Ook respect voor wie geen borstvoeding geeft

© Amaury Miller

Een Britse organisatie van vroedvrouwen stelt in een nieuw statement dat ook moeders die kiezen voor flesvoeding ondersteund en gerespecteerd moeten worden.

Eveline Vergauwen

Borstvoedingsmaffia, borstvoedingsterreur. Jonge moeders die geen borstvoeding (kunnen) geven, ervaren soms druk. Zowel uit hun eigen omgeving als van vroedvrouwen en andere zorgverleners. ‘Kunnen we het religieuze, ­zaligmakende aura rond borstvoeding wat relativeren?’, schreef Nele De Saeger, moeder van drie, onlangs in een opiniestuk in deze krant.

De organisatie Royal College of Midwives speelt in op die klachten. Volgens onderzoek van de Liverpool University, waarover BBC bericht, voelen twee op de drie Britse moeders die flesvoeding geven zich schuldig.

Veilig voeden

In een nieuw statement over voeding voor baby’s benadrukt de organisatie van vroedvrouwen het belang van exclusieve borstvoeding in de eerste zes maanden na de geboorte, en het belang van de nodige steun daarbij. Maar als een moeder kiest voor flesvoeding, verdient die keuze ook respect. ‘Ook ouders die flesvoeding geven, moeten informatie krijgen over veilig voeden en steun krijgen om de band met hun kind te bevorderen’, klinkt het.

Het Verenigd Koninkrijk heeft geen ‘goede’ borstvoedingscijfers. Zes weken na de geboorte krijgt minder dan de helft van de baby’s nog borstvoeding. En ook in Vlaanderen is er nog werk aan de winkel. 65,5 procent van de baby’s krijgt na zes dagen borstvoeding, terwijl Vlaanderen zichzelf als doel 74 procent had gesteld (tegen 2015). Na zes weken duikt dat cijfer ook in Vlaanderen onder de vijftig procent.

Behalve klachten over de ‘borstvoedingsmaffia’ is er ook het veelgehoorde protest van moeders dat borstvoeding geven in het openbaar nog steeds een taboe is. Of hoe zowel borstvoeding als flesvoeding tegen muren lijkt te botsen.