Direct naar artikelinhoud
Modestarters

Een eigen zaak beginnen in onzekere tijden doe je zo

Jonge, Belgische modestarters: de toekomst is aan de durvers
Beeld rv

De laatste tijd duikt het ene nieuwe mode-, ­juwelen- of lederwarenmerkje na het andere op, ondanks de verzengende concurrentie van fast fashion. Wie zijn ze? En wat drijft hen? ‘Ik had voor mezelf oorbellen gemaakt met ‘Kiss my ass’ erop, voor als mijn chef zat door te drammen.’

Hanne Debaere, project manager bij de organisatie voor ondernemingscreativiteit Flanders DC, staat Vlaamse starters bij met goede raad. Zij bevestigt de trend: “Ik sta er soms zelf van versteld. Er heerst een tendens dat iedereen z’n innerlijke creativiteit wil aanboren, mensen willen iets anders, iets creatiefs doen. Een tweede trend is ecologisch georiënteerd: ‘Ik wil iets lokaals doen. Ik wil een badpak, maar dat wil ik niet uit China laten komen dus maak ik het zelf, hier in Europa.’ Iedereen wordt zich meer bewust van ecologie, het is dezelfde trend die we bij voedsel zien.

Of je slaagt, hangt voor een groot deel af van jezelf: de aanhouder wint, zegt Debaere. “Je zit met moordende concurrentie in de modesector, alles is al verkrijgbaar. Het is keihard labeur, de eerste jaren verdien je niks. Het is een combinatie van er blijven voor gaan en bepaalde commerciële toegevingen willen doen. En je moet het op de een of andere manier financieel weten te redden, met geldschieters of een goeie lening.”

Waarom zet de jongere generatie dan toch nog haar schouders onder de opstart van een eigen label?

'Ik had voor mezelf setjes oorbellen gemaakt met ‘Kiss my ass’ erop, voor als mijn chef zat door te drammen over onbenullige details, of ‘Don’t get me started’, voor bij kleine frustraties'

Schoenontwerpster Elisa Mol van Fiamme: “Ik kom uit een familie van zelfstandigen. In 2015 kon ik zelf iets opstarten. Sneakers waren erg in en ik dacht: waarom geen sneaker met de kwaliteit van een leren schoen? Intussen is het geëvolueerd naar een volwaardige ­collectie. Als je genoeg in jezelf gelooft en je hebt een goed concept, dan is er nog altijd plaats voor. Mensen zijn voortdurend op zoek naar iets nieuws.”

Juweelontwerper Jasmien Witvrouwen rolde er per ongeluk in: “Vijf jaar geleden begon ik te sukkelen met mijn gezondheid en moest ik mijn eigen zaak stopzetten. Om de rekeningen te betalen, deed ik interimjobs die niet te veel van me vroegen. Dat nine to five-werken in een inspiratieloze omgeving werd de inspiratie voor mijn eerste collectie ‘Happy Pills’. Ik had voor mezelf setjes oorbellen gemaakt met ‘Kiss my ass’ erop, voor als mijn chef zat door te drammen over onbenullige details, of ‘Don’t get me started’, voor bij kleine frustraties. Mensen vonden het grappig en stimuleerden me om ze ook echt uit te brengen.

“We staan nu een jaar en drie collecties verder, met een vierde volop in de maak. Ik heb er nooit bij stilgestaan of er nog plaats voor was, ik had er ook nooit aan gedacht om ze te verkopen. Ik had er wel al vijf jaar als zelfstandige opzitten en kon heel goed het risico inschatten. Ik had er ook voor gezorgd dat ik een goede productielijn kon opzetten mochten mijn grappen wél ­verkopen.”

Sterke basis

Knitwear designer Valentine Witmeur was altijd al gepassioneerd door de modewereld.“Nadat ik enkele jaren in de sector had gewerkt, wilde ik het zelf proberen, maar op kleine schaal. Eén enkel product – een gebreide trui – in één maat en zes verschillende modellen, om de risico’s zo veel mogelijk te beperken en een sterke positie in te nemen op de markt. Ik denk wel dat het mogelijk is om je een plaats toe te eigenen, op voorwaarde dat je een sterk product neerzet dat karakteristiek genoeg is. Het is ook de reden waarom ik één product wilde ­lanceren, eenvoudig, kwalitatief en met een sterke positionering. Het is belangrijk om dat beginpunt niet uit het oog te ­verliezen.”

Dat is een gouden raad die ook Debaere wil meegeven: “Maak eerst een product dat goed in elkaar zit en gun het publiek de tijd om dat te leren kennen, alvorens op de kar te ­springen van limited editions en dergelijke. Een merk opbouwen heeft tijd nodig: durf die tijd te nemen en verlies jezelf niet in het willen volgen van allerlei tendensen.”

'Denk vooraf heel goed na over wat je eigen waarden zijn, en waar jij voor wilt staan. Als je daar trouw aan kunt blijven en jezelf kunt zijn, komt alles meer dan goed'

Dat houdt ook tassendesigner Daphny Raes bezig. “Een eigen merk is zo persoonlijk dat je automatisch je eigen plek kunt creëren in de markt. Ik kijk vooral naar de grote ­merken: wat doen zij goed – of juist niet – en hoe kunnen wij ons daarvan onderscheiden? Grote merken missen bijvoorbeeld vaak dat stukje persoonlijk contact, daar focussen wij heel erg op. Daarnaast onderscheiden wij ons door alleen met plantaardig gelooid leer te ­werken.

“Toen ik net startte, deed ik wel eens ­toegevingen die niet goed voelden of zei ik ja tegen winkels waar ik eigenlijk liever niet wilde liggen. Ik dacht dat ik alle kansen moest grijpen om verder te komen. Dat doe ik niet meer. Het is als jong merk superbelangrijk dat je bij alle keuzes die je maakt trouw blijft aan je visie. Mensen moeten in één oogopslag zien waar je als merk voor wil staan en daarin moet je consequent zijn.”

Ook Jasmien benadrukt het belang van eigenheid: “Omwille van mijn ziekte (Jasmien heeft de postvirale hersenziekte ME, een zeldzamere vorm van CVS, red.) blijft juweelontwerp mijn bijberoep. Los daarvan vind ik het ook fijner op die manier. Omdat de financiële stress er niet is, kan ik vrijer ontwerpen en meer mezelf zijn. Als je boterham ervan afhangt, verandert het plezier in een soort van druk. Je bent sneller geneigd ‘commer­cieel’ te worden, en er ontstaan soms ontwerpen die ver van jezelf gaan afstaan. Dat wil ik niet. Denk vooraf heel goed na over wat je eigen waarden zijn, en waar jij voor wilt staan. Als je daar trouw aan kunt blijven en jezelf kunt zijn, komt alles meer dan goed. Het kan heel snel gaan: vorig jaar was een rollercoaster, het leek of iedereen in mijn plaats besliste en ik diegene was die overal achteraan liep.”

Durf delegeren

Tijd blijkt inderdaad een heikel punt bij de jonge starters. Elisa Mol: “Tijd is toch een van de dingen die je echt moet leren inschatten. Maar dat leer je wel snel.” Debaere: “Je kunt niet alle facetten van het merk zelf opbouwen. Het geheim van succes ligt in je te omringen met de juiste mensen en toe te kunnen geven dat je geen modefotograaf of communicatie­specialist bent. Durf te delegeren om tot het beste resultaat te komen.”

Dat vindt ook Daphny. “Ik denk dat veel jonge ondernemers niet echt goed weten wat er allemaal bij komt kijken. Ik was al aan het dromen van iedere dag laat opstaan, eigen uren bepalen en vrije dagen nemen als de zon scheen. Maar in de praktijk komt het er op neer dat ik meer uren klop dan om het even wie met een vaste baan. Ik ben gestart zonder uitgewerkt plan, ik zag wel wat er op mijn pad kwam. Ik ben niet zo’n planner en had er dus nooit over nagedacht wat ik zou doen als het bedrijf plots zo hard zou gaan groeien dat ik het niet meer kon ­bijbenen.

'Ook al is het niet makkelijk om als jong merk van de grond te komen, toch wil ik blijven knokken en tellen de successen dubbel zo hard'

“Als perfectioniste wilde ik alles zelf doen en me overal in verdiepen: design, sociale media, sales, branding, marketing, websites bouwen, fotografie en ook nog eens de cijfers op orde hebben om te kunnen groeien. Dat alles zonder iemand om het mee te delen. Dat werkt natuurlijk niet. Toen mijn partner Han bij het bedrijf kwam, viel er een last van mijn schouders.”

Dat ontdekte ook Valentine: “Wat ik heb geleerd, is dat je je moet omringen met complementaire personen, je kunt niet in alles goed zijn. Sinds een jaar neemt mijn zakenpartner Arthur het financiële en commerciële aspect op zich. Ook praten met anderen over ideeën is goed; zij geven soms input waar je zelf nog niet aan had gedacht.”

Kunstvorm

Debaere vindt dat er soms wat te lichtzinnig omgesprongen wordt met ‘merkjes lanceren’. “Een modemerk oprichten, is keihard ­werken. Er moet passie achter zitten. Ik mis vaak echte creativiteit. Mode maken is een kunstvorm, veel mensen vergeten dat. Ik vind dat heel erg voor de echte designers. Je moet er het talent en de feeling voor hebben, het is iets bijzonders en niet: een sweater nemen en er een paar letters op plakken.”

Ook Daphny waarschuwt dat het keihard werken is. “Er zijn best wel momenten geweest waarop ik de handdoek in de ring wilde gooien. Periodes waarin ik alleen maar werkte en geen sociaal leven had. Er waren tegenslagen die veel geld kostten en waarvan ik niet wist hoe ik het moest oplossen. Maar als ik dan aan een vaste baan dacht, besefte ik dat ik niets liever doe dan een eigen label runnen. Het is uitdagend, ik leer nog steeds elke dag bij. Ook al is het niet makkelijk om als jong merk van de grond te komen, toch wil ik blijven knokken en tellen de successen dubbel zo hard.”

Dat vindt ook Elisa: “De onzekere economie is natuurlijk angstaanjagend, maar dat kan me niet tegengehouden. Ik blijf gewoon heel realistisch. Het is een harde sector en zeker niet de makkelijkste, maar het is waar ik het liefst ben en mezelf helemaal in kan vinden.”

Valentine: “Een van de belangrijkste obstakels in deze sector is de nood aan een grote cashflow, waardoor je de modekalender kunt volgen – collecties worden altijd een jaar op voorhand ontworpen. Het is niet makkelijk, de verkoop komt er niet vanzelf en je moet super proactief zijn. Mijn mantra? ‘Rome wasn’t built in a day’.

valentinewitmeurlab.comjasmienwitvrouwen.comfiammefootwear.com & daphnyraes.com

Zelf ondernemingszin? Flanders DC organiseert regelmatig infosessies: flandersdc.be/nl/agenda/starten-in-de-mode.