De loopbaan van een werknemer met een zwaar beroep zal zwaarder doorwegen dan van wie geen zwaar beroep heeft. Zo zal bijvoorbeeld in plaats van 44 jaar loopbaan maar 42 jaar loopbaan nodig zijn om op 60 jaar op pensioen te kunnen gaan. Voor de berekening van het pensioen zal echter maar rekening worden gehouden met 42 jaar.

Met andere woorden: een werknemer zal misschien wel vroeger kunnen vertrekken, maar het pensioenbedrag zal lager liggen omdat er minder loopbaanjaren zijn. “De regering zegt dus: het is ok als je door een zwaar beroep vroeger met pensioen kunt, maar dan wel aan een lager pensioen”, klinkt het bij het ABVV. “Pensioendiefstal”, zo vindt de vakbond.

“Op die manier betaalt wie een zwaar beroep uitoefent, zelf die vervroegde uitstap”, argumenteert de vakbond. Dat kan oplopen van 54 tot 254 euro, zo becijferde de vakbond. “Dat laatste is in het uiterste geval, voor iemand die aan de drie criteria (veiligheidsrisico, fysieke belasting en arbeidsorganisatie) heeft voldaan en aan het hoogste loonplafond zit”.