Peeters oplossing is hard, maar duidelijk. Landen en hun luchthavens moeten een limiet krijgen wat aantal vluchten betreft. Dan zouden de ticketprijzen enorm stijgen. “Een retourtje Barcelona zou van 100 euro nu naar 600 euro of meer gaan. Korte afstanden afleggen met ander vervoer wordt dan logischer. Even voor een pilsje naar Praag met het vliegtuig is er straks niet meer bij”, zegt Peeters, lector duurzame luchtvaart aan toerismehogeschool NHTV, aan het Algemeen Dagblad.

“Geen thuiszitscenario”

Die logica zou ervoor zorgen dat heel wat mensen minder het vliegtuig kunnen nemen, wat geen populaire mening zal zijn. Volgens Peeters is er echter geen probleem en kunnen mensen met een gerust hart blijven reizen. “Het is echt geen thuiszitscenario. Je kunt terwijl je minder vliegt óók mooie plekken bezoeken. Is Australië nu echt zoveel mooier dan de Alpen?”

“Door mijn oplossing in te voeren creëer je schaarste, en hou je een groter deel van het geld in de sector’’, legt Peeters uit. “Beperkingen klinken misschien extreem, maar zijn niet nieuw: Schiphol mag nu al niet doorgroeien vanwege geluidsoverlast. De inperking die ik voorstel moet alleen wel wereldwijd worden ingevoerd. Reizigers kunnen anders uitwijken naar goedkopere luchthavens.’’

“Onvoldoende maatregelen”

Vliegtuigen hebben van alle vervoersmiddelen de grootste impact op het klimaat door hun CO2-uitstoot. Hoe meer mensen reizen, hoe slechter de situatie voor het klimaat. “In het jaar 2100 vliegt de wereldbevolking negen keer zo veel kilometers als in 2015, en over dezelfde periode verdubbelt de gemiddelde reisafstand van alle toeristische reizen”, zo rekent Peeters uit.

Er zijn al een aantal maatregelen uitgedacht om het wereldwijde toerisme minder belastend voor het milieu te maken, maar die zijn onvoldoende volgens Peeters. “We verwachten te veel van technologische ontwikkelingen, maar die kunnen de groei van het aantal reizen en vluchten nooit compenseren.”