Syrië erkent de Armeense Genocide van een eeuw geleden, maar hoe voltrok die volkerenmoord zich precies?

Syrië heeft de Armeense Genocide erkend. Daarmee drijft het land de spanning met grote buur Turkije op de spits. Bij die Armeense Genocide stierven tussen 1915 en 1923 tot 1,5 miljoen leden van de Armeense christelijke minderheid in het Ottomaanse Rijk, de voorloper van het huidige Turkije.

Lange tijd was het Turks-Ottomaanse rijk relatief tolerant geweest tegenover de christelijke Griekse en Armeense minderheden. Toch hadden Turkse troepen op het eind van de 19e eeuw al bloedbaden aangericht onder de Armeense bevolking in Anatolië, het gebied tussen de Zwarte Zee en de Middellandse Zee.

De Jong-Turkse revolutie van 1908 bracht nationalistische vernieuwers aan de macht, maar wat eerst een democratische beweging wilde zijn, werd al snel omgevormd tot een feitelijke dictatuur De Jong-Turkse leiders wilden de minderheden - vooral dan de Grieken, Koerden en Armeniërs - assimileren met de islamitische Turken. Ook met de Arabieren in het Midden-Oosten groeiden de spanningen.

Toen het Turkse rijk in 1914 in de Eerste Wereldoorlog stapte aan de kant van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije en Rusland, verweten de Jong-Turken de christelijke Armeniërs sympathie voor Rusland en de andere geallieerden.

Een van de zeldzame foto's: Armeniërs worden weggevoerd op een van de beruchte dodenmarsen. Foto: SAVE

De eerste systematische volkerenmoord

Na enkele kleine opstanden van Armeniërs liet het Turkse regime in de nacht van 24 april 1915 meer dan 200 leiders van de Armeense minderheid in de hoofdstad Istanbul (Constantinopel) oppakken en een aantal onder hen werd meteen terechtgesteld. Daarna werd de hele Armeense bevolking geviseerd. Als eersten werden de Armeense soldaten in het Ottomaanse leger ontwapend en in "arbeidsbataljons" geplaatst. In de prakijk was dat slavernij.

Al heel snel werden systematisch een miljoen Armeense mannen, vrouwen en kinderen in Anatolië uit hun huizen gezet en via dodenmarsen door bergachtig terrein naar de Syrische woestijn gedeporteerd. Honderdduizenden kwamen om van uitputting, mishandeling en honger. Anderen werden beestachtig vermoord en verkracht door opgezweepte bendes.

De overlevenden kwamen ten slotte terecht in concentratiekampen in de Syrische woestijn, waar ze van honger en dorst omkwamen. Tienduizenden Armeniërs vluchtten over de Kaukasus naar Rusland.

Twee genocides tegen Armeniërs

Al meteen klaagden zowel de geallieerden als sommige Duitse en Turkse officieren en politici de moordpartijen aan. Na de oorlog werden een aantal verantwoordelijken berecht, maar de meesten ontsprongen de dans. Twee van de drie belangrijkste leiders van de Jong-Turkse junta, Talaat Pasja en Djemal Pasja, werden vermoord door Armeense wraakcommando's. 

Dat weerhield het verslagen Turkije er niet van om tussen 1920 en 1923 nog een Armeense volkerenmoord te plegen, waarbij nog eens tienduizenden mensen gedood werden. Hun woningen en bezittingen werden overgenomen door Turken, Armeense kerken en monumenten werden verwoest. Na duizenden jaren was de Armeense aanwezigheid in Anatolië verdwenen.

In 1923 wist generaal Mustafa Kemal - later bekend als Atatürk - de macht te veroveren en riep hij de republiek uit. De republiek steunde vooral op officieren uit het leger en daarin zaten er veel die zich aan volkerenmoord schuldig hadden gemaakt. Het moderne Turkije ontkende toen het bestaan van de volkerenmoorden op de Armeniërs, Grieken en Assyriërs en tot vandaag blijft dat een moeilijk bespreekbaar onderwerp.

De geallieerden erkenden in 1920 wel de republiek Armenië, maar die werd door Turken en Sovjettroepen bezet. Pas in 1991 werd die voormalige Sovjetrepubliek Armenië opnieuw onafhankelijk. De Armeense diaspora over de hele wereld heeft de herinnering aan haar volkerenmoord levendig gehouden. Sinds 1987 erkent het Europees Parlement de Armeense genocide, evenals het Amerikaanse Congres en de Russische Doema.

Een herdenking aan het memoriaal voor de genocide in de Kaukasische republiek Armenië.
AP2005

Meest gelezen