Burgemeesters zijn grootste obstakel voor meer windmolens

© JIMMY KETS

Meer nog dan op bedrijven of burgers, stoot Vlaams minister Tommelein op koppige burgemeesters in zijn ambitie voor meer groene stroom.

Sarah Vankersschaever

De kloof tussen wat we zeggen en wat we doen, is soms diep. Zeker als het over windmolens gaat. Zo bleek nog maar een halfjaar geleden uit een enquête door het Vlaams Energieagentschap en de regulator Vreg dat maar negen procent van de Vlamingen tegen windmolens in de eigen gemeente is. Twee derde is positief, de rest is neutraal.

Maar zodra een windmolenplan concreet wordt, blijkt diezelfde Vlaming helemaal niet meer van windmolens te houden. Op dit moment zitten 77 windturbines geblokkeerd omdat er een beroepsprocedure tegen loopt. Dat is met 46 procent bijna de helft van het totaal; daarnaast zijn er 34 windturbines klaar om nog dit jaar gebouwd te worden, 56 windturbines zijn vergund en worden ofwel dit, ofwel volgend jaar gebouwd.

‘We zijn nagegaan wie precies beroep aantekende’, zegt Bart ­Bode van VWEA, de sectororanisatie voor windenergie in Vlaanderen. ‘Uit onze recentste cijfers, van 2015, blijkt dat de grootste groep tegenstanders niet onderling concurrerende bedrijven (18,5%) of burgers (40%) zijn, maar wel de lokale overheden (41,5%).’

Koppige burgemeesters

De ministers stoten dus op koppige burgemeesters. Want ruim een jaar geleden lanceerde Vlaams minister van Energie Bart Tommelein (Open VLD) samen met Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) het ‘Windkracht 2020’-plan. Tegen 2020 moeten er minstens 280 extra windmolens bijkomen om onze klimaat- en energiedoelstellingen te halen.

‘De sector doet veel inspanningen om infoavonden te organiseren voor betrokkenen en omwonenden’, zegt Bart Bode. ‘Maar burgemeesters en schepenen stellen zich daar soms ronduit negatief op, zelfs al ondertekenden ze nog tijdens hun bestuursperiode het Burgemeestersconvenant, waarbij ze zich engageren voor een klimaatneutrale gemeente. De houding van de burgemeester beïnvloedt natuurlijk de burgers. Minister Tommelein doet inspanningen en belt burgemeesters op met de vraag om op zijn minst neutraal te zijn. Vaak tevergeefs.’

Tommelein bevestigt het probleem. ‘Mensen zijn vaak bang van windmolens en lokale overheden gaan daar nogal snel in mee. Te snel, toch wel. Maar de gemeenteraadsverkiezingen naderen, dus weinig burgemeesters willen nog het risico op burgerprotest nemen.’

Schade

We bellen naar een gemeente met nul windturbines: Damme. Burgemeester Joachim Coens (CD&V) zegt dat er op dit moment nog geen aanvragen op tafel liggen. Maar hij heeft wel al voorzorgen genomen. ‘We hebben recent een resolutie goedgekeurd die onder meer stelt dat minstens een derde van de mensen in Damme in de windmolens moet participeren. Er moet dus een draagvlak zijn. Want het privatiseren van rendement, door een windmolenontwikkelaar en een particulier, maar het collectiveren van de schade, daar sta ik niet achter. En daar is men de voorbije jaren toch wat slordig in geweest.’

Komt er toch een windmolen, dan moet er goed gekeken worden waar die wordt gebouwd. ‘In Damme zit je met waardevol landschap. Dat willen we zo houden.’