Direct naar artikelinhoud
Verkeersveiligheid

Wat liep er mis met de 800 zwarte punten?

De plek waar een meisje door werd gereden stond te boek als een gevaarlijk kruispunt.Beeld Wouter Spillebeen

Het kruispunt in Oostakker waar een meisje van 16 omkwam, stond sinds 2002 op de lijst van 800 ‘zwarte punten’ die aangepakt zouden worden. Willy Miermans, emeritus hoogleraar verkeerskunde aan de Universiteit Hasselt, legt uit wat de lijst precies inhoudt, en waarom ze niet werd afgewerkt.

Wat is de lijst van zwarte punten precies?

Willy Miermans: “De toenmalige Vlaamse minister van Mobiliteit Steve Stevaert (sp.a) liet een lijst maken van alle kruispunten op gewestwegen waar regelmatig ongevallen gebeuren. Elk ongeval dat had plaatsgevonden, kreeg een gewicht mee, met een puntensysteem naar rato van de aard van de gevolgen. Een dodelijk ongeval kreeg dus meer punten dan een lichamelijk letsel.

“Op basis daarvan is een lijst van alle kruispunten gemaakt, in een volgorde van zwaar naar licht. De 800 zwaarste zijn eruit gelicht, om infrastructureel aangepakt te worden.”

Willy Miermans.Beeld rv

Werd daar extra geld voor vrijgemaakt?

“Binnen de bestaande budgetten voor mobiliteit ging de prioriteit naar de aanpak van die punten. Er zijn een aantal bureaus op losgelaten om dat in een versneld tempo uit te voeren, om de gevaarlijke punten zo snel mogelijk aan te pakken.”

Hoe kan het dat de lijst na vijftien jaar nog altijd niet is afgewerkt?

“Een grote meerderheid van de punten is in de loop van de jaren wel degelijk aangepakt. Elke provincie had een externe adviseur die dit soort projecten moest beoordelen. Ikzelf was in Vlaams-Brabant actief als auditor. Een consortium van bureaus had de opdracht gekregen de voorstudies en de planning te doen, en bijna elke maand kwamen die dossiers voor op de auditcommissie van de provincie om al dan niet goedgekeurd te worden.”

Wat waren mogelijke obstakels bij zwarte punten waardoor ze nog niet zijn aangepakt?

“Er zijn de procedurele aspecten. Zo is er bijna altijd sprake van onteigeningen. Dat is de enige mogelijkheid om kruispunten om te vormen, zeker door de lintbebouwing in dit land.

“Ik heb daar zelf niet zo'n goed zicht op. Als wij een dossier goedkeurden, bestond de mogelijkheid dat het toch niet werd uitgevoerd omdat het in zo’n procedure toch op problemen stootte. En als organen zoals de Raad van State tussenbeide beginnen te komen, zijn we natuurlijk voor een hele tijd vertrokken.”

'Vaak is het een gedeelde verantwoordelijkheid tussen het gewest – voor de gewestweg – en de gemeente. Dat is dikwijls dansen op een slappe koord'
Willy Miermans, verkeersdeslundige

Was er geen poging om het aantal kruispunten op gewestwegen te verminderen?

“Vanaf 1997, sinds het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, is er een categorisering van de gewestwegen opgesteld. Om de veiligheid te bevorderen moeten een hele reeks kleine kruispunten worden afgeschaft. Dat is in Vlaanderen makkelijker gezegd dan gedaan. Want dan moeten inwoners een beetje omrijden, en dan moet de burgemeester nog willen meewerken. Want vaak is het een gedeelde verantwoordelijkheid tussen het gewest – voor de gewestweg – en de gemeente. Dat is dikwijls dansen op een slappe koord.”

Wordt de lijst van zwarte punten nog aangevuld sinds 2002?

“Het aantal ongevallen wordt bijgehouden door het Agentschap Wegen en Verkeer, maar er wordt bij mijn weten niet systematisch aan een volgende lijst gewerkt. Je komt stilaan in een situatie waar die gevaarlijke punten niet meer op die manier te lokaliseren zijn. Veel ongevallen hebben te maken met alcohol of snelheid, daarvan kun je moeilijk zeggen dat de infrastructuur in de fout gaat.

“De punten waar effectief de infrastructuur in de fout gaat, zijn er stilaan uit aan het gaan, zeggen ook de ingenieurs van het agentschap. Volgens hun interpretatie, natuurlijk. 

"Hoe die punten beheerd worden qua lichtregeling, dat is nog iets anders. Bovendien is elke inrit op een weg een T-kruispunt. Reken maar hoeveel tienduizenden we er zo hebben langs gewestwegen. Dat zijn allemaal conflictpunten. Daarvan kun je niet meer een-op-een zeggen: hier moet ingegrepen worden.”