Ben jij ook een sluikstorter?

Louis van Dievel, schrijver en journalist, kijkt elke week met zijn eigenzinnige blik naar mens en maatschappij. Deze week slentert hij tussen fraaie en spuuglelijke landhuizen.

opinie
Louis van Dievel
Louis van Dievel is schrijver en journalist. Hij was journalist bij VRT NWS.

Het is een houten zitbank in een villawijk. Het is er aangenaam toeven voor de wandelaar die fraaie en spuuglelijke landhuizen komt spotten. Naast de bank staat een vuilnisbak. Aan de vuilnisbak hangt een mededeling van de gemeente. Als de vuilnisbak nog een keer volgepropt met volgepoepte pampers wordt aangetroffen, verdwijnt de vuilnisbak, leest het plakkaat. 

Hetzelfde plakkaat hangt bij zitbanken die midden tussen de velden staan. Of in een open plek in een bos. Of aan de rand van het sportterein. Iemand rijdt ‘ snachts rond in de gemeente om ongezien kakpampers te deponeren in vuilnisbakken die voor bananenschillen en doosjes Fristi bedoeld zijn. Veel vuilnisbakken naast gemeentelijke zitbanken zijn inmiddels weggehaald. Niet dat het helpt. Overal worden kleine storten groot.

Speelpleintje

Het is een speelpleintje tussen de bomen. Er staat een houten tafel annex zitbank. Overdag schommelen er kleuters en sjezen wat grotere kinderen via een katrol van een zandheuvel af. Als het donker wordt nemen zestienjarigen het wat verscholen hoekje over en waaien de wietdampen je tegemoet. Tja, hoe was ik zelf op die leeftijd. En wie zonder zonde is werpe de eerste steen, nietwaar? Maar niet de wiet is het probleem. Of de onvermijdelijke gettoblaster.

Het probleem zijn de grote plastic flessen cola en de plastic zakjes en vetpapieren van de frituur wat verderop die de blowers achterlaten. Gewoon op het gras, gewoon in de modder. Er staat nochtans een vuilnisbak en die is zelden vol. ’s Ochtends is het een stort dat door gemeentearbeiders moet worden opgeruimd. Op een dag is de houten tafel verdwenen. Ze was in de fik gestoken. De frieten worden nu rechtstaand gegeten. 

Perron

Het is een schuilhuisje op het perron van het lokale treinstation. Op de betonnen vloer liggen lege bierblikjes, plastic bakjes van de Chinees en de onvermijdelijke vetpapieren van pakken friet. Reclamebladen en gratis kranten. Peuken en lege sigarettendoosjes. Glasscherven. Heel soms een naald. Op de sporen is het aleen even grote rotzooi.

Er staan nochtans uitnodigende vuilnisbakken die geregeld worden geleegd of gelicht, zo u wenst. Het is allemaal verloren moeite. Die vuilnisbakken staan er voor nop.

Ik moet iets bekennen. Ik heb vroeger eens een diepvrieskip die ver over datum was op de sporen gelegd om te kijken wat ervan overbleef na het passeren van de trein. Een interessant experiment, overigens.

Maar voorts gedraag ik me min of meer voorbeeldig. Gooi ik niets zomaar op de grond. Ook al jeukt soms de papieren zakdoek tussen mijn vingers. Of de wikkel van de Bounty. Of weet ik niet goed blijf met de ongewenste reclamebijlage van de krant.

U mag mij gerust een ouwe zeur vinden (en noemen). Misschien hebt u wel gelijk. Het kan mij niet schelen.

Maar ik wacht tot ik een vuilnisbak vind. Ik heb dat zo geleerd.  Echt waar. Het is mij zo bijgebracht. U mag mij gerust een ouwe zeur vinden (en noemen). Misschien hebt u wel gelijk. Het kan mij niet schelen.

Het is de achteloosheid waarmee mensen de straat, het publieke domein als vuilnisbak gebruiken die me fascineert. Ergert ook. Maar vooral fascineert. Omdat ik het niet begrijp.

De nonchalance waarmee nog brandende sigaretten in de goot worden getitst of op de stoeprand worden uitgetrapt, maar evengoed worden worden weggegooid. Waar moet je anders met je sigaret blijven?

De gotspe waarmee automobilisten de asbak van hun wagen ledigen via het raampje. En in een moeite door de koffiebekertjes dumpen die ze in het benzinestation hebben gekocht.

De arrogantie waarmee mensen je een middenvinger tonen als je ze aanspreekt op sluikstorten. 

Ik vind mensen die op straat spuwen vies, verschrikkelijk vies. Het lijkt nochtans een gewoonte die aan populariteit wint in de stad die ik wel eens bezoek. Maar mensen die met peuken strooien, of hun hond op de stoep laten kakken, of hun petflesjes lachend over hun schouder gooien, vind ik even erg. Net zoals de straffeloosheid waarmee ze dat doen.

En de arrogantie waarmee ze je een middenvinger tonen als je ze erop aanspreekt. Want ik ben een ouwe zeur. En dat is wat ouwe zeuren doen: de mensen lastig vallen.

----

VRT Nieuws wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen