Direct naar artikelinhoud
Zware beroepen

Leraars getuigen: "Het is alsof ik aan vier klassen tegelijk lesgeef"

Gerrit De Neef.Beeld Damon De Backer

Leraar een zwaar beroep? De meningen blijven verdeeld. De een vindt het vanzelfsprekend, de ander een utopie. Wel blijft de werkdruk toenemen, luidt het in koor.

Gerrit De Neef (57): "Deze job is mentaal te zwaar om vol te houden tot je 67ste"

“Een leraar gaat vaak met een rugzak naar huis, om die de volgende dag weer mee te nemen.” Gerrit De Neef geeft geschiedenis aan de leerlingen van het vijfde en het zesde middelbaar in het Gentse Atheneum Wispelberg. 

Volgens hem is een job als leraar te zwaar om vol te houden tot 67 jaar. Dat wijt hij aan de toenemende werkdruk voor leraars, die het beroep te zwaar maakt. “We hebben verschillende jobs: leraar, toezichthouder, en leerlingenbegeleider.” Dat wijt hij aan een nijpend personeelstekort in de scholen. “De secretariaten zijn ingekrompen en de taken zijn verdeeld onder de leraar, het pedagogisch personeel en de directie.” Die waaier aan taken weegt volgens hem vooral op oudere leraars.

'We hebben verschillende jobs: leraar, toezichthouder, en leerlingenbegeleider'
Gerrit De Neef

Nog volgens De Neef voelen steeds meer leraars zich verantwoordelijk voor het psychisch welzijn van hun leerlingen. “Psychische problemen bij jongeren komen steeds meer aan bod, en maar goed ook. Wel zijn het de leraars die de verantwoordelijkheid van de opvolging ervan op zich nemen.” Veel leraars nemen zo hun werk mee naar huis, volgens De Neef.

Zelf werkt De Neef gemiddeld veertig uur per week. “Daarvan gelden enkel vergaderingen en correctiemomenten als échte werkuren voor mij. Lesgeven is meer dan een fantastische hobby waarvoor ik betaald word.” Veel van zijn werkuren gaan op in zogenaamde 'grijze uren' – uren vol kleinere taken. 

David Jansen (42): "Ik zie een leraar niet tot zijn 67ste vijftig uur per week werken"

David Jansen.Beeld Joel Hoylaerts / Photo News

“Een leraar heeft het veel drukker dan pakweg twintig jaar geleden.” David Jansen staat elke dag voor een klas uit het vierde leerjaar van Het Kleine Atheneum in Hasselt.

Zelf wijt hij de grote toenemende werkdruk aan de verschillende kinderen die bijzondere regimes vereisen. Zo zitten er in zijn klas kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS), kinderen die geen Nederlands spreken, en hoogbegaafden.

Lees de opinie van Bart Eeckhout: "Is leerkracht een zwaar beroep? Het enige eerlijke antwoord is: jazeker, soms" (+)

“De tijd van het lineair lesgeven aan één grote groep is voorbij. Nu geef ik de gewone kinderen les, mogen de hoogbegaafden vaak al aan een andere oefening beginnen, en moet ik aan de kindjes met ASS op een compleet andere manier lesgeven. Daarnaast is er nog een kindje uit Slovenië dat geen Nederlands begrijpt.” Aan de leraar om het overzicht te houden, aldus Jansen

Maar niet alleen tijdens de les is de klas van de 21ste eeuw zwaarder dan die van de vorige eeuw. “Kinderen met ASS en hoogbegaafden vereisen telkens bijna volledig ander lesmateriaal.” 

'Het is bijna een extra job: een kind Nederlands leren'
David Jansen

Ook pedagogisch is het opletten geblazen voor Jansen. “'Goed zo', zeggen tegen een groep heeft voor de hoogbegaafde kinderen een andere betekenis dan voor de kinderen met ASS.” Dat maakt het volgens hem vermoeiend voor leraars om het overzicht te behouden.

Daarnaast komen ook steeds meer anderstaligen in de klassen voor. “Het is bijna een extra job: een kind Nederlands leren.” Tel dat allemaal samen en het is volgens Jansen te zwaar om de job tot 67 jaar vol te houden. "Het is alsof ik aan vier klassen tegelijk les geef."

Leraars worden volgens hem ook steeds meer pedagogisch verantwoordelijk over hun leerlingen. “Om een voorbeeld te geven: tot voor kort kwamen kinderen steeds zindelijk naar school. Dat is vandaag vaak een uitzondering. Het resultaat? Kleuterleidsters die urenlang bezig zijn met luiers te verversen.” Zelf werkt Jansen gemiddeld 50 uur per week. 

Veronique Fricot (45): "Alle leraars de stempel van een zwaar beroep geven is een utopie"

Veronique Fricot.Beeld Alexander D'Hiet

“Op dit moment heb ik het gevoel wel tot 67 jaar te kunnen werken, maar oudere collega’s waarschuwen me. ‘Wacht vijftien jaar en je zult wel zien', zeggen ze.” Veronique Fricot geeft les aan klassen van het eerste tot het vierde middelbaar in het Sint-Lodewijkscollege in Brugge.

Het is volgens haar oneerlijk om élke leraar het statuut van zwaar beroep te geven. “Geen enkele leraar heeft evenveel werk als een andere. Zelf geef ik les in een West-Vlaamse school bij Brugge. Dat is nu eenmaal gemakkelijker dan een concentratieschool in het centrum van een grootstad.” 

Maar zelfs binnen scholen zijn er verschillen. “Zelf heb ik geen zwaar beroep op dit moment, maar collega’s die voor moeilijkere klassen staan, absoluut wel.” Daarom is het volgens Fricot onmogelijk om te bepalen of de héle beroepsgroep een zwaar beroep beoefent. “Dan zou er beter een systeem zijn met criteria die bepalen wanneer een leraar een zwaar beroep heeft en wanneer niet.”

'De druk van buitenaf om te presteren groeit volop. Zowel van de ouders als van de kinderen'
Veronique Fricot

Daarmee wil ze niet gezegd hebben dat leraars een simpele job hebben. “De druk van buitenaf om te presteren groeit volop. Zowel van de ouders als van de kinderen.”