AP

Vurige liefdesbrieven van Simone de Beauvoir voor 18 jaar jongere geliefde openbaar gemaakt

De Universiteit van Yale heeft 112 brieven verworven die een dolverliefde Simone de Beauvoir schreef aan haar 18 jaar jongere secretaris Claude Lanzmann. Filosofe, feministe en schrijfster de Beauvoir was de levenslange partner van de Franse existentialist Jean-Paul Sartre. Maar ze hadden een open relatie die ruimte liet voor nevenrelaties. De brieven lopen over van passie voor Lanzmann, en verbergen de Beauvoirs teleurstelling over haar seksleven met Sartre niet. 

Filosofe en schrijfster Simone de Beauvoir was 44 toen ze Claude Lanzmann leerde kennen. De 26-jarige Lanzmann was destijds haar secretaris. Lanzmann werd later wereldberoemd als de cineast van 'Shoah', een 9 uur durende documentaire die daders en slachtoffers van de Holocaust aan het woord liet. De Beauvoir en Lanzmann hadden zeven jaar lang een relatie, van 1952 tot 1959. Hij was de enige man met wie ze echt samengewoond heeft. Dat stond de Beauvoirs levenslange relatie met filosoof Jean-Paul Sartre niet in de weg. Ook Lanzmann had daar geen enkel bezwaar tegen. 

Mijn lief, ik wist niet dat liefde zo kon zijn. Ik heb van Sartre gehouden, zeker, maar zonder echte wederkerigheid, en zonder dat onze lichamen daar iets mee te maken hadden.

Simone de Beauvoir schreef Claude Lanzmann 112 vurige liefdesbrieven, die weinig aan de verbeelding overlaten, ook niet over haar seksleven met Sartre: "Mon amour, je ne savais pas que ça pouvait être comme ça l'amour. Sartre, je l'ai aimé, certes, mais sans vraie réciprocité; et sans que nos corps y soient pour rien" ("Mijn lief, ik wist niet dat liefde zo kon zijn. Ik heb van Sartre gehouden, zeker, maar zonder echte wederkerigheid, en zonder dat onze lichamen daar iets mee te maken hadden").

Je bent mijn lotsbestemming, mijn eeuwigheid, mijn leven, mijn vreugde, het zout en het licht van de aarde. Ik gooi mij in jouw armen en ik blijf daar zonder einde. Ik ben je vrouw, voor altijd.

Simone de Beauvoir omschreef het huwelijk in haar boek "Le deuxième sexe" als een obscene instelling die vrouwen tot slaven maakte. In de brieven heeft ze het openlijk over de mannen met wie ze een verhouding had. Over haar relatie met de Amerikaanse schrijver Nelson Algren (waarover ze de sleutelroman "Les mandarins" schreef)  luidt het in een brief aan Lanzmann: "Ik was er ondersteboven van dat Algren mij liefhad, en ik heb ook erg van hem gehouden; maar dan vooral door de liefde die hij mij toedroeg, en zonder echte intimiteit en zonder dat ik mijn diepste zelf aan hem gaf".

Dat stond in schril contrast met de liefde die ze Lanzmann toedroeg: "Tu es mon destin, mon éternité, ma vie, ma joie, le sel et la lumière de la terre. Je me jette dans tes bras et j'y reste sans fin. Je suis ta femme, à jamais"" ("Je bent mijn lotsbestemming, mijn eeuwigheid, mijn leven, mijn vreugde, het zout en het licht van de aarde. Ik gooi mij in jouw armen en ik blijf daar zonder einde. Ik ben je vrouw, voor altijd.")

Claude Lanzmann
Belga

Ruzie en een absurde wet

Dat de 92-jarige Claude Lanzmann deze hoogst persoonlijke correspondentie openbaar maakt komt door de - volgens hem - absurde Franse wetgeving, én door een hevige ruzie met Sylvie Le Bon de Beauvoir, de adoptiedochter van Simone de Beauvoir. Volgens de Franse wet is de bestemmeling van brieven enkel de eigenaar van het papier, terwijl het morele recht om te beslissen over de publicatie ervan bij de afzender berust, zonder enige tijdsbeperking. Als erfgename kan dus enkel Sylvie Le Bon de Beauvoir toestemming geven voor de publicatie, en dat heeft ze nooit willen doen.

Uit protest tegen deze wet, en om de Beauvoirs adoptiedochter een hak te zetten, heeft Claude Lanzmann de brieven nu verkocht aan de Universiteitsbibliotheek van Yale.  Die bezit al een ruime collectie manuscripten van de Beauvoir. Lanzmann wilde voorkomen dat de brieven na zijn dood totaal onbekend zouden blijven. In principe kunnen de brieven enkel geconsulteerd worden door onderzoekers, maar die kunnen er natuurlijk uit citeren. Zo zijn de bovenstaande citaten uit een brief die de Beauvoir in 1953 vanuit Amsterdam naar Lanzmann schreef nu toch in de openbaarheid gekomen. 

Simone de Beauvoir en Jean-Paul Sartre
Belga

Meest gelezen