Direct naar artikelinhoud
Opinie

Gents burgerkabinet heeft wél het voordeel van de dialoog

Bram Verschuere is professor aan de UGent en voorzitter van het Gentse burgerkabinet.

Het Gentse burgerkabinet is een experiment dat probeert om de ‘representatieve’ en de ‘participatieve’ democratie samen te brengen. Een politieke meerderheid mag nog steeds, en gelukkig maar, een circulatieplan invoeren. Maar daarnaast wordt voor burgers – ook gelukkig – de opening gecreëerd om via het burgerkabinet voorstellen te doen om dat beleid bij te sturen. De recente kritiek op de werking van het burgerkabinet valt ernstig te nemen, maar ik durf een wat genuanceerder beeld schetsen, op basis van tussentijdse evaluaties en van mijn ervaringen als voorzitter. Niet om gelijk te halen, maar om lessen te trekken voor de toekomst.

Bram Verschuere.Beeld rv

Adviezen

De eerste en grootste kritiek is dat het speelveld voor de deelnemers te klein is. Een aantal politieke beslissingen, zoals het principe van de 'knippen' (plaatsen waar bepaalde voertuigen niet door mogen) of het Gentse parkeerplan, mogen niet besproken worden. Het burgerkabinet werd ook pas geïnstalleerd nadat het circulatieplan werd ingevoerd, zodat het zich niet heeft kunnen uitspreken over de grote lijnen ervan. En de adviezen van het burgerkabinet zijn niet bindend. Dit strakke kader heeft ons niet belet om adviezen te formuleren over alle thema’s die de leden aanbrachten, óók over knippen en parkeren. Ik begrijp dat sommigen zich graag uitspreken over de opportuniteit van het complete circulatieplan, of dat voor anderen de geformuleerde adviezen een meer bindend karakter mochten krijgen. Ik begrijp dat mensen afhaken omdat dit speelveld voor hen te beperkend is, hoewel de spelregels van meet af aan duidelijk zijn meegedeeld. In de toekomst moet beter worden nagedacht hoe er ingespeeld kan worden op de verwachtingen van participanten.

Sommige critici vinden, ten tweede, dat het burgerkabinet een strategisch handige zet was. Was het circulatieplan één groot fiasco geworden met een onbereikbaar Gent tot gevolg, dan zou het als een boemerang in het gezicht van het stadsbestuur zijn teruggekeerd. Vanuit het standpunt van de meerderheid was het daarom nog zo gek niet om een stukje ‘participatieve’ democratie toe te voegen, door een burgerkabinet te installeren dat bijsturingen aan het plan kan adviseren. Zo ‘toont’ het bestuur dat het openstaat voor signalen van onderuit. 

Uiteindelijk is de invoering van het circulatieplan zonder grote problemen verlopen, toch in de perceptie van de meeste Gentenaars. Dat blijkt ook uit de eerste evaluatie van het circulatieplan. Het al dan niet slagen van een beleidsplan bepaalt ook de mate waarin er stof voor discussie is. Ik kan mij inbeelden dat sommigen afhaken na één of twee sessies, omdat het meeste stof rond het circulatieplan was gaan liggen: ze hebben hun zeg kunnen doen. Ook dat is een les: als de relevantie van een participatie-initiatief verkleint, moet het misschien sneller kunnen worden stopgezet.

Ik kan mij inbeelden dat sommigen afhaken na één of twee sessies, omdat het meeste stof rond het circulatieplan was gaan liggen

Derde punt van kritiek: de kwaliteit van de adviezen. Hoe zouden gewone burgers innovatieve adviezen kunnen formuleren in een complexe en technische beleidskwestie, waar de experts bij de stadsdiensten niet zelf al aan hadden gedacht? Maar alle adviezen zijn door de stadsdiensten geanalyseerd en beantwoord, en een aanzienlijk deel ervan heeft tot aanpassingen aan het circulatieplan geleid. Dat op zich is voor mij voldoende bewijs van kwaliteit. Het toont bovendien dat de mobiliteitsexperts van de stad en ervaringsdeskundige burgers wel degelijk in dialoog kunnen gaan met elkaar. 

Toekomstige experimenten

Die dialoog is maar mogelijk geweest omdat de deelnemers bereid waren om zich een complex beleidsdossier eigen te maken. Het engagement was groot: het bijwonen van informatiesessies, het doornemen van documentatie, en het deelnemen aan de debatsessies. Bij toekomstige experimenten moet er dus ook goed worden nagedacht over de inspanning die we kunnen verwachten van deelnemers, willen we vermijden dat mensen afhaken omdat het engagement uiteindelijk te groot blijkt.

Ten slotte de fundamentele vraag: wat is de meerwaarde van het burgerkabinet als Gentenaars ook andere kanalen hebben om hun bekommernissen over het circulatieplan kenbaar te maken? In vergelijking met andere vormen van participatie, die meer gericht zijn op het formuleren en doordrukken van individuele of groepsbelangen, hebben we met het burgerkabinet geprobeerd om een overlegmodel te ontwikkelen: mensen met verschillende achtergronden hebben lang gedebatteerd met elkaar, en geluisterd naar elkaar. Vanuit die poging om elkaar standpunten te begrijpen, slaagden de deelnemers er vaker wel dan niet in om gedragen adviezen te formuleren. 

Het burgerkabinet kost inspanning en het lukt niet altijd, maar een constructieve dialoog onder burgers is mogelijk

Laat dat de essentiële les zijn: het burgerkabinet kost inspanning en het lukt niet altijd, maar een constructieve dialoog onder burgers is mogelijk, zelfs over een sterk gepolitiseerd beleidsdossier als het circulatieplan.