De broedperiode van een ooievaar duurt 33 dagen. Ooievaars leggen 3 tot 5 eieren maar niet elk ei resulteert in een jong. Elk nest wordt door de verzorgers bezocht en de jongen krijgen twee ringen om. Ook wordt een veertje geplukt voor DNA-onderzoek en voor de bepaling van het geslacht van de dieren.

Sinds het begin van de telling in 1990 werden in Planckendael zo’n 1.300 ooievaars geringd. De ooievaars overwinteren in Spanje of West-Afrika maar een groot deel onder hen komt elk jaar terug naar Planckendael om er een nieuw nestje te maken. De dieren blijven hun partner ook trouw. Eens ze een koppel vormen, blijven ze samen tot een van hen sterft. Daarna wordt wel vrij snel een nieuwe partner gezocht. De kolonie die in Planckendael ‘vast’ verblijft, bevat 128 dieren.

De jonge diertjes die nu geboren werden, kunnen nog niet vliegen. Ze zijn dus volledig afhankelijk van hun ouders voor de voedselbevoorrading. De diertjes eten muizen en krijgen van de verzorgers ook kuikents, die ze zonder veel moeite naar binnen werken.