Korpschef Brusselse politie: ‘We betreuren de eenzijdige lezing van het rapport’

Rellen in Brussel op 15 november 2017 © Belga

Michel Goovaerts, korpschef van de politie Brussels Hoofdstad Elsene, betreurt ‘de eenzijdige lezing van het rapport van de Algemene Inspectie’ door minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). Dat laat de korpschef mede in naam van de Brusselse burgemeester Philippe Close en zijn collega’s Brusselse korspchefs weten.

‘We waren verrast en hadden de indruk dat we een ander verslag gekregen hebben. We betreuren het dat het een eenzijdige lezing is, waar enkel de negatieve punten uitgehaald worden’, opent korpschef Michel Goovaerts.

Minister Jan Jambon gaf in zijn feitelijke verklaring van het rapport van de Algemene Inspectie (AIG) mee dat de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene niet voorbereid is op rellen en er een commandocentrum ontbreekt. ‘Wij hebben 24 op 24 en 7 op 7 een peloton klaar om mogelijk tussen te komen, zowel voor betogingen als voor het begin van rellen’, stelt korpschef Goovaerts.

‘Wij leiden hier specifiek mensen voor op en zijn bovendien de enige politiezone in het land die dat heeft, maar daar besteedt de minister geen aandacht aan. En er is altijd een officier van de bestuurlijke politie aan de leiding van de eenheid’, klinkt het.

Het gebrek aan communicatie over de rellen ziet de Brusselse korpschef niet als een probleem dat enkel bij zijn politiezone ligt, want geen enkele zone in België luidde de alarmbel. ‘Dat is ook de verantwoordelijkheid van de administratieve directie van de federale politie’, klinkt het.

Er was veel commentaar van Brusselaars en politici op het trage optreden tijdens de plunderingen. Minister Jambon vertelde dat het politiereglement stelt dat er moet tussengekomen worden bij vernielingen. ‘Het is een operationele afweging die je maakt in functie van opportuniteit en capaciteit die je hebt. De minister gaat te kort door de bocht door te zeggen dat je in alle situaties kan tussenkomen’, aldus korpschef Goovaerts.

Dat sommige politiezones hulp boden, maar niet gebruikt werden, weerlegt de korpschef. Al klopt het wel dat ze niet allemaal werden ingezet bij de rellen. De meeste Brusselse korpsen die later aankwamen, werden gebruikt om te patrouilleren. De weliswaar late aanwezigheid van de Antwerpse politie, ziet korpschef Goovaerts als een punt van solidariteit en niet als een negatief punt. ‘De politiemensen van Antwerpen zijn gestuurd door de federale politie. Het is een reflex dat er een bepaalde solidariteit is tussen de zones, ongeacht of ze uit Wallonië, Vlaanderen of Brussel komen. Als Antwerpen een probleem heeft gaan wij ook helpen.’

Dat de politie Brussel-Zuid niet ingreep op de Lemonnierlaan is het gevolg van meerdere redenen. Zo waren er op hun grondgebied enkele incidenten en was het vanuit hun positie onmogelijk om tussen de honderden relschoppers tot aan de winkels en brandende wagens te raken. De Brusselse korpschef gaf wel toe dat er te weinig gebruikt gemaakt wordt van informatie via de sociale media. Die middelen zijn er niet bij de Brusselse politie, maar daarin kan volgens Goovaerts ook de federale politie een rol spelen.

Partner Content