Belgen, en dan zeker vrouwen, hebben weinig vertrouwen dat ze werk zullen vinden

De Belg heeft betrekkelijk weinig vertrouwen om werk te vinden of van werk te kunnen veranderen. Dat blijkt uit een bevraging van uitzendbedrijf Randstad. Economisch gaat het nochtans beter, het aantal vacatures gaat in stijgende lijn, en logischerwijze daalt ook de werkloosheid. Het vertrouwen spoort dus niet met de realiteit. Hoe komt dat? En waarom zijn vrouwen nog pessimistischer dan mannen?

De arbeidsmarkt is in goeden doen de laatste tijd, zo goed zelfs dat arbeidsmarktspecialisten verwacht hadden dat het vertrouwen dicht in de buurt van de vorige hoogconjunctuur zou liggen in 2007. Maar dat valt tegen. Er zijn amper meer optimisten dan pessimisten als het gaat over de kansen op werk.

“Het vertrouwen in de arbeidsmarkt ligt een stuk lager dan tien jaar geleden”, zegt Jan Denys van Randstad. “Nochtans zijn de economische situaties vergelijkbaar: de werkloosheidscijfers zijn bijna dezelfde (7,2% nu, 7,5% in 2007), en net als in 2007 zijn de vooruitzichten ook nu positief.”

Waarom is er dan vandaag minder vertrouwen in het vinden van een (andere) baan? Jan Denys ziet twee mogelijke verklaringen: “Er is de angst voor de globalisering. Mensen zijn bang dat hun banen meer en meer verdwijnen uit België, of dat België niet meer aantrekkelijk is voor investeerders, omdat andere landen goedkoper zijn.

Ten tweede is er de digitalisering en robotisering. “Mensen zijn bang dat robots hun baan overbodig zullen maken. In beide gevallen – globalisering en digitalisering – gaat het grotendeels om percepties die helemaal niet door de feiten worden bevestigd.“

Vrouwen zijn nog pessimistischer (en dat zou niet mogen)

Ook opvallend: vrouwen zijn nog een stuk pessimistischer dan mannen over hun kansen op de arbeidsmarkt. Nochtans ligt de werkloosheid bij vrouwen vandaag  iets lager dan bij mannen. Jan Denys: “Ik denk dat de vrouwen de historische erfenis van achterstelling op de arbeidsmarkt nog niet hebben afgeworpen. Vrouwen waren vroeger veel meer werkloos en dat is blijkbaar nog blijven hangen. Dan is het logisch dat ze minder vertrouwen hebben om een baan te vinden of van werk te veranderen. Hoewel dat dus niet meer klopt met de realiteit.”

De andere verschillen tussen de subgroepen blijven, zoals verwacht, bestaan. Nederlandstaligen blijven veel positiever dan Franstaligen, en jongeren zijn positiever dan 45-plussers. Dat laatste verschil is wel kleiner dan verwacht. 

De cijfers zijn niet onschuldig, zegt Jan Denys: “Een mogelijk effect van dat gebrek aan vertrouwen is dat de vrijwillige mobiliteit van werknemers wordt afgeremd. Ander onderzoek lijkt dat ook te bevestigen. En dat is niet zo goed voor de globale werking van onze arbeidsmarkt en kan ook negatief inwerken op innovatie en productiviteit.”

Meest gelezen