Direct naar artikelinhoud
Opinie

Is je goed voelen wel noodzakelijk om te leren?

Wim Van den Broeck is professor onderwijs- en ontwikkelingspsychologie aan de Vrije Universiteit Brussel

Volgens onze minister-president is in het Vlaamse onderwijs de slinger te ver doorgeslagen naar welbevinden en als reactie stelde de onderwijsminister dat leren en welbevinden hand in hand gaan. Stof voor een interessante discussie. Afhankelijk van wat je onder welbevinden verstaat heeft de ene zowel als de andere gelijk. 

Het is een oude en populaire gedachte dat je goed voelen een noodzakelijke voorwaarde is om te kunnen leren. De bekendste theorie die deze stelling uitdroeg was die van Maslow, waarin de hogere behoeften, zoals zelfrealisatie, pas verwezenlijkt zouden kunnen worden als aan de lagere behoeften, zoals de fysiologische behoeften en de behoefte aan veiligheid, voldaan is. Deze immer populaire theorie, en in onderwijskringen en bij het brede publiek gaat ze er nog altijd in als koek, ligt echter op het kerkhof van de weerlegde psychologische theorieën. 

Wim Van den Broeck.Beeld RV

Met welke argumenten is ze te ontkrachten? Laten we eenvoudig beginnen met enkele sprekende tegenvoorbeelden. Is het echt zo dat mensen niet kunnen leren in ellendige omstandigheden? Nee, zelfs in de meest erbarmelijke omstandigheden leert de mens nog. Denk bijvoorbeeld aan gevangeniskampen: zelfs in de concentratiekampen was er een intellectueel leven. Het was wellicht het enige wat de beulen de gevangenen niet konden afpakken, hun verstand en hun denken. En schreef Mozart zijn wondermooie klarinetconcert niet in totale armoede en ellende en slechts enkele weken vooraleer hij stierf? 

Uitzonderlijke mensen denkt u misschien. Jazeker, maar het geldt voor alle mensen dat de cognitieve behoefte, de onweerstaanbare drang om te begrijpen en te leren, niet ophoudt als de elementaire behoeften niet bevredigd zijn. Dit inzicht vormt zelfs de basis van de hele huidige cognitieve psychologie en is nu een verworven inzicht sinds de zogenaamde cognitieve revolutie in de psychologie. 

Cognitie is dus geen afgeleide behoefte, het is een behoefte op zich. De bekende ontwikkelingspsycholoog Jean Piaget was een van de eersten die dit cognitieve feit begrepen had: een kind wordt geboren met een enorme interesse in de wereld. Letterlijk houdt een kind eerst van de wereld alvorens het de moeder als exclusieve hechtingsfiguur aanziet.

Het geldt voor alle mensen dat de cognitieve behoefte, de onweerstaanbare drang om te begrijpen en te leren, niet ophoudt als de elementaire behoeften niet bevredigd zijn

Iets nieuws

En omgekeerd, leren we altijd als we ons goed voelen? Het is weer niet moeilijk om een tegenvoorbeeld te vinden. Iemand die verliefd is, voorwaar een bijzonder leuke en positieve ervaring, kan zijn gedachten moeilijk op leren richten. Dat geldt overigens evenzeer indien we angstig zijn, inderdaad een voorbeeld waarbij zich niet goed voelen toch het leren belemmert. 

Wat leren deze voorbeelden en de wetenschap ons? Zolang ons aandachtsysteem niet onder druk komt te staan, is leren wel degelijk mogelijk: of de ervaringen positief of negatief zijn doet er dan niet toe. Een essentiële voorwaarde voor leren is wel dat er iets tegen de verwachting in gebeurt, de zogenaamde verwachtingsdiscrepantie, dus dat er iets nieuws te beleven valt. Ook al is dit geen onaangename spanningstoestand, het is toch ook geen gelukzalig zich goed voelen. Ook zeker is dat als een kind echt iets bijleert, iets gaat beheersen, dit altijd grote voldoening verschaft.

Uiteraard is dit geen pleidooi om niets te doen wanneer een kind zich echt ongelukkig voelt. Een schouderklopje, een gesprek, elke betrokken leerkracht zal dan het nodige proberen te doen. Maar het probleem is dat scholen meer en meer aangezet worden om een soort management van het gevoelsleven te organiseren aan de hand van een aantal psychotherapeutische techniekjes. Furedi noemt dit geen educatie van de emoties maar een emotionele educatie. 

Wanneer op deze manier de klemtoon op de gevoelens komt te liggen, dan zijn objectiviteit, onafhankelijkheid van denken en autonomie veraf. Als kinderen eerder aangezet worden om bijna narcistisch naar zichzelf te kijken, dan wordt hen vooral de kans ontnomen om de blik naar buiten te richten, naar die boeiende wereld waarnaar ze al van bij hun geboorte geneigd zijn.

Het kan toch nooit de bedoeling zijn om ongemakken en frustraties zoveel mogelijk te bannen uit het leven van kinderen, precies omdat dit de capaciteit van kinderen ondergraaft om te kunnen omgaan met de uitdagingen die het leven hen onvermijdelijk zal stellen

Wat scholen wel kunnen doen, en ik vermoed dat de onderwijsminister vooral dat bedoelde, is kinderen een goed gevoel geven over de wereld en het leven. Scholing is er juist op gericht om de verbeelding en de ogen van kinderen te richten op het belang van ideeën en kennis. Het introduceert jonge mensen in de rijkdom van onze humane cultuur en moedigt hen aan te geloven dat het leven iets is wat ze echt kunnen begrijpen in al zijn complexiteit. Humane gevoelens worden maar ontwikkeld door hen kennis te laten maken met cultuurproducten zoals poëzie, literatuur, beeldende kunsten en muziek. 

Dat is iets heel anders dan de psychotherapeutisering van het onderwijs. Het kan toch nooit de bedoeling zijn om ongemakken en frustraties zoveel mogelijk te bannen uit het leven van kinderen, precies omdat dit de capaciteit van kinderen ondergraaft om te kunnen omgaan met de uitdagingen die het leven hen onvermijdelijk zal stellen. En als volwassenen voortdurend zelf zeggen dat onderwijs saai is en de leerstof in vraag stellen of relativeren, dan fnuikt men in feite de natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen. Dan wordt er niet veel geleerd met alle negatieve gevolgen van dien.