Direct naar artikelinhoud
Filmfestival Berlijn

Komt Breivik-film te vroeg?

Andrea Berntzen in 'Utoya 22. juli'.Beeld EPA

Op 22 juli 2011 maakte de extreemrechtse terrorist Anders Breivik 69 slachtoffers op het Noorse eiland Utøya. Minder dan zeven jaar later stelt Erik Poppe op de Berlinale zijn verfilming van de tragedie voor. De pers onthaalde Utøya 22. juli op boegeroep én luid applaus. Is het nog te vroeg?

Na een makke competitiestart werd de Berlinale maandagochtend eindelijk echt wakker geschud. Utøya 22. juli, dat meedingt naar de Gouden Beer, joeg een heuse schokgolf door het festivalpaleis. 

Regisseur Erik Poppe (The King’s Choice) reconstrueert de moorddadige raid die Anders Breivik in 2011 uitvoerde op het eiland Utøya, waar op dat moment een socialistisch jongerenkamp plaatshad. 

Uiterst delicate materie, vooral omdat de tragedie nog zo vers in het geheugen ligt. Dat bleek ook uit de reacties na de eerste persvertoning: een deel van de aanwezige journalisten jouwde de film uit, terwijl een ander deel hevig applaudisseerde.

Eén take

Een film als deze doet natuurlijk vragen rijzen. Want waarom zou je de gruwel van die noodlottige dag weer willen oprakelen? 

Erik Poppe nam ruim de tijd om zijn beslissing te motiveren tijdens een opmerkelijk lange persconferentie. “Als we het over 22 juli 2011 hebben, dan ligt de focus meestal op de terrorist, en op zijn gedachtegoed.” 

Breivik haalt inderdaad nog steeds geregeld de media. Zo daagde hij de Noorse staat voor de rechtbank omdat zijn mensenrechten in de gevangenis geschonden zouden worden. Die scheefgetrokken verhouding wil Poppe weer in evenwicht brengen: “Ik wilde de ervaring van de slachtoffers tonen. Alles volledig vanuit hun perspectief filmen.” 

Breivik wordt in de film gereduceerd tot een donkere schim, die maar enkele seconden in beeld komt.

'Deze film zien, moét pijn doen. En tegelijk kan hij de wonden ook helpen helen'
Erik Poppe, regisseur

Om de ervaring van de jongeren zo waarachtig mogelijk in beeld te brengen, koos Poppe voor een extreem ambitieuze aanpak: op een korte proloog na – waarin we archiefbeelden van de bomaanslag in het centrum van Oslo zien – bestaat de hele film van begin tot eind uit één lange take. “Op die manier wilde ik de tijd zichtbaar maken. De jongeren zaten 72 minuten lang gevangen op dat eiland, zonder dat er hulp kwam.” 

Het resultaat is ronduit verpletterend, alsof je er zelf bij bent.

Fictief hoofdpersonage

Toch kun je je ook vragen stellen bij het opzet van de film. Zo kozen de makers ervoor om een fictief hoofdpersonage te creëren: de idealistische en verantwoordelijke Kaja, die niet alleen zelf moet zien te overleven, maar ook haar kleine zus zoekt. 

Waarom vertelt de film niet gewoon het verhaal van één of meer personen die de tragedie echt meemaakten? Poppe en co. hebben daar goede redenen voor. Scenariste Anna Bache-Wiig: “We hebben eerst naar de getuigenissen van de overlevers geluisterd, en op basis daarvan een verhaal verzonnen dat de essentie van al die ervaringen bevatte. Want stel dat we er maar één verhaal hadden uitgekozen, dan had de indruk kunnen ontstaan dat alle andere verhalen minder belangrijk waren.” 

'De film toont waar rechts-extremisme toe kan leiden. Dit is haat in zijn puurste vorm'
Ingrid Marie Vaag Endrerud, overlevende van het drama

Ook het respect voor de nabestaanden was een belangrijke factor. “Als we een echt verhaal hadden verfilmd, dan zouden de families van de slachtoffers zich voortdurend afvragen of ze hun broer, zus of kind in beeld zagen.”

Dan rest nog de vraag: waarom nu? Is het niet te vroeg om een film over dit drama te maken? “Als we wachten tot iedereen vindt dat het moet kunnen, dan is het al te laat”, zegt Poppe. “Deze film zien, moét pijn doen. En tegelijk kan hij de wonden ook helpen helen. We hebben de film al aan de overlevers getoond: het was heel hard voor hen, maar op een bepaalde manier deed het hen ook deugd.”

Dat blijkt wanneer Ingrid Marie Vaag Endrerud het woord neemt op de persconferentie. Zij is een van de drie overlevers die de filmmakers van begin tot eind geadviseerd hebben. “Wat ik op Utøya beleefd heb, valt onmogelijk uit te leggen. Ik kan het alleen van een afstand vertellen. Maar een film kan dingen overbrengen die niet in woorden te vatten zijn. Bovendien toont de film waar rechts-extremisme toe kan leiden. Dit is haat in zijn puurste vorm. Daar moeten we allemaal samen tegen vechten.”

Utøya 22. Juli komt later dit jaar in de Belgische bioscopen.