Homans blijft bij standpunt over kinderarmoede: ‘Niets verzonnen’

Liesbeth Homans © BART DEWAELE

Minister Liesbeth Homans herhaalt dat de vluchtelingencrisis een van de oorzaken is van de stijgende kansarmoede voor kinderen. Ze wijst naar twee rapporten van Kind en Gezin. Groen en SP.A vragen niettemin om een bijsturing van het beleid.

Eveline Vergauwen

Heeft de vluchtelingencrisis nu een rol gespeeld bij de stijgende kansarmoede bij kinderen? Sinds gisterenavond - na de communicatie van de minister van Armoedebestrijding Homans - is daar felle discussie over. Homans legde de link met de vluchtelingencrisis, hoewel de cijfers van Kind en Gezin gisteren geen gegevens over het vluchtelingenstatuut naar buiten bracht.

Homans gisteren in een persbericht: ‘We stellen vast dat vele moeders van deze kinderen (met een moeder van niet-Belgische origine, red.) vluchtelingen zijn uit bijvoorbeeld Syrië en Afghanistan. Sinds 2014 is het aandeel van hun kinderen binnen alle kinderen in kansarmoede gestegen met bijna 38%.’

Niet gelogen

Homans bracht daarover nu klaarheid, tijdens een debat in het Vlaams Parlement. Ze baseert zich enerzijds op het rapport ‘Kinderarmoedeindex’ van 2016, en anderzijds op een rapport dat Kind en Gezin pas eind juni zal publiceren. Door de commotie erover heeft Kind en Gezin één passage op zijn website geplaatst.

Uit die rapporten blijkt alleszins dat Homans niet gelogen heeft. Het rapport van vorig jaar zegt: ‘We stellen vast dat vele moeders van deze kinderen afkomstig zijn uit landen in Azië (waaronder Syrië, Afghanistan). In die gezinnen ligt kansarmoede veel hoger, wat ook logisch is wanneer het over vluchtelingen gaat.’ En uit het andere rapport blijkt inderdaad dat het aandeel kinderen van moeders uit die landen gestegen is van 10,9 procent (in 2014) tot 13,9 procent (2017). Een stijging met 38 procent.

‘Wij moeten dat durven te benoemen’, zei Homans vanmiddag in het parlement. ‘Is dat dé oorzaak van kinderarmoede? Neen. Maar we moeten die mensen wel attent maken op de noodzaak van een job, van een inkomen uit arbeid. En het allerbelangrijkste is het aanleren van de taal. Daar zetten we met deze regering meer dan ooit op in.’

Armoede halveren?

Hoe groot die impact nu is van de vluchtelingencrisis, blijft moeilijk te meten. Bovendien zegt Kind en Gezin in hetzelfde rapport van vorig jaar: ‘We mogen niet vergeten dat de kansarmoede ook toeneemt bij kinderen met een moeder van Belgische origine. Ook bij hen zien we een stijging van de index.’ Die stijging zet zich ook door in 2017.

Dat de minister de vluchtelingencrisis als verklaring gegeven heeft, stoort de oppositie. Ook al kunnen ze haar niet betrappen op een leugen. ‘U ging de armoede halveren (een uitspraak die ze in 2016 deed in De Standaard deed, red.) en nu wordt het nog erger’, zei Vlaams parlementslid Bart Van Malderen (SP.A) in het parlement. Björn Rzoska, fractieleider van Groen: ‘U zet uw falend beleid gewoon door, u communiceert op kap van wie u de hand zou moeten reiken en schuift de zwarte piet door naar de meest kwetsbaren.’

Maar Homans staat niet alleen tegenover de oppositie vanmiddag. Ze bracht minister Jo Vandeurzen (voogdijminister over Kind en Gezin) de twee andere vices mee: Hilde Crevits (CD&V) en Bart Tommelein (Open VLD). Ook N-VA-collega Philippe Muyters schoof aan voor het debat. Armoedebestrijding is dan ook niet alleen Homans’ bevoegdheid, het is een ‘transversale’ verantwoordelijkheid. Vooral Vandeurzen schoot Homans te hulp. ‘De maatregelen van de Vlaamse regering, zoals de hervorming van de kinderbijslag, zijn niet onmiddellijk en soms zelf helemaal niet te meten met de methodologie van Kind en Gezin. We moeten toch voorzichtig zijn om met deze cijfers het recente beleid te evalueren.’ En daarmee lijkt de kous af voor Homans.