20 jaar cel en 12.000 euro boete voor Ayari en Abdeslam

Zowel Salah Abdeslam als Sofien Ayari is veroordeeld tot de maximumstraf van 20 jaar voor moordpoging op agenten in een terroristische context. Dat was ook de eis van de openbaar aanklager. Beiden moeten een boete van 12.000 euro betalen.

Mark Eeckhaut, Rogier Verschueren, pvm

Volgens de rechtbank staat het vast dat Abdeslam, Ayari en Mohamed Belkaid op 15 maart schoten om te doden toen ze het vuur openden op politiemensen die een huiszoeking deden in het appartement aan de Driesstraat in Vorst, waar Abdeslam en co. zich verscholen.

‘Hun bedoeling blijkt uit de aard van de wapens die ze gebruikten (oorlogswapens, red.), het aantal kogels dat ze afvuurden en de aard van de verwondingen bij de agenten. Alleen de professionele reactie van de agenten heeft erger vermeden.’ Volgens rechter Marie France Keutgen is het duidelijk dat de verdachten behoren tot een cel van terroristen die de bedoeling had de bevolking te intimideren.

De openbaar aanklager eiste 20 jaar cel voor Abdeslam en Ayari. De rechtbank volgde die eis. Een van de daders, Belkaid, overleefde de schietpartij niet.

Fikse schadevergoedingen

Behalve de boete moeten Abdeslam en Ayari fikse schadevergoedingen betalen. Aan de politieagent die zwaargewond raakte bij de schietpartij, moeten ze 315.000 euro betalen, de Belgische staat heeft recht op een vergoeding van 142.000 euro. Twee andere politieagenten krijgen een schadevergoeding van 15.000 euro, drie anderen een schadevergoeding van 10.000 euro. Voor twee agenten wordt de schadevergoeding vastgelegd na het verslag van een expert.

De burgerlijke partijstelling van V-Europe, de vereniging van slachtoffers van de aanslagen van 22 maart, is onontvankelijk verklaard. Volgens de rechtbank kon zij niet aantonen dat ze een direct belang had.

Mary krijgt ongelijk over procedurefout

Voordat het vonnis over de schietpartij werd voorgelezen, verklaarde de Brusselse correctionele rechtbank de strafvordering ontvankelijk. De advocaat van Salah Abdeslam, Sven Mary, had aangevoerd dat de strafvordering onontvankelijk was omdat de onderzoeksrechter in de foute taal was gevorderd. De rechtbank volgde die redenering niet.

Volgens Mary werd een fout gemaakt bij de start van het onderzoek, toen de vordering om een gerechtelijk onderzoek te openen en de toewijzingen aan de onderzoeksrechters door de deken, een Nederlandstalige onderzoeksrechter in de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel, in het Frans waren opgesteld. De taalwet schrijft voor dat een rechter zijn functie uitoefent in de taal van de rechtbank waartoe hij behoort, hier in het Nederlands.

Volgens de rechtbank waren de vorderingen en de toewijzingen evenwel ordemaatregelen en geen onderzoeksdaden. Alleen onderzoeksdaden zijn onderworpen aan de taalwetgeving.

'Rechtbank bijzonder creatief'

'De rechtbank is in haar vonnis bijzonder creatief geweest, vooral dan wat de procedures betreft', zegt Mary. 'Ik ben het er niet mee eens dat de vordering van de onderzoeksrechter een ordemaatregel is en geen onderzoeksdaad. Ik beschik nog niet over een kopij van het vonnis, maar dit vergt minstens een doordachte bestudering.'

De verdediging heeft dertig dagen om tegen het vonnis in beroep te gaan. Mary gaf aan dat hij 'de komende dagen en weken' met zijn cliënt zal overleggen of hij dat daadwerkelijk zal doen. 'Ik zal het hem voorleggen. Ik zal hem bepaalde zaken suggereren, maar de beslissing ligt bij hem', vervolgde Mary.

Op de vraag of hij verrast was over de maximumstraf, antwoordde hij dat er 'geen verrassingen zijn als het gaat over Abdeslam'.

Ook Ayari niet aanwezig

Vorige week werd al gemeld dat Salah Abdeslam niet aanwezig zou zijn. Maandag meldde het federaal parket dat ook de tweede verdachte, Sofien Ayari, niet overgebracht werd uit de Franse gevangenis waar hij vastzit. Zijn advocaat had vrijdag nochtans laten weten dat Ayari waarschijnlijk zou komen.

Het is nog niet duidelijk waar Abdeslam zijn straf zal uitzitten, zegt Luc Hennart, de voorzitter van de Brusselse Franstalige rechtbank van eerste aanleg. 'De uitvoering van de straf is een zaak van de uitvoerende macht, er zal dus overleg moeten gepleegd worden tussen de Belgische en Franse regering', aldus de rechtbankvoorzitter.

'Bovendien zit Abdeslam in Frankrijk in voorlopige hechtenis in afwachting van het proces over de aanslagen in Parijs. Als het Franse gerecht hem daarvoor ook een straf oplegt, komt die bovenop de straf die hier is uitgesproken. Hij zal ze dus achtereenvolgens moeten uitzitten. De beslissing over de plaats waar hij dat zal moeten doen, zal pas vallen na het proces over de aanslagen in Parijs.'