Wat nu? Wil de wereld oorlogsmisdadigers blijven vervolgen?

VRT-journalist Stefan Blommaert heeft de gruwelijke oorlog in Joegoeslavië destijds van nabij gevolgd. Hij maakte ook verslagen over het Joegoeslaviëtribunaal dat vandaag stopt. Wat nu? Zal de wereld nieuwe oorlogsmisdadigers, zoals mogelijk de Syrische president Assad, vervolgen of niet meer?

analyse
Analyse

Bejaarde oorlogsmisdadigers van nabij bekijken, het heeft iets ontluisterends. Je ziet het gezicht van oude mannen, goedige opa’s zouden het kunnen zijn, en zonder voorkennis heb je de neiging er wat medelijden mee te hebben, zo machteloos als ze erbij zitten, tussen hun bewakers, recht tegenover hun aanklagers.

Maar je weet wat ze op hun kerfstok hebben, je kent de aanklachten die tegen hen worden ingebracht. Als je naar hen kijkt, denk je terug aan de oorlogen, aan de slachtoffers. Vele keren heb ik in de publiekszaal van het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag gezeten, op amper enkele meter verwijderd van Slobodan Milosevic (foto hierboven), Radovan Karadzic (hieronder) of Ratko Mladic. 

Bij het vonnis van die laatste, Ratko Mladic (coverfoto en hiernaast) ook vanmorgen weer: de oorlog in het gelaat, je moet ernaar zoeken.

Het ICTY, zoals het Joegoslaviëtribunaal officieel heet – in het Nederlands het Internationaal Strafrechtelijk Tribunaal voor ex-Joegoslavië, heeft als verdienste dat het de misdaden tot in de kleinste details voorlegt en ontleedt, de bewijslast analyseert, en ervoor zorgt dat de schuldige een correcte strafmaat krijgt. 

Dat is nodig, zo heette het bij de oprichting van het ICTY 24 jaar geleden, om straffeloosheid voor criminele feiten in oorlogsomstandigheden te voorkomen.

En ook om de slachtoffers een gevoel van afsluiting te kunnen geven.

De gruwel van de oorlog in Bosnië-Herzegovina was zo groot en zo systematisch dat de Verenigde Naties er zich mee waren gaan bezighouden. Het ging immers om crimes against humanity, en dat kan worden vertaald als misdaden tegen de mensheid.

Een aanfluiting voor onze soort.

Het Tribunaal ging in 1993 van start in volle oorlog, het conflict in Bosnië-Herzegovina begon in 1992 en eindigde pas met het Verdrag van Dayton, in december 1995. Men ging ervan uit dat de omstandigheden in de regio niet geschikt waren om oorlogsmisdadigers ter plaatse te berechten, als die überhaupt al zouden worden vervolgd en gearresteerd. Ook de onafhankelijkheid van plaatselijke rechtbanken en de eerlijkheid van lokale processen werden in vraag gesteld.

Bejaarde oorlogsmisdadigers van nabij bekijken, het heeft iets ontluisterends. Je ziet het gezicht van oude mannen, goedige opa’s zouden het kunnen zijn 

Een van hen, voormalig Servisch president Slobodan Milosevic, was de eerste "dikke vis" voor het ICTY, dat tijdens de jaren 90 vrijwel uitsluitend relatief kleine garnalen had berecht. Milosevic werd door een volksopstand in oktober 2000 aan de kant geschoven, en een half jaar later gearresteerd en overgedragen aan het Tribunaal.

Tegen de Servische leider waren er niet minder dan 66 aanklachten, zijn proces ging over oorlogsmisdaden in Kroatië, Bosnië en Kosovo (1998-1999).

Milosevic, die jurist was van opleiding, weigerde een advocaat te nemen en verdedigde aanvankelijk zichzelf op zijn proces. Ook hij ging van leer tegen het bestaansrecht van het Tribunaal, maar zijn argumenten werden verworpen, onder meer op basis van de besluiten in de zaak van Dusko Tadic.

Het proces tegen Milosevic sleepte eindeloos aan, en nog voor een vonnis werd uitgesproken, overleed de voormalige Servische leider in zijn cel aan een hartaanval, in 2006. 

Complottheorieën waren onvermijdelijk, veel van zijn aanhangers beweerden dat hij werd vermoord. In kringen van nationalistische Serviërs gaat het ICTY overigens gewoon door voor een anti-Servisch instituut. Het grote aantal Servische beklaagden in vergelijking met het kleine aantal Kroaten, Bosnische moslims en (later) Albanese Kosovaren zou daarvoor het bewijs zijn.

Het tegenargument van het Tribunaal is dat er simpelweg meer oorlogsmisdaden werden gepleegd  door Servische (para)militairen en politici tijdens de verschillende oorlogen in voormalig Joegoslavië, en dat niet-Servische beklaagden op een even strenge en juridisch correcte manier beoordeeld worden als Serviërs.

Opvallend overigens was dat de omstreden extreem-nationalistische Servische politicus Vojislav Seselj, die voor het ICTY terechtstond wegens opruiing tegen niet-Servische bevolkingsgroepen, vorig jaar werd vrijgesproken voor oorlogsmisdaden, bij gebrek aan bewijs van rechtstreekse betrokkenheid. De openbare aanklager gaat wel in beroep tegen dit vonnis.

Het Joegoslaviëtribunaal kan een indrukwekkend palmares voorleggen. Het heeft 161 mensen aangeklaagd, en die zijn uiteindelijk – soms na een moeizame zoektocht – allemaal voor de rechter verschenen.

Van de zaken die werden afgehandeld, waren er 84 veroordelingen en 18 vrijspraken. Voor enkele tientallen anderen werden de aanklachten ingetrokken, of ze overleden voor of tijdens het proces.

Duizenden getuigen kwamen hun verhaal vertellen. Voor velen was dat niet zomaar een verhaal, maar ging het om de stem van het slachtoffer, dat zo vaak wordt vergeten in de oorlogsgeschiedenis. Aanklagers en verdedigers kregen de kans om hun interpretatie van de gebeurtenissen te geven.

Met het vonnis in de zaak-Mladic vandaag valt het doek over het Joegoslaviëtribunaal. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat dat al in 2010 zou gebeuren, maar de late arrestaties van belangrijke beklaagden zoals Karadzic en Mladic hebben voor uitstel gezorgd. Eind december gaan de deuren van het ICTY definitief dicht, de zaken in beroep zullen worden behandeld door het zogenoemde Internationaal Restmechanisme voor Straftribunalen, een strafhof van de VN dat moet zorgen voor de afwikkeling van procedures die werden ingezet door het Joegoslaviëtribunaal en dat van Arusha over Rwanda. 

Duizenden getuigen kwamen hun verhaal vertellen. Voor velen was dat niet zomaar een verhaal, maar ging het om de stem van het slachtoffer, dat zo vaak wordt vergeten in de oorlogsgeschiedenis

De vraag die nu cruciaal is gaat over de toekomst. Wat moet er gebeuren met gruweldaden zoals die in Kroatië, Bosnië of Kosovo?

Want het Joegoslaviëtribunaal heeft er wel voor gezorgd dat er geen straffeloosheid kwam voor oorlogsmisdadigers in de regio, maar het kon niet voorkomen dat soortgelijke misdaden zich elders in de wereld voordeden, ook lang na het einde van de oorlogen op de Balkan. Recent hoeven we maar te denken aan Syrië, of aan het lot van de Rohingya in Myanmar.

In 2002 werd in Den Haag al een Internationaal Strafhof opgericht, het ICC, dat naar analogie van het ICTY en het Arushatribunaal voor Rwanda processen mogelijk maakt rond genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid, waar ook ter wereld. 124 landen hebben het oprichtingsverdrag geratificeerd, waaronder België en de andere EU-landen. Het ICC heeft tot nu toe vooral zaken over Afrika behandeld.

Het nieuwe Internationaal Strafhof stuit op nationale en geopolitieke  belangen

Maar het Internationaal Strafhof stuit op nationale en geopolitieke  belangen. De Verenigde Staten, Rusland en veel Arabische landen wringen tegen. Moskou heeft zich vorig jaar zelfs teruggetrokken uit het hof, na uitspraken van het ICC over Oekraïne.

Misschien moeten er in de toekomst voor uitvoerig en duidelijk gedocumenteerde oorlogsmisdaden zoals in Syrië of in andere conflicten dan ook ad-hoctribunalen vergelijkbaar met het ICTY worden opgericht.

Zoals Milosevic of Karadzic of Mladic uiteindelijk voor een rechter in Den Haag moesten verschijnen – lange tijd werd dat door velen onwaarschijnlijk geacht – zo moet het ook mogelijk zijn om figuren als Assad ter verantwoording te roepen. Want een land waar straffeloosheid voortwoekert en waar slachtoffers zonder stem en zonder rechten blijven, daar kan nooit enige hoop zijn op een permanente en duurzame vrede.  

Meest gelezen