Direct naar artikelinhoud
Filmrecensie

'Avengers: Infinity War': de ultieme collagefilm waarop we gehoopt hadden

Avengers: Infinity WarBeeld Chuck Zlotnick

Groot, groter, grootst. Avengers: Infinity War werd de ultieme collagefilm waarop we gehoopt hadden. Met de hoofdingrediënten uit alle achttien eerdere delen van het Marvel Cinematic Universe (MCU). Zorgvuldig door elkaar gemixt tot een onverwacht coherent geheel.

Tweeëntwintig voor allen. De poster verraadde het al: in Avengers: Infinity War bundelen maar liefst 22 superhelden de krachten. Ze hier opsommen, zou de helft van deze bespreking in beslag nemen. Dat zij in de complete chaos allen tot hun recht komen en hun identiteit kunnen behouden, verklaart de 2,5 uur durende zit.

Openen doet de film als vanouds in de actie. Opperslechterik Thanos heeft zijn zinnen gezet op alle zes Infinity Stones, om zo de totale macht over het universum te krijgen. Vanuit die rol wil hij zijn willekeurige genocide voortzetten, vanuit een kortzichtig idee zo verlossing te brengen. De eerste twee stenen verzamelt hij al snel, en maken hem meteen sterker dan Thor en Hulk. Maar de volgende stuks bevinden zich op aarde, en daar zitten natuurlijk nog een handvol andere helden.

Omdat in deze derde Avengers alle helden van het MCU samenkomen, zoekt de film naar het midden tussen de verschillende tone of voices. Bijvoorbeeld, wanneer de Guardians of the Galaxy hun intrede maken, gebeurt dat op de geplaybackte tonen van ‘Rubberband Man’ van The Spinners, een vergeten klassieker waarmee de avonturen van Star-Lord en de zijnen steevast worden ondersteund. Maar daar houdt het ook op.

Tom Holland, Robert Downey Jr., Dave Bautista, Chris Pratt en Pom Klementieff in Avengers: Infinity WarBeeld AP

Lucratief allegaartje

Het is verrassend hoe slim de verschillende verhaallijnen van alle eerdere films quasi helder samenkomen, als een ultieme collage. Uiteraard was het finaal samenbrengen van bijna twee dozijn helden het doel. Maar op papier leek dat toch vooral een vergezocht doch extreem lucratief allegaartje.

De broers Russo – die eerder twee Captain America’s regisseerden – vonden een manier om de typische elementen van elke aparte franchise zorgvuldig en gedoseerd door elkaar te mixen. Al betekent dat ook keuzes maken. Avengers: Infinity War trekt bijvoorbeeld de kaart van de pure actie, ten koste van humor. De grappen zijn veel subtieler, behalve die keer dat Kevin Bacon er fijntjes wordt bijgelapt.

Opperslechterik Thanos heeft zijn zinnen gezet op alle zes Infinity Stones.Beeld Marvel Studios

Het was ook uitkijken naar de snelle terugkeer van King T'Challa ofte Black Panther. Dat niet hij, maar zijn fictieve koninkrijk Wakanda een voorname hoofdrol speelt, zorgt voor de nodige empathie. Want tegenwoordig hebben de Marvel-superhelden wel wat andere katten te geselen dan de doorsnee, aardse criminaliteit. Vandaag vechten ze hun battles uit in verre melkwegstelsels, tegen villains die nog amper een menselijk gelaat kunnen tonen. Dat maakt Avengers: Infinity War – hoe dwaas dat in deze context ook moge klinken – bij momenten een ver-van-mijn-bedshow. Als een zoveelste aanslag in Kaboel.

Aan het einde van de rit doet Avengers: Infinity War precies wat het belooft: alle achttien eerdere delen samenbrengen, zonder er veel aan toe te voegen. Maar zelfs dat weet geen moment te vervelen. In die mate, dat we eerlijk gezegd niet kunnen wachten op de volgende. Nog een jaartje. 

Nu in de bioscoop.