Het creatieve lab van Lennert Coorevits (de helft van Compact Disk Dummies): “Stel: ik moet morgen een opera klaar hebben, dan ga ik ervoor”

Lennert Coorevits is zanger en tekstschrijver van electropunkgroep Compact Disk Dummies. Samen met broer Janus won hij in 2012 Humo’s Rock Rally, ze waren toen 19 en 17 jaar oud. Het creatieve lab van Lennert gaat pas open na de middag, maar het kan wel een stuk in de nacht doorgaan. Elk optreden van Compact Disk Dummies is gegarandeerd dansen tot je erbij neervalt. Wist je dat de inspiratie voor hun muziek dikwijls gewoon op de fiets komt?

Lennert, wanneer begint een doorsnee dag voor jou?

Een ideale dag ziet er zo uit: opstaan rond halftien, tien uur, en wakker worden met filmpjes van YouTube, live optredens van in de jaren 70, filmreviews, tot filmpjes van mensen die op hun gezicht gaan, dwaze of coole filmpjes.

Is dat echt het eerste wat je doet?

Meestal wel, in bed ook nog. Dan ontbijten, op het gemak koffie zetten. Ik begin maar echt productief te worden rond elf uur. ’s Middags iets eten. Tenzij als we moeten optreden, dan ben ik al van rond de middag op de baan. Nu ben ik bezig met een project als acteur, in Antwerpen. Dan zijn dat dagen van zeven uur ’s ochtends tot vijf uur ’s avonds. Dat is totaal iets anders. Maar op andere dagen begin ik rond één, twee uur aan mijn projecten te werken. Ik probeer ook mijn mails in te plannen. Dat is het moeilijkste van de dag. Ik ben wreed ongestructureerd, ik heb wel iemand zoals hij nodig. Maar thuis werken, dat kan van alles zijn, een affiche die ik moet afwerken, muziek maken. Of dat kan iets geschreven zijn, een perstekst of een interview, en dan durf ik mij wel een keer verplaatsen naar een koffiebar of zo.

Dus je bent het creatiefst overdag?

Niet altijd. Ik ben nogal een nachtwerker. Dat is wel wat veranderd met mijn lief. Zij is altijd vroeg wakker en ik nooit. We beginnen een beetje een normaal leven te leiden. Ik werk minder ’s nachts, ook al omdat we hier tussen de buren zitten. Maar als ik met mijn broer repeteer dan durft dat al eens laat te worden. Als je ’s nachts werkt, dan lijkt alles iets geheimzinniger.

Maar je woont in centrum Gent, dus repeteren zit er hier niet bij?

Ik en mijn broer wonen alle twee in Gent, ik woon hier in centrum Gent, maar we hebben onze studio in Desselgem, Waregem, waar mijn ouders wonen. En daar repeteren we. Dan nemen we de trein naar Waregem. Hier in Gent is het veel duurder om een repetitiekot te vinden waar we geen buren storen. Ideaal, twintig minuutjes met de trein, we betalen niets, restaurant mama. We hebben veel plaats en we mogen veel lawaai maken. 

Je chilt graag met YouTubefilmpjes, maar als je optreedt ben je een andere mens. Dan ben je niet bepaald rustig.

Als ik op een podium sta, dan is dat echt een metamorfose. Dat is puur de muziek waardoor ik die energie krijg. Ik weet dat mensen dat van mij verwachten en ik verwacht dat ook van mezelf. Ik begin mij daar ook beter op voor te bereiden. Vroeger was dat niet zo: ik kom het podium op, ik doe mijn ding, en de volgende dag word ik stijf wakker. Dan begin ik te denken: misschien zijn er wel manieren om je te trainen en op te warmen. En daar begin ik naar op zoek te gaan. Ik begin ook vrijer te bewegen op het podium. Alles begint ook strakker te zitten. Dan moet je lijf ook strakker zitten. Ik probeer niet te drinken de dag voordien, de dag zelf sowieso al niet. Omdat ik weet dat ik daar teer aan ben. 

Die podiumacts, is dat voorbereid? Of komt het ter plekke tot stand?

Repeteren, dat doen we zo weinig mogelijk: als we iets nieuws moeten creëren, of als we een maand niet gespeeld hebben. Maar de beste repetities zijn de optredens. Iets kan werken tijdens de repetitie, en dan plots sta je voor een publiek, en dan merk je dat dat totaal niet overkomt. Muziek moet groeien naarmate je optredens doet.  

De teksten, schrijf je die alleen, of samen met je broer?

Nee, dat is een onderdeel van de muziek waar hij zich nooit mee bezighoudt. Als hij een raar woord hoort kijkt hij soms eens op, van: wat zing jij nu? Als ik teksten vergeet op het podium dan kan hij daar wreed streng in zijn. 

Gebeurt dat dikwijls?

Ja, de laatste tijd, teksten die ik al wreed lang zing glippen er dan plots uit. Dan moet ik soms naar het publiek kijken. Dan is het de truc van: zing maar mee, en dan luister ik efkes. Maar de teksten zijn van mezelf. Ik schrijf die door te lezen, Engelstalige boeken, door films te kijken, teksten van artiesten die ik wijs vind op de vinylplaat gewoon mee te lezen. En soms denk ik: wow, dat is goed gevonden.

Je schrijft gewoon over?

Nee, totaal niet, maar elke artiest heeft andere manieren om met teksten om te gaan. Een David Byrne bijvoorbeeld, die is interessant omdat hij over heel banale dingen interessante teksten kan maken. Maar het meeste wordt gebaseerd op klankkleur. Andere artiesten of films zijn gewoon inspiratiebronnen. De basis is je melodielijn. Ik begin gewoon ter plekke woorden te verzinnen, een fake engels op een melodielijn, (zingt) Yeh, I wanna know how… Sommige woorden hebben een ritmiek die zeer goed past bij het nummer. Dat probeer ik daarin in te passen. Ik vind dat het moeilijkste van het proces, de teksten. 

Dus je start niet met een onderwerp?

Ik vertrek altijd van beelden die in mijn hoofd zitten, het uiteindelijke product zit daar meestal niet zo heel ver van af. Dat komt uit dromen of collages van overal.

Heb je ooit schrik van het wit blad?

Nee. Ik zit nog niet in het stadium dat ik mezelf opleg wanneer ik muziek moet schrijven. Er zijn altijd dagen dat je voelt dat het echt niet lukt. Het is echt kak, het komt er niet uit. Soms is het wel leuk om te blijven proberen totdat er toch iets uitkomt. De dag erna is het misschien van: ik heb nu een hele dag verkwist. Maar echt een leeg blad, dat nooit. Omdat ik me dan verleg op andere takken: tekenen, of iets anders. Er zijn altijd wel genoeg dingen om aan te sleutelen. Ik heb me nog nooit verveeld in mijn leven. Het is niet door te zeggen: nu moet het er komen, dat het dan komt. Bij mij is het: ik zit op de fiets, en plots krijg ik een melodie in mijn hoofd, en dan moet ik zo vlug mogelijk naar huis fietsen. Of inzingen op de fiets en zo rap mogelijk uitwerken. Dat zijn de toffe momenten dat je inspiratieflashes krijgt, en dat je plots met een melodie zit. Maar ik zit nog niet in het stadium van een Nick Cave: zeven uur ’s ochtends tot negen uur ’s avonds constant werken.

Is dat geen ongelooflijke luxe dat je jezelf nooit een deadline moet opleggen?

Ik leg mezelf constant deadlines op. Ik werk ook het best onder deadlines. Maar dan nog zoek ik daarbinnen die vrijheid, en ben ik niet bang dat er niets zal uitkomen. Moest je mij nu zeggen: tegen morgen moet je een opera geschreven hebben, dan zou ik ervoor gaan. 

Stel dat je een ding zou mogen veranderen aan jezelf, wat zou dat zijn?

Where to begin? Waar ik meest moeite mee heb, zijn de dingen waar andere mensen moeite mee hebben: als ik dingen kwijt speel, als ik geen structuur heb. En dan voel ik mij zoals een zesjarige. Ik geraak nog altijd mijn schoenen kwijt op een feest, of mijn agenda ligt nog altijd overhoop, waardoor ik de afspraak vergeet met de tandarts. Het is iets waar ik al lang aan werk, het is een heel moeilijk proces.

We gaan naar het eind van de dag toe. Wat is het laatste wat je doet voor je gaat slapen?

Het liefst van al kijk ik nog naar een film, of een stuk van een film. Soms ook verschillende dingen tegelijk, een serie opzetten en wat door boeken bladeren, nog wat beelden innemen. Dat is het liefste wat ik doe.

Een beetje zoals je de dag begon?

Ik kan er ook wel van genieten als ik tot twaalf of één uur ’s avonds muziek heb gemaakt om dan nog efkes op café te gaan, en daar alles los te laten. Ik ben het gelukkigst als ik muziek heb gemaakt en daarna nog kan ontladen, dan ga ik feesten, of bekijk ik nog een film.

Je bent nu 24, heb je een levensmotto?

Een levensmotto is moeilijk, dan moet je je levensdoel in één zin verwoorden. Dat is al redelijk onbegonnen werk. Ik heb me wel voorgenomen om mezelf altijd uit te dagen en nooit tevreden te zijn. Do not take anything for granted. Dat is wel ergens een motto. Dat kan op veel dingen slaan. Dat slaat op waar je ergens staat, om daar geen genoegen mee te nemen, om verder te gaan. Maar ook om stil te staan bij stomme dingen, water dat uit je kraan komt. Hoe komt het dat ik dat krijg en iemand anders niet?

Foto's: Alex Vanhee, montage podcast: Gunter Joosen

De blik in Lennerts platenkast leverde ons dit lijstje op om onze montage te stofferen:

  • Safari Beach van Goose, 
  • Girls keep drinking van de Compact Disk Dummies zelve, 
  • Once in a Lifetime van de Talking Heads, 
  • Rollin’ and Scratchin’ van mosterdleverancier Daft Punk, 
  • Get Innocuous van LCD Soundsystem, 
  • wat jazzhiphop of hiphopjazz uit Untitled Unmastered van Kendrick Lamar, 
  • en opnieuw Compact Disk Dummies, met The Reeling.

Volgende week laten we Peter Vyncke op u los, workaholic en grofgebekt. Zijn bedrijf Vyncke NV was in 2017 onderneming van het jaar. Fasten seat belts. Ik lees u graag op jan.holderbeke@vrt.be, op Facebook of op Twitter.

 

 

Meest gelezen