Direct naar artikelinhoud
Essay

Vergeet 1 januari: goede voornemens maakt u beter nu

Het begin van de herfst is het moment om je leven te beteren
Beeld Nina Vandeweghe

Nu, net na de vrijheid en relatieve rust van de zomervakantie, en aan het begin van de herfst, is de ideale tijd om aan een nieuw leven te beginnen. Best kunt u uw doelen opbreken in kleine, concrete stappen. Zeg niet 'ik wil fit worden' maar zeg 'ik ga op donderdagavond sportlessen volgen'.

Geen plastic tassen meer. Minder afval. Meer bewegen (gaap). Gezonder eten (bent u er nog?). Genereuzer zijn. Aardiger. En kritischer. Eerlijke producten kopen. Minder weggooishit. Meer slaap (alsof dat nieuws is). Meer plezier. Nog meer slaap. Opkomen voor anderen. Minder schermtijd. Meer aandacht. Meer zien. Minder afleiding. Meer dagdromen.

Elk jaar komt het rijtje terug, enigszins variabel naar de omstandigheden van het moment en vaak aangevuld met nieuwe clichés: voornemens. De traditie bestaat al vierduizend jaar; de oude Babyloniërs deden al beloften bij een nieuw jaar, en een boel andere culturen sindsdien. Voornemens moeten gedaan worden in januari en dus borrelt het jaarlijkse lijstje op zodra de oliebollen zijn ingedaald.

Maar met een maand achter de rug waarin de deadlines voor eindejaars-terugkijkstukken overlappen met nieuwjaarsvooruitkijkstukken, de werkborrels, de basisschool die 38 keer vraagt of je komt helpen poetsen, ballen hangen, cakejes bakken, surprises knutselen, sintversiering ophangen, kerstversiering afhalen en natuurlijk bij de kerstkwek met alle duizend andere ouders glühwein proosten, elkaar aankijkend met ogen die inmiddels rondtollen als die van de slang Kaa in Jungle Book, en er intussen thuis nog het een en ander aan gezelligheden en boodschappen moet worden georganiseerd en o ja, Oud en Nieuw en vuurwerk, en o fuck ja kerstkaarten, nou doe maar alleen nieuwsjaarswensen dan - na zó'n maand van overspanning (en u herkent hier misschien een persoonlijke variant in), wordt zo'n lijstje opdreunen toch een beetje vergelijkbaar met die gelovigen in Zuid-Spanje die hun shirt openknippen en in een processie zichzelf bij elke stap met een gehaakte zweep tot bloedens toe op hun rug slaan: elke 'to do' op de lijst een venijnig zweepslagje. Je moet, je moet, je moet. VROLIJK ZIJN!! GEZOND ZIJN!!!! DUURZAAM ZIJN! BOOS ZIJN!!

De voornemens zijn nogal oneigenlijk van soort, de een zo Eerste-Wereld-Luxe-Problematisch dat je je algauw schaamt, en de ander zo onbevatbaar groot en gevoed uit oprechte zorg over de wereld dat je eigen bijdrage voelt als een druppel op een hete plaat. Voornemens buitelen over elkaar heen, sluiten elkaar nog net niet uit maar blijken in de praktijk toch geregeld moeilijk samen te realiseren en verworden binnen een paar dagen van hoopvolle punten aan de horizon tot een monsterlijk dreigende donderwolk boven je hoofd. Wat uiteindelijk vooral leidt tot een miserabel gevoel van falen. Slechts 10 procent van de voornemens die mensen in januari maken, haalt het tot december, meldde The New Scientist in januari.

Korte vinger-in-de-luchtanalyse: het meest ontspannen zijn we in september. De zomer heeft ons een beetje opgetild, mooier gemaakt, even bevrijd van wat elke dag opnieuw gaat zoals het gaat. We werden wakker toen onze ogen opengingen en niet toen commando wekker stond te loeien, we hebben weer eens een boek gelezen of een film in de open lucht gezien, of gewoon spontaan tot laat met vrienden in het gras zitten drinken. Goede reden om dan eens na te denken over wat zoal te verbeteren valt in je leven.

Maar er is meer. In september beginnen voor veel mensen nieuwe routines op werk en thuis. Een nieuw 'seizoen' begint, er is tijd geweest om na te denken over het vormgeven van dagelijkse taken; wanneer de e-mails bekijken, voortaan staand vergaderen, actieve dingen alleen 's ochtends, reactieve 's middags, etcetera. Wie kinderen heeft, ziet thuis een systeemverandering: ze gaan weer naar school en alle oude schema's van sportlessen en muziek, wie wie brengt en haalt en kookt en hoeveel televisie wordt gekeken, moeten opnieuw worden afgestemd.

Welk moment is nu beter om voornemens in praktijk om te zetten: januari of september?

Als het lukt los te komen van de routine, kunnen goede voornemens wortel schieten

De kern zit 'm in het loskomen van het totaal vanzelfsprekende. De routine die houvast geeft maar je ook behoorlijk kan vastgrijpen. Als het lukt daarvan los te komen, er even uit te stappen, is de grond omgespit en kunnen goede voornemens wortel schieten.

Sinds een jaar of vier, vijf beluister ik elk jaar - meestal na de zomervakantie - een speech die nogal indruk maakt over het gevolg van leven met routines en het gevaar te belanden in een wereldbeeld vol blinde zekerheden. Het is een geestige speech, getiteld This Is Water, waarin elke zin (echt elke, weet ik inmiddels) raak is, van de Amerikaanse schrijver David Foster Wallace (1962-2008). Hij hield hem in 2005 als toespraak aan de afgestudeerden van een universiteit in de VS, gericht tot de bijna ex-studenten 'die nog geen idee hebben wat dag in, dag uit betekent'.

Zonder ook maar een beetje te moraliseren vertelt hij ze dat het clichématige 'leren na te denken' dat studenten vaak horen over de academische opleiding, vooral inhoudt: leren te kiezen hóé je denkt. Hij begint met een parabel over twee jonge vissen die een wijze oude vis tegenkwamen die zei: 'Goedemorgen jongens, hoe is het water vandaag?' Waarop de ene jonge vis de andere aankijkt en zegt: wat in godsnaam is water?

Clou: de belangrijkste en meest vanzelfsprekende werkelijkheid is vaak ook het moeilijkst te zien en te bespreken. Er volgt een onovertroffen anekdote van hoe je, als je níet je best doet, op een dag in een routine kunt belanden waarbij je het idee krijgt dat alles en iedereen je de hele dag in de weg loopt: de kassajuffrouw en de schreeuwende moeder voor je in de rij, de asociale Hummer in de file met het christelijke visje boven de nummerplaat, de muzak in de supermarkt en het godvergeten naar links trekkende wieltje van de boodschappenkar. De natuurlijke stand van je hoofd, de defaultpositie, ziet alles vanuit jouw belang.

Automatisch denken is denken met jezelf als centrum van het universum, wiens onmiddellijke behoeften dienen te worden bevredigd. Als routine, verveling, het dag in, dag uit en jaar in, jaar uit-gevoel dan toeslaat, kan alles persoonlijk worden ervaren als oneerlijk. Dat is waar het kiezen om de hoek komt kijken, zegt Foster Wallace. Jij hebt in je macht waar je waarde en betekenis aan hecht. Waar je aandacht aan geeft en je hoofd mee vult. Wat je aanbidt: god, geld, schoonheid, intellect, status, solidariteit, identiteit. Jij kunt ervoor kiezen het perspectief te verschuiven.

Iederéén is verveeld, gefrustreerd en in routine verzonken en misschien wel erger en met dus meer gegronde reden om voor te dringen.

De kostbaarste vrijheid, zegt Foster Wallace, is die: bewust beslissen wat je denkt en ziet. Bewustzijn van wat echt is en prioriteit verdient. We moeten ons blijven realiseren: dit is water.

Dagdromen heeft nut; het helpt herinneringen te verwerken, ideeën te ontwikkelen en te plannen

De les wint nog elk jaar aan relevantie. Niet alleen doordat de routine-ervaring groeit, maar ook doordat de afleiding van technologie en media steeds dwingender wordt en omdat algoritmen almaar meer ons wereldbeeld bevestigen en ons in een zelfbevestigende groef duwen. Het is een cliché en dus waar: concentratie en aandacht behoren in deze tijd tot de meest op de proef gestelde persoonlijke vaardigheden. Er is niet 'gewoon' veel keuzevrijheid; onze aandacht en concentratie worden actief geroofd door slimme technologie en apps, reclame en (social) media. Dat is een reëel gevaar, dat gaandeweg macht over je leven kan krijgen. Kiezen wat je ziet en niet ziet, wordt daarom steeds belangrijker.

Maar hoe waar te maken wat je eigenlijk allang wilde? Voornemens zijn meestal inkoppertjes; je weet het hele jaar al dat het beter zou moeten. Er is veel onderzoek gedaan naar gedragsverandering. Twee economen van Harvard hebben een website opgezet waarbij een 'incentive'-model je helpt voornemens te realiseren: stickk.com. Ook zij adviseren trouwens een ander moment in het jaar om te starten: augustus, vanwege de nieuwe start van routines.

In september beginnen voor veel mensen nieuwe routines op werk en thuis. Een nieuw 'seizoen' begint

Stickk werkt op basis van twee uitgangspunten in gedragsleer: mensen willen geen geld verliezen, en mensen gedragen zich beter als anderen meekijken. Mensen kunnen op de site een openbaar 'contract' aangaan om hun voornemens waar te maken. Ze formuleren hun doelen en een tijdpad, en zetten geld in op het behalen ervan. Lukt dat niet, dan gaat het geld naar een zelfgekozen 'antiliefdadigheidsdoel', een doel waar je je geld juist níét heen wilt brengen, of het nou de wapenlobby is of het jaarlijkse schlagerfestival in je dorp.


De beste manier om voornemens te laten slagen is, volgens de laatste onderzoeken, niet door wilskracht te beschouwen als 'een soort spier' die te trainen is - zoals jarenlang de heersende opvatting was - en doelen in een verre toekomst zetten. Wilskracht is een nooit aangetoond abstract concept. Beter kun je, zeggen gedragspsychologen, je doelen opbreken in kleine, concrete stappen. Niet 'ik wil fit worden' maar 'ik ga op donderdagavond sportlessen volgen'. Nog beter is niet het abstracte doel (fit worden) voor ogen te houden, maar te zorgen dat de verwezenlijking van dat doel (de donderdagavondles) zo prettig is dat je er volgende week weer zin in hebt, en de week erna, én daarna, totdat je - tadááá - ineens zonder hijgen achter de tram aan holt. Dus zoek een vriend om mee samen te gaan (ook goed voor die peer pressure) en kies iets wat leuk is om te doen. Word je blij van dansen? Zoek iets met muziek. Word je blij van andere mensen? Zoek een teamsport.

Dat opbreken in stapjes is makkelijker te plannen in september. Professor in de psychologie John Norcross van de Universiteit van Pennsylvania heeft er een paar tips bij. In zijn boek Changeology (2012) staan er drie voor een duurzame gedragsverandering. Ten eerste: houd je vooruitgang bij. Zien is geloven en van zichtbare vooruitgang wordt iedereen gemotiveerd door te gaan. Ten tweede: pas je omgeving aan. Geen plastic tassen in huis, maar duurzame vervangers. Geen suiker/vet/plofkip, afhankelijk van je doel. Als slecht nieuws je aangrijpt, lees dan minder. Als je je onrecht aantrekt, kijk dan alleen op Twitter als je echt tijd hebt erbij stil te staan en een bijdrage te formuleren. Zo maak je slagen minder afhankelijk van 'wilskracht'. Tot slot, zegt Norcross: verwacht dat het misgaat. Beter leven is een proces.

Als je je voorneemt met meer aandacht te leven, komt het toch hier op neer: begin met negeren en de rest volgt. Zet bijvoorbeeld een bakje bij de voordeur waar, thuisgekomen, iedereen zijn telefoon in gooit, die pas weer mag worden gepakt na het eten. Gooi social media van je telefoon of juist je mail, of beide. Maak een schema van schermtijden of schermdagen en niet-schermdagen - wij hadden dit al jaren voor de kinderen, maar pas sinds zij ons erop wezen dat wij wél altijd op onze telefoons zaten, houden wij ouders ons er ook aan (en ook dat blijkt een procesje, hoor).

Een voorbeeld van een Bullet Journal.Beeld Boho Berry

Er is goed nieuws voor wie van vrije, zwevende gedachten houdt én een extra reden de voornemens naar september te verschuiven: dagdromen helpt de concentratie. Dat meldde The New Scientist in mei. Dat dagdromen goed was voor de creativiteit, wisten we al. Maar nu hebben wetenschappers ontdekt dat een bepaalde mate van bewust dagdromen efficiënt is voor concentratie. Het hoofd dagdroomt liever dan dat het focust. Dagdromen heeft nut; het helpt herinneringen te verwerken, ideeën te ontwikkelen en te plannen. Als mensen opzettelijk dagdromen, houden ze controle over hun geest en kan het de concentratie ten goede komen. Een verkrampt hoofd kan immers moeilijk veranderen.

Dat is misschien wel het grootste voordeel: in januari legt men zichzelf voornemens op, in september komt het van binnenuit. In de vrijheid en relatieve rust van de zomer ontstaat een intrinsieke motivatie dingen anders te gaan doen. Precies op het juiste moment om ermee te beginnen. Met écht frisse moed en een milde houding naar jezelf.