Direct naar artikelinhoud
Immigratie

Hoe de migratiecrisis Europa langzaam populistisch maakt

Hoe de migratiecrisis Europa langzaam populistisch maakt
Beeld REUTERS

Angst voor immigratie bezorgt populisten stemmen en macht. Zij voelen zich zo sterk dat zij deze weken een bliksemoffensief ontketenden tegen open grenzen. De gevestigde politiek buigt om niet te barsten.

Kinderen die worden gescheiden van hun immigrantenouders, op zee geredde migranten die niet aan wal mogen, een kanselier die wankelt vanwege ruzie over grenscontroles, een wet die het helpen van papierloze asielzoekers tot misdaad verheft. De afgelopen twee weken ontketenden respectievelijk de Amerikaanse president Trump, de Italiaanse minister Salvini, de Beierse christen-democraat Seehofer en de Hongaarse premier Orbán een rechts-populistische Blitz tegen migratie. Als er geen coördinatie was naar de letter dan in elk geval naar de geest.

De ophef is groot, er is protest, er is woede. De migratiecrisis is terug van weggeweest. Maar op een andere manier dan drie jaar geleden. Toen werd Europa overvallen door de komst van meer dan een miljoen vluchtelingen. Er was paniek, regeringen liepen achter de feiten aan en konden alleen maar reageren. Met veel politiek trapezewerk kregen zij weer greep op de situatie. Een omstreden overeenkomst met Turkije deed de toestroom sterk afnemen. Dit jaar bereikten tot dusver zo’n 40.000 migranten over zee de Europese Unie. Veel minder dan in 2015. De huidige crisis gaat dan ook niet zoals toen over aantallen, er speelt iets anders.

En dat is het veranderde politieke landschap in het Westen. Populisten staan niet meer grotendeels aan de zijlijn, maar zijn in tal van landen doorgedrongen tot de macht. In Amerika, Oostenrijk en Italië. Zij voegen zich bij al langer regerende rechts-nationalisten in Hongarije en Polen en voeren hun verkiezingsbeloftes uit. Trump doet dat, maar ook Salvini. Vrijwel meteen na zijn beëdiging tot de nieuwe Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken gaf hij zijn populistische geloofsbrieven af door het reddingsschip de Aquarius met 629 migranten aan boord de toegang tot Italië te ontzeggen. Hij nam het initiatief, stelde een daad, trotseerde alle druk en kritiek en zette de EU voor het blok.

Salvini bezoekt een Roma kamp, een etnische groep waar hij eerder deze week controversiële uitspraken over maakte.Beeld ANP

Aanvallend en agressief

Het beleid – althans van regeringen met populisten en nationalisten – is niet meer reactief of defensief maar aanvallend en in geval van Trump en de kinderen zelfs agressief. Daarom verschilt deze crisis van de vorige. De druk komt ditmaal niet van een massale toestroom van migranten, maar van de populisten die aan weerszijden van de Atlantische Oceaan een grootscheeps anti-immigratieoffensief hebben geopend. Dat de aantallen tegenwoordig relatief beperkt zijn, doet er niet meer zo toe. Het is genoeg geweest, er moet een streep onder de immigratie worden getrokken, vinden zij.

Dat sentiment zit diep bij populistische kiezers. De zorgen zijn niet alleen materieel van aard. Ze betreffen niet alleen de angst aan de onderkant van de samenleving voor toenemende concurrentie op de markt voor banen, huizen en uitkeringen. Er is ook een veel ongrijpbaarder cultureel onbehagen in bredere lagen van de bevolking in de westerse landen. Het gevoel van vervreemding dat mensen kunnen krijgen als hun stad en buurt veranderen door de komst van tientallen andere nationaliteiten en culturen. Dat ongenoegen valt niet af te kopen met een zo eerlijk mogelijke verdeling van de welvaart en sociale voorzieningen.

Een Mexicaanse vrouw en haar zoontje worden opgehouden bij de grenscontrole in Brownsville.Beeld Getty Images

Ivan Krastev wees een paar jaar geleden in een column in The New York Times op wat hij noemde de "demografische paniek" in kleine Oost-Europese landen. De bevolking van zijn eigen Bulgarije bijvoorbeeld zal volgens een VN-voorspelling in 2050 met 27 procent zijn gekrompen. Dat voedt de angst onder de bewoners van deze landen dat ze etnisch langzaam zullen verdwijnen. Als zij dan ook nog krijgen te horen dat ze zich moeten openstellen voor immigranten, dan versterkt dat de "existentiële melancholie", aldus Krastev. In Nederland en elders in West-Europa ligt dat allemaal weer net iets anders, maar ook daar zijn mensen bang dat ze ‘hun’ land aan het kwijtraken zijn.

Het zijn diffuse gevoelens. Hoe daarmee om te gaan is moeilijk, maar ze zijn er en gaan niet zomaar weer weg. Wat zeker niet helpt is ze weg te wuiven of belachelijk te maken als zijnde niet meer van deze tijd. In het anti-populistische kamp wordt graag geschermd met het argument van de onvermijdelijkheid: de mondialisering maakt van de wereld een dorp, grenzen vervagen, migratiebewegingen vallen niet te stoppen, immigranten zijn nodig, samenlevingen worden diverser, wen er maar aan. Het populistisch verzet is een achterhoedegevecht dat wordt gevoed door een irreëel verlangen naar een geïdealiseerd verleden, aldus het progressieve verhaal.

Verzet uit populistische kringen

Daar zit allemaal wat in, maar de progressieve bekering tot het geloof in lijdzaamheid stuit op onbegrip in rechts-populistische kring. Daar weigert men migratie en daarmee gepaard gaande maatschappelijke veranderingen als iets onafwendbaars te beschouwen. Natiestaten moeten de controle houden over hun grondgebied en de samenstelling van de bevolking, vindt de Duitse filosoof Rüdiger Safranski. Regeringsbesluiten die daaraan raken, mogen niet over de hoofden van de burgers heen worden genomen. "Als de kanselier zegt dat Duitsland zal veranderen, dan zou ik graag willen dat daarover naar mijn mening wordt gevraagd", zei hij in 2015 tegen Die Welt naar aanleiding van Merkels besluit de grenzen te openen voor vluchtelingen.

Ook tegen het progressieve standpunt dat immigratie behalve onvermijdelijk ook noodzakelijk en zelfs wenselijk is, verzetten populisten zich. Zij geloven niet – of niet meer – in het idee dat samenlevingen smeltkroezen zijn waarin mensen uit alle hoeken van de wereld probleemloos kunnen samengaan omdat iedereen dezelfde waarden zou delen. De praktijk leert dat integratie een moeizaam proces is dat eerder leidt tot segregatie dan tot echte vermenging. Van alle kanten is er veel ongeduld: autochtonen eisen snellere aanpassing en nieuwkomers klagen dat de verbetering van hun status te langzaam gaat. Met name jongeren kunnen radicaliseren en zich gaan afzetten tegen hun omgeving. Sommigen kiezen zelfs voor terrorisme. Dit alles leidt ertoe dat velen immigratie als problematisch zijn gaan ervaren. Zij verwijten links te weinig oog te hebben voor de schaduwkanten. Rechts mag dan het verleden idealiseren, links idealiseert de toekomst.

Populistische opmars

Er kan lang gediscussieerd worden over wie er gelijk heeft, maar een feit is dat de afgelopen jaren steeds meer kiezers de populisten gelijk gaven. In tal van landen droeg angst voor immigratie bij aan een ruk naar rechts. Het begon in 2016 met de Brexit en Trump. Het daaropvolgende jaar was er opluchting over de verkiezingsuitslagen in Nederland, Frankrijk en Duitsland, waar een populistische doorbraak werd voorkomen. Maar het jaar was nog niet voorbij of de rechts-populistische FPÖ trad toe tot een regering met de conservatieven. Het was de voorbode voor een volledige populistische machtsovername in Italië. Ook won een anti-immigratiepartij, geleid door een geestverwant van de Hongaarse nationalistische premier Orbán, de verkiezingen in Slovenië. 2017 werd van tevoren gevreesd, maar het is 2018, stupid. Vooral ook omdat de Italianen onmiddellijk in de aanval gingen.

De populistische opmars moet het progressieve kamp te denken geven. Het kan vele redenen opnoemen voor een royaal immigratiebeleid – het is nodig vanwege de vergrijzing, het moet vanwege internationale verdragen, het is niet te stoppen, uitzetten kan niet want onmenselijk – maar alle goede bedoelingen hebben wel onbedoelde politieke consequenties. Zet de grenzen ruimhartig open en er zitten straks overal rechtse tot extreemrechtse regeringen. Dat is althans de conclusie die getrokken kan worden uit de electorale trend van de laatste jaren. Populisten wonnen zoveel stemmen dat ze doordrongen tot de macht en waar dat niet gebeurde trokken ze de gevestigde macht naar rechts. Dat is toch ook niet wat links wil.

De meeste politici zetten de tering naar de nering. Want als politici één ding goed kunnen, dan is het (stemmen) tellen. Daarom buigen nu veel van hen mee om niet te hoeven barsten. Amechtig proberen ook niet-populistische regeringen de migratiestromen beheersbaar te maken. De EU werkt aan een nieuw asielsysteem, dat oorlogsvluchtelingen scheidt van economische migranten, een einde maakt aan illegale immigratie en meer mogelijkheden schept voor een streng gereguleerde toelating van legale arbeidsmigranten.

Viktor Orbán.Beeld AFP

Tuks-plan

Een hoofdpunt in het plan van EU-president Tusk is de opvang van immigranten in kampen buiten de EU. Daar moeten ze de afhandeling van de asielprocedure afwachten. Het idee werd drie jaar geleden door de VVD’er Azmani gelanceerd en wordt inmiddels door de meeste EU-lidstaten omarmd. Dit ondanks de symboliek die ervan uitgaat: Fort Europa. Of is het dankzij? Want Tusk en de Europese regeringen willen laten zien dat voor hen één ding telt: controle, controle, controle. Het moet de populisten de wind uit de zeilen nemen.

Die voelen zich momenteel sterk. Zie het bliksemoffensief van de afgelopen veertien dagen. Vlak voor de aanvaarding van de zogenoemde ‘Stop-Soros’-wet die hulp aan illegale immigranten strafbaar maakt, schepte Orbán op dat hij met gemak een "pan-Europese anti-immigratiecoalitie" zou kunnen vormen ter bescherming van Europa’s ‘christelijke wortels’.

Zulke taal maakt veel emoties los. De Franse president Macron, de hoop van 2017 en in ideologisch opzicht de interessantste Europese leider van dit moment, veroordeelde donderdag de wedergeboorte van het nationalisme in Europa. Hij sprak van "de lepra die zich verspreidt". Maar tegelijkertijd zei hij geen behoefte te hebben aan lessen van mensen die geen oog hebben voor de breuklijnen in de Franse maatschappij en denken dat je iedereen moet binnen laten in je land. Nodig is controle. De mate waarin – dat is nu het grote gevecht in het Westen, dat kraakt onder de druk van de populistische internationale.