De SP.A is bezorgd dat er nog 2 miljard euro meer zal nodig zijn dan de voorziene 3,6 miljard euro om de F-16’s te vervangen. Die ongerustheid is ingegeven door een bericht op de website van het Amerikaanse Defense Security Cooperation Agency over de mogelijke verkoop van 34 F-35-gevechtsvliegtuigen aan België. Daarin is sprake van een ‘geschatte kostprijs van 6,53 miljard dollar’. Omgerekend is dat zo’n 5,34 miljard euro.

Volgens Kamerlid Alain Top (SP.A) swingen die bedragen helemaal de pan uit. Minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) moet volgens hem ‘het militaire ambitieniveau van ons land terugschroeven en een kleiner aantal gevechtsvliegtuigen aankopen, maar dat impliceert dat we ons luchtruim onvoldoende zullen kunnen beveiligen. Ofwel moet hij nog meer middelen budgetteren. Maar de bedragen zijn van die grootteorde dat dit de toekomstige generaties zwaar zal belasten. Nog eens extra middelen uittrekken, zou onverantwoord zijn.’

Luchtvaartinflatie

Het kabinet-Vandeput zegt dat de cijfers voorbarig zijn. De best and final offers van de kandidaten die ingingen op de Belgische vraag naar een offerte (Lockheed Martin met de F-35 en Eurofighter met de Typhoon) moeten pas tegen 14 februari binnen zijn.

Binnen Defensie worden er ook kanttekeningen geplaatst bij de Amerikaanse cijfers. Daarin is namelijk rekening gehouden met de specifieke inflatie in de luchtvaartsector (door de lange levertijden). Bij de 3,6 miljard die Vandeput voorziet, is dat niet het geval. ‘Als je die 5,34 miljard corrigeert voor inflatie, kom je uit op 4,4 miljard’, is te horen.

Toch blijft ook dat nog een fors hoger bedrag dan de 3,6 die Vandeput voor ogen heeft. ‘Het verschil zit hem in de werkingskosten van de toestellen’, is te horen in zijn entourage. ‘Daarvoor heeft de regering een bedrag van 1,2 miljard voorzien.’

Pas na 14 februari zal echter duidelijk zijn wat de verschillende producenten kunnen leveren en tegen welke prijs precies.