Direct naar artikelinhoud
Terrorisme

'Home-grown' terroristen zijn gevaarlijker dan Syriëstrijders

Een militair in Brussel Centraal na de mislukte aanslag in juni vorig jaar, toen een man uit Molenbeek een koffer tot ontploffing bracht.Beeld Eric de Mildt

De focus van veiligheidsdiensten is verschoven van Syriëstrijders naar terroristen van eigen bodem. Die groep vormt een grotere bedreiging, onder meer door haar onvoorspelbaarheid. "Ze worden soms gezien als amateuristischer, maar zijn vaak stukken dodelijker."

De terrorist die afgelopen vrijdag toesloeg in Trèbes, is nooit bij IS in Syrië of Irak geweest. Geen Syriëstrijder of foreign terrorist fighter, maar een homegrown terrorist fighter. Hij is geen uitzondering.

'Deze individuen zijn moeilijker detecteerbaar en dus zijn hun aanslagen minder gemakkelijk te verijdelen'
Thomas Renard, Egmont Instituut

Volgens een rapport van Thomas Renard van het Egmont Instituut vonden er in 2017 op het Europese vasteland zestien aanslagen plaats, waarvan geen enkele is gepleegd door een teruggekeerde Syriëstrijder. Het ging bovendien telkens om een dader die hoofdzakelijk alleen handelde en geen deel uitmaakte van een terreurcel, met als uitzondering de aanslag in Barcelona. "Hun aanslagen worden soms als amateuristischer gezien, maar vaak hebben ze meer doden tot gevolg", zegt Renard.

Maar het aantal aanslagen op het Europese vasteland daalt ook. Voor Trèbes was het al geleden van 1 oktober vorig jaar. "In zekere zin is het dus een positieve evolutie, die het gevolg is van de verliezen van IS", zegt Thomas Renard. "De aantrekkingskracht van IS is niet meer wat ze was. Tegelijkertijd zie je dat die individuen moeilijker detecteerbaar zijn en dus zijn hun aanslagen ook minder gemakkelijk te verijdelen. De zwakte van een terreurcel is dat de leden ervan communiceren met elkaar."

Het aantal strijders uit België in Syrië en Irak, zowel mannen als vrouwen, is gekend: 413 zijn er ooit afgereisd, 85 hebben het geprobeerd. Inlichtingendiensten hebben een zicht op wie ze zijn en wie elkaar kent. 

'De Koerden houden Syriëstrijders gevangen en dreigen ermee hen vrij te laten als ze geen westerse steun krijgen'
Thomas Renard, Egmont Instituut

Het aantal geradicaliseerden in ons land is minder precies. Het Orgaan voor Dreigingsanalyse in ons land heeft 38 namen op de OCAD-lijst geregistreerd als homegrown terrorist fighters (HTF). Behalve hen is er een grotere groep waarvan het cijfer niet exact is. Europees antiterrorismecoördinator Gilles de Kerchove schat het op zo'n tweeduizend.

"Het getal is niet exact, omdat het vaststellen van radicalisering zo moeilijk is", zegt Renard. "Enkele daders in 2017 hadden in de eerste plaats psychologische problemen, eerder dan een ideologische overtuiging. Probeer dan maar eens te voorspellen in welke mate iemand een bedreiging vormt."

Syriëstrijders als pasmunt

De terroristen van eigen bodem stellen de veiligheidsdiensten voor een grote uitdaging. Tegelijkertijd stelt het OCAD vast dat een deel van hen geen directe contacten heeft met IS en zich enkel laat inspireren door haar propaganda. En die officiële IS-propaganda is drastisch verminderd.

De laatste editie van IS-tijdschrift Rumiyah dateert van september 2017. Oude video's duiken opnieuw op, soms licht gewijzigd, maar de productie van nieuwe video's en hun impact nemen af. Allemaal zaken die meespeelden in het gedaalde dreigingsniveau.

Renard denkt dat de dreiging van terroristen van eigen bodem nog zal afnemen, maar dat het fenomeen van de Syriëstrijder weer naar voren komt. Voorlopig is een massale terugkeer van strijders naar België niet op gang gekomen. In 2017 waren het er vijf. 

"Maar de Koerdische strijders houden een groot aantal Syriëstrijders gevangen en dreigen ermee hen vrij te laten als ze geen westerse steun krijgen", zegt Renard. "Ze gebruiken hen als pasmunt. De vraag voor België is hoe lang je die situatie laat duren."