Direct naar artikelinhoud
Hoogsteigen Persoone

Die dag in de chocoladewinkel: discipline op grootmoeders wijze

Dominique Persoone.Beeld Geert Joostens

Dominique Persoone, de Indiana Jones der chocolatiers, runt The Chocolate Line in Brugge en Antwerpen en een cacaoplantage in Mexico.

De laatste bonen zijn gegrild en de pelletjes verwijderd. Het fijnmalen tussen de zware stenen om de cacaomassa van de cacaoboter te scheiden is begonnen. Dit gebeurt onder mijn toezicht achter een ­absoluut geluiddichte glazen wand, de ideale plaats om de winkel in te kijken, naar de stomme film die zich voor mijn ogen afspeelt.

Het is nog vroeg die ochtend in de krokusvakantie, en de verkoop komt traag op gang. Op een paar Engelse toeristen na is de winkel leeg. Dan stapt een goedbewaarde oma, gekleed naar de voorlaatste mode, binnen met aan de hand een kleutermeisje, stijl Petit Bateau. Zelfde ogen, zelfde neus, ongetwijfeld haar préféré kleinkind. Het meisje huppelt, de oma niet. Kleine meisjes dansen als ze gelukkig zijn, oma’s met pijnlijke voeten op te hoge hakken beter niet. Het meisje maakt kleine sprongetjes, maar laat de vertrouwde hand niet los alsof ze het beschermende lichamelijk contact niet wil verbreken, haar is iets beloofd.

Oma kent de winkel, want ze gaat recht naar de plank waarop onze chocoladeletters staan. De volgroeide peuter mag kiezen: melk, wit of ­fondant, maar moet zelf haar letter aanduiden. De eerste letter van haar naam, vermoed ik. Een beloning omdat ze voor het eerst haar naam kan spellen? Oma’s zijn er experten in, om bij hun kleinkinderen het nuttige aan het aangename te paren. Het vingertje gaat in de richting van de ‘A’ in melkchocolade. Ik gok… Agnes is te ouderwets, Amelia te exotisch, Astrid zou passen, dat heeft iets chics, deftigs, de oma ook.

De volgroeide peuter mag kiezen: melk, wit of ­fondant, maar moet zelf haar letter aanduiden. De eerste letter van haar naam, vermoed ik. Een beloning omdat ze voor het eerst haar naam kan spellen?

Op het moment dat de perfecte deal bijna gesloten is, draait het meisje haar hoofdje en ziet onze chocoladen valentijnpaardjes staan. Er wordt niet meer gehuppeld, haar spontane reactie doet me denken aan het plotse verstarren van Gustave, mijn hond, wanneer die op onze wandelingen een goudfazant in het veld ziet. Oma schrikt even, iets verkeerd ingeschat? Het blonde hoofdje wordt tegen de mantel van oma gedrukt, de hand iets steviger vastgepakt, de oogjes gaan verwachtingsvol omhoog richting oma’s ernstige gezicht. Er wordt iets gefluisterd, het kindervingertje wijst in de richting van het paardje. 

Nu gaan de ogen en opgetrokken wenkbrauwen van oma omhoog richting ons nieuwe spanplafond. Er komt tegenargumentatie op grootmoeders wijze. Het hoofdje van ons Astridje zakt naar beneden, de oogjes fixeren nu de punt van de schoentjes. Oma zoekt hulp bij de verkoopsters die ­begrijpend lachen. Ze houden zich op de vlakte, tussenkomst in ­familieconflicten is iets voor vrederechters en advocaten en zelfs dan trek je nog altijd aan het kortste eind.

Er zijn blijkbaar verzachtende omstandigheden, want zowel het paardje als de letter A worden ingepakt, het meisje mag het zakje zelf dragen. Oma knikt naar mij bij het naar buiten gaan en ik groet terug van achter mijn glazen wand. Ik kijk in haar mooie groene ogen en in mijn hoofd speelt er plots een liedje over een tandartsassistente…