Zorgt Theo Francken voor een triomftocht van de N-VA in Brussel?

Het viel op. Brabander Theo Francken, staatssecretaris voor de N-VA, stak veel tijd in de voorstelling van de Brusselse kandidaten van de N-VA voor de gemeenteraads­verkiezingen. Dat is allicht geen toeval. Brusselaar Luckas Vander Taelen bekijkt die opmerkelijke strijd in onze hoofdstad.

opinie
BELGA/VERGULT
Luckas Vander Taelen
Luckas Vander Taelen is gewezen parlementslid voor Groen, muzikant en freelancejournalist.

Het is natuurlijk niet echt verbazend dat de N-VA vol zelfvertrouwen inzet op de komende gemeenteraads­verkiezingen in Brussel. Volgens de laatste peilingen wordt de partij niet alleen aan Vlaamse kant de grootste partij, maar slaagt ze er ook in om de christendemocraten, CDH, aan Franstalige kant voorbij te steken? Die partij is zonder haar boegbeeld Joëlle Milquet al een tijd op de dool in Brussel, maar het blijft merkwaardig dat een Vlaamse partij groter wordt dan een tot voor kort niet onbelangrijke Franstalige speler.

Die naar Brusselse normen spectaculaire doorbraak is te verklaren door de populariteit van Jan Jambon en Theo Francken, de boegbeelden van de N-VA, die volop lijken te profiteren van de aandacht die ze bijna dagelijks ook in de Franstalige media krijgen. En hoewel die niet altijd positief is, en bij heel wat Franstalige journalisten en intellectuelen een weerzin voor de partij blijft bestaan, is dit helemaal anders bij de gewone Brusselaar.

Dat is dan weer uit te leggen omdat er haast geen Franstalige partijen zijn die het aandurven om een hard standpunt in te nemen als het gaat over problemen die gelinkt zijn aan veiligheid of migratie. Vooral Theo Francken is het symbool geworden van het tegendeel van die terughoudendheid en dat lijkt de N-VA geen electorale windeieren te zullen leggen.

Op uitzondering van de MR, die via Didier Reynders liet weten geen principiële problemen te hebben om in een Brusselse coalitie te stappen met de Vlaamse nationalisten, hebben alle andere Franstalige partijen meteen gezegd niet met hen in zee te willen gaan.

Reynders heeft als doorwinterd strateeg zijn kans schoon gezien om volgend jaar zichzelf naar het minister-presidentschap te piloteren. Die ambitie is zowat het enige principe van de minister van Buitenlandse Zaken, die de hoogste politieke functie in het Brussels gewest als een gepaste fin de carrière ziet.

Zonder slag of stoot zal Reynders zijn gekoesterde ambitie bij de gewest­verkiezingen in mei 2019 niet voor mekaar krijgen. De gemeenteraads­verkiezingen van dit jaar zullen eerst moeten uitwijzen of veel Brusselaars inderdaad bereid zullen zijn voor een Vlaamse partij te stemmen. En op gemeentelijk vlak draait alles rond de burgemeester, die in zowat alle 19 gemeenten met een eigen lijst opkomt.

De N-VA kan in het beste geval hopen op enkele gemeenteraadsleden en misschien een Vlaamse schepen, die er enkel zal komen omdat de gemeenten daar een behoorlijk financieel voordeel bij hebben.

Jambon en Francken kijken daarom natuurlijk verder dan 2018. Zij weten dat hun partij bijna zeker een cruciale rol kan spelen bij de gewestverkiezingen van volgend jaar. Want daar speelt bij de coalitievorming een mechanisme van meerderheden in de twee taalgroepen, die dan samen een regering vormen.

Dat betekent als de N-VA de meeste Vlaamse zetels haalt in het Brussels Parlement, het moeilijk zal zijn om een meerderheid zonder haar te vormen, tenzij alle andere Vlaamse partijen zich tegen de Vlaams-nationalisten verenigen.

En dan nog kunnen de Franstaligen stokken in de wielen steken, door een procedé in te roepen dat indertijd is ingevoerd om te vermijden dat er geen middel zou zijn om het Vlaams Blok van de macht te houden. Alain Maron, een belangrijk Brussels Ecolo-parlementair die het Samusocial-schandaal uitbracht, merkte een tijd geleden op dat de Franstaligen de benoeming van Nederlandstalige ministers kunnen weigeren en er wettelijke middelen bestaan om in Brussel te regeren met een minderheid aan Vlaamse kant. Dat zou een extreme manier zijn om de N-VA van de macht te houden.

Het voorstel van Maron houdt door het afwijzen van de uitslag van verkiezingen een complexloze aanfluiting in van democratische principes. Dat dit in Brussel niet meer weerzin oproept van de andere democratische partijen, komt omdat niet weinig zichzelf progressief noemende Franstaligen de N-VA zien als een extreem-rechtse partij. Die Brussel daarenboven weigert te zien als een volwaardig gewest.

De N-VA heeft er dan ook alle belang bij om de volgende maanden duidelijk te maken hoe zij de toekomst van de hoofdstad van dit land ziet, ook op bestuurlijk vlak. Als de kandidaten van de N-VA niet met een duidelijk project komen, dan maken ze het hun tegenstanders wel bijzonder gemakkelijk om een karikaturaal beeld van hun partij te blijven ophangen.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen