijk zijn- in grote lijnen gelijk lopen, op enkele accentverschillen na.

De norm is een vloek gebleken. De tweederdemeerderheid.

Dat is één, de tijden zijn veranderd, maar vooral, twee, de UGent houdt en hield vast aan een noodzakelijke tweederdemeerderheid voor wie de “primus inter pares” wil zijn. En daar is het schoentje de voorbije weken, neen, maanden, enorm beginnen te knellen.

Twee derde van de stemmen is onhaalbaar gebleken, overambitieus en een zo goed als onoverwinnelijke barrière. “Het is een wezenskenmerk van deze universiteit, het DNA van de instelling bepaalt dat de universiteit een leider krijgt met een grote achterban”, zo orakelde de voorzitter van de Raad van Bestuur, Sas Van Rouveroij, meermaals.

Maar de norm is een vloek gebleken.

66,67 procent

Zeven stemrondes lang was het duo Rik Van de Walle-Mieke Van Herreweghe het populairste koppel. Telkens tegen de 60 procent gehaald. Mooi, duidelijk, afgetekend, maar 60 procent is geen 66,67 procent, leerde mijn wiskundeleraar van weleer me al.

En daar is alles wekenlang op fout gelopen. Stembusslag na stembusslag, om uiteindelijk te moeten inzien dat er iets schort aan de voorwaarden. Vlak voor de zomer kwam de verkiezingscommissie met een “deus ex machina” op de proppen, na de zomer nog één keer voor die tweederde­meerderheid gaan, anders is een gewone meerderheid genoeg.

Zoals elke andere universiteit in ons land hanteert, zoals elke gewortelde democratie ook te werk gaat. Het zou weer zo zijn. Stemronde acht was een laatste poging om die grote achterban te verzamelen, elke volger voelde tot in het kleinste teentje dat het weer niet zou lukken. Fair enough, vanaf ronde 9 zou alles anders zijn. Tot gisteren.

Elke volger voelde tot in het kleinste teentje dat het weer niet zou lukken.

De universiteit hulde zich onaangenaam lang in stilzwijgen. Geen oordeel, geen uitslag, noch ja, noch neen. Een verkiezing per computer, veel simpeler kan het toch niet zijn? Eén druk op de knop en de resultaten rollen uit de machine, toch? Computers zijn toch de ultieme rekenmachines?

Neen.

De kandidatenduo’s (op dit moment de “good old” tandem Van de Walle-Van Herreweghe versus het nieuwe duo Raeymaeckers-De Baets) trokken naar de online stembus en ronde 8 bleek vervloekt.

Campagnemails die de teams konden versturen zijn voor het nieuwe duo blijven haperen, slechts een vierde van het publiek kreeg hun promo binnen, het andere duo bereikte iedereen. Zéér vervelend en mogelijk voer voor latere polemiek en proceduritis.

Gehoord bij werkelijk elk personeelslid dat ik sprak: hoe vervelend en ambetant ook, de verkiezingscommissie heeft er goed aan gedaan om het IT-incident direct in te roepen om deze ronde te annuleren. “De stemresultaten zijn niet ontgrendeld”, oreerde het persbericht. Stemronde geannuleerd en opnieuw beginnen. Het komt niet meer op een stemronde aan, zeker?

Een klucht, een farçe, belachelijk, de universiteit onwaardig. 

En dan komt het hoongelach. En de straffe woorden op sociale media: een klucht, een farçe, belachelijk, de universiteit onwaardig. Termen die je ook hoort bij de academici die eerlijk zijn. “Vreselijke imagoschade”, hoor ik. “Toch een schande voor onze instelling”, hoor ik mijn oude prof uit de eerste kandidatuur van weleer zeggen. “Het heeft me geschokt en dit verdient onze universiteit niet”, meent gewezen rector Van Cauwenberghe.

Was iemand zo dwingend geweest om de regel van de gewone meerderheid erdoor te krijgen, de man of vrouw verdiende een standbeeld onder de zuilen aan de aula in de Volderstraat. Of een eeuwige beeltenis in de hal van de UFO, het superauditorium.

Maar iedereen moet door de pijn heen, etter kruipt waar hij niet gaan kan, doorbijten toch maar, “ad majorem gloriam”. En dat is met een grimas en een van pijn vertrokken gezicht dat het gebeurt, geen enkele professor of ander personeelslid wil dit. Wou dit. Verwachtte dit.

Maar de emmer der vernederingen is niet snel gevuld. Enfin, niets is voor altijd en alles gaat voorbij. 

De saga is nog niet gedaan

© Clément Philippe - creative.belgaimage.be

Nu wacht nog een ronde stemmen, nu donderdag, om wellicht vrijdag opnieuw te horen dat geen van de twee kandidatenduo’s de kaap van de 2/3 heeft gerond.

Volgende week dan een nieuwe stemronde, de negende of de tiende, daarover kan je discussiëren, waar dan de 50 procent + 1 de doorslag zal geven. Mijn kop eraf als dat niet het scenario is.

“Ondertussen kan iedereen bij ons het wel relativeren. Deze instelling draait, het onderzoek loopt, lessen staan in de steigers, alles gaat goed, ook zonder rector en volgende week hebben we een nieuwe rector en met een frisse geest kunnen we beginnen aan een nieuw academiejaar.” De woorden van professor Carl Devos, politicoloog én een man die strompelende verkiezingen al vaker heeft aanschouwd.

Wellicht zal het zo zijn.

Feest voor 200 jaar?

Dan treedt een nieuw rectorenduo aan, dat al begin oktober 200 jaar Universiteit Gent mag vieren. Feest en jubel en lof alom, wie spreekt nog over die verkiezingen? Het wordt een voetnoot (heel belangrijk dat je dat publiceert weet ik nog van in mijn thesis, zo heette dat toen nog), een anomalie waar wat lachend op teruggekeken zal worden.

Iedereen smult van zulke verhalen, getuigen ook heelder troepen psychologen. Maar suiker en nectar kunnen ook zuur smaken. Het had vermeden kunnen worden, het kon allemaal properder en zonder al die incidenten. “Laat ons eerlijk zijn, we komen er beschadigd uit en het is niet goed voor de UGent”, zei een andere ex-prof mij. En dat voor de universiteit die in ranglijsten allerhande steeds vaker de gerenommeerde broer uit Leuven achter zich laat.

Maar in het licht van de academische geschiedenis zal het wel passeren. En een vlek zijn die ergens in een hoek van een oud auditorium zal verdwijnen.

Slimme mensen

Iets zegt me dat de volgende rectorverkiezingen het principe van de helft plus één zullen hanteren. Zoniet heb ik toch zeer mijn twijfels over die knappe koppen, die bende bollebozen, die slimme geesten bij elkaar, daar in hun hemisferen.  

Deze processie van Echternach wordt een cyste die in de loop der tijden weggesneden zal worden. Tijd voor feest daar nu, twee eeuwen onderwijs, van voor de “happy few” en Franstalig elitair tot een instelling die de democratisering van het onderwijs huldigt ten top.

De tijden zijn veranderd, meneer. Maar “het mag stilaan gedaan zijn, dat we kunnen voortdoen”. Nuchterheid is ook de slimste mensen niet vreemd. Littekens ook niet. 

Meest gelezen