Direct naar artikelinhoud
Op zoek naar Palestina

Een vuile oorlog voor zuiver water: "Daar liggen de zwembaden, en wij leven in een woestijn"

Een bedoeïenendorp vlak bij de neder­zetting Maale Adumim. De water­tekorten zijn hier extreem, terwijl veel kolonisten eigen zwembaden hebben.Beeld AFP

De spanningen tussen Israël en Palestina hebben veel te maken met de meest kostbare grondstof van de regio: water. "De Oslo-akkoorden stelden dat er in 2000 een akkoord moest zijn over de verdeling van de bronnen. Twintig jaar later heeft Israël nog steeds alles in handen."

Hoewel hij zacht praat en helemaal niet wil opvallen, straalt ingenieur Nael Ali Ahmad persoonlijkheid uit. In Palestina noemen ze hem de waterstrijder; omdat hij als ingenieur voor de Palestijnse Autoriteit al jaren ijvert om zijn bevolking van een minimale hoeveelheid drinkbaar water te voorzien.

Enkele jaren geleden stapte Ahmad tijdens een plechtigheid boos op de Palestijnse president Mahmoud Abbas af omdat die volgens hem te weinig lef had om met de Israëlische premier Benjamin Netanyahu over de watervoorraden te onderhandelen. De omstaanders dachten dat Ahmad stante pede ontslagen zou worden, maar Abbas was onder de indruk en enkele weken later kreeg de Palestijnse Autoriteit voor de allereerste keer toestemming om vier bronnen aan te boren.

Uitzettingsbevel

Nael Ali Ahmad ligt ook voortdurend overhoop met de Israëlische militaire autoriteiten over de bouw van een waterzuiveringsinstallatie nabij Tubas, een stad in het noorden van de Westelijke Jordaanoever. “Werkelijk alles hebben ze gedaan om ons hier weg te pesten. We waren al met de bouw van onze installatie begonnen toen de Israëliërs me kwamen vertellen dat ik het hele project ‘om veiligheidsredenen’ vijftig meter moest opschuiven. Dat betekende niet enkel dat we alles moesten afbreken, maar ook dat we een berg van 70.000 kubieke meter moesten afgraven vooraleer we de bouwwerken konden hervatten. Maar kijk eens achter mij…” 

Hij wijst naar zijn bijna voltooide installatie: “Het is ons toch maar gelukt. Binnenkort vangen we hier het afvalwater van deze regio op, dat we na zuivering opnieuw voor de landbouw kunnen gebruiken.”

'Weet u, wij zijn niet eens veeleisend. Ik begrijp dat dit een droge regio is en dat de Palestijnen op korte termijn niet evenveel kunnen gebruiken als de Israëliërs. Maar ik wil wel dat mijn volk een menswaardig leven kan leiden'
Ingenieur Nael Ali Ahmad

Maar de ingenieur geeft toe dat hij tegen een enorme macht moet opboksen. “Tussen Israël en Palestina is al jaren een ongelijke strijd voor water aan de gang. Toen in de jaren negentig de vredesverdragen van Oslo werden gesloten, was er geen akkoord over de verdeling van de waterbronnen. Die kwestie moest tegen het jaar 2000 uitgeklaard zijn. Maar we zijn nu bijna twintig jaar later en Israël heeft nog steeds de controle over bijna alle waterbronnen.”

Ahmad verwijst naar internationale onderzoeken waaruit blijkt dat de gemiddelde Palestijnse waterconsumptie amper 70 liter per persoon per dag bedraagt, ruim onder het minimum van 100 liter die de Wereldgezondheidsorganisatie voorschrijft. De Israëlische consumptie bedraagt ongeveer 300 liter per dag. 

Ahmad: “Weet u, wij zijn niet eens veeleisend. Ik begrijp dat dit een droge regio is en dat de Palestijnen op korte termijn niet evenveel kunnen gebruiken als de Israëliërs. Maar ik wil wel dat mijn volk een menswaardig leven kan leiden: 100 à 150 liter per dag, dat is mijn droom.”

Uitzettingsbevel
Beeld AFP

Zwembad en woestijn

De impact van het waterprobleem doet zich in alle dorpen en steden van de Westelijke Jordaanoever voelen, maar in de bedoeïenendorpen zijn de tekorten extreem. Volgens de bewoners is de wateroorlog de belangrijkste reden waarom de Israëlische overheid hun dorpen wil vernietigen. Allen Daraghmeh, dorpshoofd van de Al Farsiah-gemeenschap nabij Turban: “Wij leven in een gebied met veel waterbronnen en de Israëlische overheid wil die niet met ons delen. Om de volledige controle over het water in handen te krijgen, gaat ze nog een stap verder: we ontvingen een uitzettingsbevel, wat erop neerkomt dat het Israëlische leger onze dorpen op elk moment kan vernietigen. Hier woedt een vuile oorlog voor zuiver water.”

'Ik moet vaststellen dat de internationale gemeenschap zo goed als niets doet om de Israëlische nederzettingenpolitiek met sancties tegen te houden'
Jad Isaac (Applied Research Institute in Ramallah)

Volgens Daraghmeh komt de waterstrijd in een nieuwe fase omdat enkele nabijgelegen Israëlische nederzettingen – volgens het internationale recht illegaal – steeds meer behoefte hebben aan water. “Kijkt u eens naar die nederzetting ginds. Overal zie je groen: bomen, planten, bloemen. Sommige kolonisten hebben zelfs een zwembad. Terwijl wij hier in een soort woestijn leven.”

Dat de kolonisten in de omstreden Israëlische nederzettingen bijzonder veel water verbruiken, bevestigt ook Jad Isaac, directeur-generaal van het Applied Research Institute in Ramallah. Isaac houdt al jaren de groei van de nederzettingen en het waterverbruik in de gaten en maakt daarbij onder andere gebruik van satellietfoto’s. “Weet u hoeveel zwembaden er in de illegale nederzettingen zijn? Exact 885. Ook het feit dat de mooi aangelegde tuinen in de nederzettingen letterlijk enorme waterhoeveelheden opzuigen, betekent een grote verkwisting. Helaas moet ik vaststellen dat de internationale gemeenschap zo goed als niets doet om de Israëlische nederzettingenpolitiek met sancties tegen te houden. Zeker nu niet: we leven in een Trump-wereld waar Netanyahu zich alles kan veroorloven.”

Zwembad en woestijn
Beeld AFP

Nieuwe intifada?

Even later is Isaacs Trump-opmerking onderwerp van gesprek tijdens een diner met enkele Palestijnse journalisten en ngo-medewerkers. Een aantal van hen doet een poging tot empathie met de Israëlische overheid. “Ze voelen zich omsingeld door miljoenen Arabieren, van wie een behoorlijk deel het bestaansrecht van Israël ontkent. Dat Israël op zijn hoede is, kan ik begrijpen. Maar het is toch niet door de Palestijnen uit te drogen dat de frustratie en boosheid zullen verdwijnen. Zo zal het toch nooit goed komen.”

Een internationale diplomaat zegt ongeveer hetzelfde: “Israël denkt dat het zijn veiligheid in z’n eentje kan organiseren door de Palestijnen militair te onderdrukken. Maar zo creëer je nog meer conflictstof. Veiligheid organiseer je samen met je buurlanden. Pas als jouw buur zich veilig voelt, ben je zelf veilig.”

Enkele jonge Palestijnse vrouwen volgen zwijgzaam het gesprek. Pas aan het einde van de avond geven ze hun mening. “Eerlijk, we weten niet wat we moeten doen. De Israëlische bezetting wordt met de dag harder en dan kun je eigenlijk niet anders dan opnieuw in opstand komen – een nieuwe intifada. Maar wat levert dat op? Nog meer geweld. Nog meer wraak. Een politieke oplossing lijkt al even onmogelijk. Israël werkt allang niet meer mee aan een tweestaten-oplossing waardoor Palestina volledig onafhankelijk wordt. Echt, als jonge Palestijnen weten we niet wat te doen om een betere toekomst te bewerkstelligen. We zitten vast.”

Morgen (slot): interview met Simona Frankel, de Israëlische ambassadeur in België.