Direct naar artikelinhoud
folteringen sudan

Nieuwe getuigenissen over folteringen in Sudan: oppositie eist uitleg van Francken

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA).Beeld Photo News

Nu The New York Times uitpakt met foltergetuigenissen van teruggestuurde Sudanezen, lijkt ook in België het Sudan-debat opnieuw op te flakkeren. Socialistische en groene oppositieleden willen dat staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) opnieuw verantwoording aflegt in het parlement.

The New York Times-reporter Patrick Kingsley trok voor enkele weken naar Sudan en tekende daar getuigenissen op van zeven Sudanezen die door Italië, Frankrijk en België waren uitgewezen. Vier van hen legden gedetailleerde verklaringen af over folteringen. Een van hen vertelde dat hij na zijn terugkeer in Khartoem dagenlang mishandeld werd met elektroshocks en ijzeren staven, en uiteindelijk bewusteloos naar een ziekenhuis werd overgebracht.

Voor sp.a-Kamerlid Monica De Coninck rechtvaardigt deze nieuwe informatie dat het debat over de omstreden uitwijzingen naar Sudan opnieuw wordt geopend. “Ik ben ervan overtuigd dat Sudanezen die vanuit Europa naar hun herkomstland moeten terugkeren, gefolterd worden. Omdat het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen niet zelf ter plaatse is kunnen gaan, konden er voor het Sudan-onderzoeksrapport geen sluitende bewijzen van folteringen gevonden worden. Maar het lijdt geen twijfel dat voor niet-Arabische Sudanezen uit de regio’s Darfur, Zuid-Kordofan en Blauwe Nijl een groot risico bestaat dat ze bij hun uitwijzing gefolterd worden. 

'Ik ben ervan overtuigd dat Sudanezen die vanuit Europa naar hun herkomstland moeten terugkeren, gefolterd worden'
Kamerlid Monica De Coninck (sp.a)

"Ik begrijp niet goed waarom het Commissariaat-generaal tijdens de research van zijn rapport niet meer geïnvesteerd heeft in onderzoek ter plaatse. Vanuit België kun je het folterrisico onmogelijk onderzoeken, laat staan getuigen aan de praat krijgen over folteringen.”

Ook Groen-Kamerlid Wouter De Vriendt noemt de nieuwe informatie van The New York Times zwaarwegend. “Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen gaf in zijn rapport aan dat er meer onderzoek nodig is om echt uitsluitsel te krijgen over folteringen. Wat mij enorm stoort aan deze kwestie is de laconieke manier waarop Theo Francken in een van zijn recente tweets opperde dat er met zijn uitwijzingsbeleid naar Sudan niets aan de hand is, dat de oppositie spijkers op laag water zoekt. Hij wil zo snel mogelijk overgaan tot de orde van de dag. Maar de realiteit is dat zijn beleid rode lijnen overschrijdt. Foltering van mensen door de vingers zien is een wel heel cynische en hardvochtige visie.”

'De realiteit is dat het beleid van Francken rode lijnen overschrijdt'
Groen-Kamerlid Wouter De Vriendt

Koert Debeuf, directeur van het Tahrir Institute for Middle East Policy, zegt dat het onderzoek van The New York Times gedegen is en dat er geen reden is om aan de geloofwaardigheid van de reportage te twijfelen. Debeuf verzamelde eind vorig jaar de getuigenissen over folteringen die aanleiding gaven tot de Belgische Sudan-kwestie. “The New York Times levert het tot nog toe meest uitgebreide rapport van de situatie op het terrein. Blijkbaar hebben landen als Frankrijk, Italië en België nog altijd niet door dat het bijzonder problematisch is om Sudanezen uit regio’s als Darfur terug te sturen. Het zijn bijna altijd de mensen uit die gevoelige regio’s die mishandeld worden.”

Debeuf zegt dat hij momenteel geen contact meer heeft met de getuigen die hem vorig jaar inlichtingen over folteringen verschaften. “Zij zijn ontgoocheld en kwaad over het feit dat de Belgische autoriteiten hun informatie niet au sérieux namen en staan sindsdien ook onder een strenger regime: hun telefoons worden nu permanent afgeluisterd en ze moeten zich elke week op een politiepost melden.”

De woordvoerster van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen zegt dat het moeilijk is om de zeven getuigenissen van The New York Times te beoordelen. “Maar het spreekt voor zich dat wij gevallen van foltering zeer problematisch vinden en dat we daarom elke asielaanvraag grondig op haar merites onderzoeken. Maar niet alle Sudanezen komen in aanmerking voor asiel en in dat geval kan de persoon wél teruggestuurd worden.”

In 2017 vroegen 156 personen met de Sudanese nationaliteit asiel aan in België. De beschermingsgraad bedroeg in 2017 47,6 procent.

Gevraagd om commentaar op deze kwestie gaf staatssecretaris Theo Francken er de voorkeur aan om per tweet te reageren.