Wanneer je niet in het M/V-hokje past: ‘Niemand wil iets zijn wat mensen niet begrijpen’

© Getty Images/iStockphoto
Naomi Skoutariotis
Naomi Skoutariotis Redactrice Knack.be

Niet iedereen voelt zich een man of vrouw. In dat geval word je vaak niet serieus genomen, getuigen Finn en Helena aan Knack.be. ‘Het is niet omdat er een jongetje ter wereld komt, dat het geen vrouwelijk jongetje kan zijn.’

Sinds 1 januari is het eenvoudiger om het geslacht op je identiteitskaart aan te passen. Dat je in België enkel de keuze hebt tussen man en vrouw, is volgens Cavaria, de belangenbeweging voor holebi’s en transgenders, discriminerend voor mensen die zich niet enkel man of enkel vrouw voelen.

Een van die mensen is Helena (35). Die is geboren als man maar heeft een vrouwelijke look. ‘Vier jaar geleden ben ik wakker geworden. Ik was dertig en ik was het beu’, vertelt Helena, die een diepe stem heeft. ‘Heel mijn leven had ik als man geleefd – of toch zo man mogelijk. Alles wat vanbinnen vrouwelijk was, heb ik genegeerd en verafschuwd.’ Toen Helena eenmaal besloot om uit het hokje van man te stappen, werd de eens verloochende identiteit overgecompenseerd. ‘Ik droeg jurken, hakken en kocht zelfs een pruik van duizend euro.’

Ook Finn (20), die geboren werd als Femke, voelde zich niet thuis in haar lichaam. ‘Ik hou niet van dit vrouwenlichaam of van borsten, maar ik kan me ook niet voorstellen dat ik een piemel en een baard zou hebben’, vertelt ze. Toen het besef kwam dat ze in geen van beide hokjes paste, heeft ze samen met haar ouders en zus een nieuwe naam gekozen. Dat is niet altijd gemakkelijk, vertelt Finns moeder: ‘We proberen om Finn te zeggen, maar ik kan er al eens naast zitten. En wat non-binair betekent, begrijp ik nog altijd niet.’

Ze is niet de enige. Genderidentiteit heeft niets met geslacht of met seksuele oriëntatie te maken. Het is een beschrijving van hoe iemand zich voelt, van het zelfbeeld dat die persoon heeft. Binaire mensen voelen zich man of vrouw. Non-binaire mensen kunnen zich niet vinden in één van die twee keuzemogelijkheden. Sommigen voelen zich man noch vrouw, zoals Finn. Anderen voelen zich soms man en soms vrouw, zoals Helena. Er is nog geen sluitende wetenschappelijke verklaring voor de reden dat de genderidentiteit van sommige mensen niet overeenkomt met het geslacht waarin ze geboren zijn.

Als je je geen man of vrouw voelt, hoe voel je je dan wel?

‘Eigenlijk ben ik gewoon mezelf’, zegt Helena. ‘Het is een beweeglijk evenwicht op basis van wat op dat moment goed voelt. Ik voel mij ik, zonder aandacht te geven aan verwachtingen en hokjes van anderen. Dat probeer ik toch.’ Toen de beste vriend van Finn vroeg hoe het is om non-binair te zijn, antwoordde ze: ‘Geen jongen en geen meisje. Gewoon, ik.’ Veel vragen over haar genderidentiteit heeft Finn verder niet gekregen. Er waren wel vervelende reacties toen Finn de naamsverandering op Facebook zette, maar die mensen werden ontvriend: ‘Ik trek me aan wat andere mensen zeggen, maar niet als het gaat over mijn gender en seksualiteit. Die moeten ze maar accepteren.’

Sommige ouders rouwen, omdat ze het gevoel hebben hun zoon of dochter kwijt te geraken.

Er is heel wat tijd over gegaan om die houding te ontwikkelen. Vijf jaar geleden was het voor Finn niet vanzelfsprekend om haar genderidentiteit te aanvaarden: ‘Een non-binaire genderidentiteit wordt niet serieus genomen omdat veel mensen het niet kennen. Niemand wil iets zijn wat mensen niet kunnen begrijpen.’ De gemeenschap op het internet heeft daarbij geholpen, want online kan Finn terecht bij een groep mensen die ook non-binair zijn en haar gevoelens kunnen begrijpen. Daarnaast ziet ze ook een psychologe. ‘De geruststelling dat mensen je ook in het echt kunnen begrijpen en niet alleen online, was heel belangrijk.’

Het geslacht is een lichamelijke beschrijving, maar de samenleving hangt daar veel verwachtingen aan vast, vertelt Hilde Toelen, psycholoog en seksuoloog aan het Universitair Psychiatrisch Centrum in Leuven. ‘Als je geboren wordt met een vagina verwachten mensen dat je je vrouwelijk, dus lief en zorgzaam gaat gedragen. Er is ook de verwachting van een bepaalde partnerkeuze, seksuele oriëntatie en identiteit. Als je identiteitsrol niet strookt met de verwachting, beginnen mensen je anders te bekijken. Maar het is niet omdat er een jongetje ter wereld komt, dat het geen vrouwelijk jongetje kan zijn.’

Wat met die identiteitskaart?

Een hervorming van de transgenderwet maakt het sinds dit jaar mogelijk om het geslacht op de identiteitskaart te laten aanpassen zonder dat je een geslachtsverandering hebt ondergaan. Dat is een goede evolutie, vindt seksuologe Hilde Toelen: ‘Mensen vragen vaak aan een transgender of de operatie al gebeurd is, maar dat is mensonterend. Alsof iemand zich geen man of vrouw kan voelen zolang er geen operatie geweest is.’

Ook holebi- en transgenderbelangenbeweging Cavaria is tevreden, maar het kan beter. ‘Op de Belgische identiteitskaart kun je enkel kiezen tussen M of V. Daardoor vallen er mensen uit de boot’, legt Jeroen Borghs, woordvoerder van Cavaria uit. Het Grondwettelijk Hof moet nu onderzoeken of de transgenderwet discriminerend is. Over een ideale mogelijke oplossing wil de organisatie zich niet uitspreken: ‘Zowel een derde optie, X, als het afschaffen van die geslachtsregistratie kan een oplossing zijn. De beslissing laten we echter over aan politici.’

Helena vindt dat het geslacht niet meer geregistreerd zou moeten worden: ‘Wat is de meerwaarde van op je identiteitskaart te drukken wat er te vinden is in de schaamstreek? Als we die registratie afschaffen, hoeven we ook geen nieuwe hokjes te creëren voor andere mensen die uit de boot vallen. Als we onszelf allemaal als mens zien, is er op dat vlak geen discriminatie meer mogelijk.’ Maar niet de hokjes zijn het probleem, vindt Toelen. Wel de verwachtingen en veronderstellingen die we maken over andere mensen, in elke context. ‘We ordenen de wereld omdat er anders te veel prikkels op ons af komen. Dat is eigen aan mensen’, zegt ze. ‘Als je op straat iemand ziet in een T-shirt van Greenpeace, vul je misschien zelf aan dat die ook biologisch eet of tegen bepaalde producten is. Hokjes zijn er nu eenmaal. Maar het dwingende van die hokjes, daar hebben mensen last van.’

‘Wordt mijn kind wel gelukkig?’

De moeder van Finn zag dat haar kind niet goed in haar vel zat, maar wist niet wat er scheelde. Dat Finn ergens mee worstelde waar ze niet mee zou hoeven te worstelen, vond ze als ouder erg. Voor haar is het geluk van Finn het belangrijkste. Dat is ook de eerste reactie die psychologe Hilde Toelen vaak krijgt van ouders. Daarnaast zijn ouders ook bang dat hun kind gediscrimineerd zal worden of krijgt af te rekenen met geweld. En er zijn ouders die rouwen, omdat ze het gevoel hebben dat ze hun zoon of dochter kwijt geraken. ‘Ze hebben het gevoel dat ze het idee van wie hun kind is, verliezen’, zegt Toelen. ‘Er zijn ook ouders die vragen wat ze verkeerd hebben gedaan, of ze het hadden kunnen voorkomen – wat zeker niet zo is. Maar de basis is altijd: “Wordt mijn kind hierdoor wel gelukkiger?”‘

De meeste ouders hebben wat tijd nodig voor opzoekwerk en om te praten vooraleer ze dat nieuwe stuk persoonlijkheid kunnen aanvaarden. Het is ook voor ouders die dit meemaken belangrijk dat ze een klankbord vinden zodat ze het kunnen verwerken. De raad die Hilde Toelen hen geeft, is: ‘ Verwerk het op je eigen tempo, zonder het contact te verbreken.’ Vooral dat laatste is belangrijk, zegt ze, omdat de angst om mensen – vrienden, familie, een ouder of partner – te verliezen, voor velen vaak de grootste blokkade is om zich te uiten.

Zeg niet genderneutraal, wel gendervrij

Om genderstereotypen te doorbreken, wordt geopperd om kinderen genderneutraal op te voeden. De Nederlanders verkozen de term in 2017 tot ‘irritantste woord van het jaar’ en ook Toelen is geen liefhebber. ‘Ik heb met die term geworsteld,’ zegt ze. ‘Omdat ik me afvroeg wat dat dan is.’

‘Iets neutraals bestaat hier niet, welk speelgoed moeten die kinderen nemen? Geen bal, want dat is niet neutraal en een pop ook niet.’ ‘Gendervrij’ is een duidelijker en volgens Toelen ook juister woord. ‘Ik ben er voorstander van om kinderen gendervrij op te voeden. Om als ouder de boodschap te geven dat kinderen vrij zijn om te kiezen wat ze willen en om verschillende soorten speelgoed aan te bieden zonder dat ze sturing ondervinden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content