Direct naar artikelinhoud
Interview

"Zelfs Sagan vrees ik niet na zware koers"

Greg Van Avermaet test de benen op de Muur van Geraardsbergen.Beeld BELGA

Dit weekend barst de koers los in Vlaanderen, met zaterdag de Omloop en zondag Kuurne-Brussel-Kuurne. Greg Van Avermaet start als grote favoriet. En slecht nieuws voor wie dacht dat de limiet is bereikt: "Er zit nog rek op."

Morgen rijdt hij ambitieus het nieuwe klassieke voorjaar in. Maar dat van 2017 evenaren, laat staan verbeteren, wordt quasi onmogelijk, beseft Van Avermaet (32). "Het benaderde de perfectie. Blijf ik recht in de Ronde van Vlaanderen en win ik ook daar, dan spreken we over absolute perfectie. Je weet dat het in zo'n voorjaar af en toe eens kan tegenslaan. Mij zat het, op dat ene moment na, 100 procent mee. Dan mag ik niet klagen. Simpel: ik teken meteen voor een nieuwe zege uit dat rijtje. Omdat ik weet hoe verdomd moeilijk het is om zo'n grote koers te winnen."

'Ik rijd nog steeds rond als een neoprof', zeg je. 'Altijd en overal voor de zege, of het nu in de kermiskoers van Ertvelde is of in de Ronde van Vlaanderen'. Kan dat wel?

Van Avermaet: "Als de koers binnen mijn mogelijkheden ligt: ja. Ik moet die ingesteldheid trouw blijven, vind ik. Het leidt tot resultaat. Dus ga ik all the way, niet aan 80, 90 procent. Ook wat training en verzorging betreft."

Je doet dat opvallend bevrijd. Zit er, vergeleken met pakweg vijf jaar geleden, een andere Greg Van Avermaet op de fiets?

"Ik koers met veel meer zelfvertrouwen, dat helpt. Vijf jaar geleden was ik zo gretig om mijn kwaliteiten te tonen dat het er op den duur geforceerd ging uitzien. Dat is nu weg. Met dank aan de olympische titel. Rio 2016 stond symbool voor een geslaagde carrière. Niets moest voortaan nog, alles mocht. Parijs-Roubaix, bijvoorbeeld, dat eerste klassieke monument. Het is voor mij allemaal net iets makkelijker nu."

Het stapelt aardig op, ja.

"Ik ben gestaag gegroeid en die groei blijft zich doorzetten. Sinds mijn Tour-ritzege in 2015 in Rodez heb ik niet één zwak seizoen gereden, niet één spectaculaire dip gehad. Zo mag het gerust nog even doorgaan."

"Ik ga ervan uit dat ik op zijn minst nog drie, vier jaar op het allerhoogste niveau kan presteren. Dan zal ik 35, 36 zijn. Ik spiegel me op dat vlak een beetje aan Valverde en Gilbert. Ook zij renderen op leeftijd. Er zit nog rek op bij mij. Twee voorwaarden: gemotiveerd blijven en mezelf doelen stellen. Op dit moment heb ik daar nog geen probleem mee. Het eindpunt is nog niet in zicht."

Welke grote doelen stel je jezelf nog?

"De Ronde van Vlaanderen, uiteraard. Maar ook de Strade Bianche en de Amstel Gold Race. Kortom, wedstrijden die bij mijn klassieke profiel passen en nog niet op mijn palmares staan. Ik zou ook heel graag een keer wereldkampioen worden. Het WK is de moeder aller eendagskoersen, maar in tegenstelling tot een klassieker zoveel moeilijker te winnen. Het WK is te gesloten. Liever rijd ik kop in de wind, man tegen man. Dan komt mijn ware kracht naar boven."

Je hebt het over een nu al geslaagde carrière. Maar is die Ronde van Vlaanderen op je palmares daar geen absolute noodzaak voor?

"Neen, zover wil ik niet gaan. Natuurlijk zou het leuk zijn. Het is en blijft misschien wel de klassieker die me het best ligt. Ik word er nog steeds mee geassocieerd. En als oer-Vlaamse coureur wil je maar één ding: de Ronde van Vlaanderen winnen. De ambitie blijft intact, maar het obsessieve is eruit. Als ik de Ronde dit jaar niet win, probeer ik volgend jaar opnieuw, hé."

Vrees jij in jouw koersen nog iemand?

"Na een lange, slopende wedstrijd: neen. Dan kan ik iedereen aan. Ik ben snel aan de streep, dat is een van mijn troeven. Dat betekent dat ik dus altijd een paar jongens met me mag meenemen. Zelfs Sagan, toch een van de snelste renners ter wereld. Ik ga uit van mijn eigen kwaliteiten. Hoe zwaarder de koers, hoe meer opties ik krijg om ze te winnen."

'Ik mis bij veel renners de panache van Van Avermaet, Sagan en Gilbert', zegt de nieuwe UCI-voorzitter David Lappartient.

"Mooi compliment. Het klopt ook, we rijden nooit afwachtend. Het is een voorrecht en voordeel om met elkaar te koersen. Zolang we maar een parcours krijgen voorgeschoteld waarop we ons kunnen tonen. Daarin dragen de organisatoren een grote verantwoordelijkheid. Zij moeten ervoor zorgen dat hun wedstrijd spektakel kan bieden, tegen dat gecontroleerd koersen in. Aanvallen! Met, in casu Sagan, Gilbert, Naesen en ik, de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat ze ons niet meer te pakken krijgen."

We kunnen ons weinig nummers één van de wereld voor de geest halen die zo luchtig en ontspannen omgaan met die status.

"De eerste plaats is moeilijk te bereiken, en toch makkelijk te verklaren. Er zijn punten te verdienen van de eerste tot de laatste wedstrijd van het seizoen. Wie aan het eind van die jacht het hoogste aantal punten heeft vergaard, is de nummer één."

"Ik ben gezegend met de gave om op verschillende terreinen een heel jaar te kunnen scoren. Uiteraard maakt het me trots. Het is echt niet zo vanzelfsprekend om het seizoen af te sluiten als nummer één op de UCI-wereldranking en toppers als Sagan, Froome, Quintana en Valverde voor te blijven."

Wordt het voorjaar 2018 een kopie van het voorjaar 2017?

"2017 was zeer apart. De kopmannen namen het in bijna elke koers rechtstreeks tegen elkaar op. Mooi en plezant voor het publiek. Hou er rekening mee dat dit nu totaal anders kan zijn, dat de boel meer op slot zit en de outsiders hun ding mogen doen. Als je puur afrekent op kwaliteit, kom je waarschijnlijk wel uit bij dezelfde drie à vijf namen. Maar er rijden zeker nog vijftien, twintig andere jongens rond die de koers met een clevere tactische aanpak kunnen winnen."

Noem eens drie dark horses?

"Gianni Moscon, sterke beer. Dylan van Baarle stak de voorbije jaren al een paar keer de neus aan het venster. En bij ons: Stefan Küng. Nu al wereldtop in het tijdrijden en hij kan het heel ver schoppen in de klassiekers."

Is jouw team verzwakt na het afscheid van Quinziato en het vertrek van Oss en Dillier?

"We zijn even sterk als vorig jaar. Roelandts en Bettiol kwamen in de plaats, Drucker en Schär zijn gebleven. Van Hooydonck is nog jong, maar hij kent de klassiekers, de streek. Een goed uitgebalanceerd geheel dus, prima mix van jeugd en ervaring. Het belangrijkste is dat ik er zelf sta, dan volgt de rest vanzelf. De ploeg is altijd maar zo goed als zijn kopman."