Direct naar artikelinhoud
Het goeie leven

Wim Lybaert: "Moestuinieren is eigenlijk oersaai"

27092016 WVV DRONGEN BELGIE Wim LybaertInterview met moestuinman Wim Lybaert in de setting van het tv-programma 'Het goede leven'.

Televisiekijkend Vlaanderen leerde hem kennen als de moestuinman (die kippen onverdoofd laat slachten!), maar voordat Wim Lybaert (48) zich professioneel bekwaamde in 'het goeie leven' legde hij achter de schermen een verrassend parcours af. Een routebeschrijving in vier etappes.

Drongen, september 2016

Het is iets na 9u wanneer Wim Lybaert de binnenkoer van de abdij van Drongen komt opgereden. In een weide achter die abdij wordt Het goeie leven opgenomen. In dat Eén-programma moeten zes duo's niet alleen een moestuin zien te onderhouden, het is ook de bedoeling dat ze alles wat ze er uit de grond trekken zo smakelijk mogelijk op een bord draperen.

De kandidaten zakken enkel op woensdag en zaterdag naar de abdij af, maar Lybaert pendelt al sinds begin februari elke dag tussen Brugge en de Gentse deelgemeente. De drie redenen voor die dagelijkse rit komen hem luid knorrend tegemoet gerend.

"Onze varkens moeten elke dag eten krijgen", legt Lybaert uit. "Voor twaalf uur, anders raakt hun ritme verstoord en worden ze ongelukkig". Ook de kippen appreciëren een dagelijks bezoek en rond de moestuinen van de zes duo's zijn er altijd wel wat klusjes te doen. Allemaal zaken die Lybaert zelf voor zijn rekening neemt. "Mijn redactie zegt dan: 'Maar Wim, je moet toch niet elke dag zelf op en neer rijden. We vinden wel een boer in Drongen die die varkens eten komt geven.' Maar dat wil ik niet. Als ik op het scherm zeg dat het míjn varkens zijn, dat ík ze gekweekt heb, dan moet dat ook echt zo zijn.

"Ik geloof heel sterk dat de kijker dat aanvoelt. Aan Het goeie leven zié je dat het echt is. Ik kan heel lang en enthousiast over die varkens vertellen, maar dat lukt me alleen omdat ik er de afgelopen acht maanden elke dag bij was. Ik maak het mezelf op die manier niet makkelijk, maar het is de enige manier waarop ik kan en wil werken."

"Als ik op het scherm zeg dat ík de varkens gekweekt heb, dan moet dat ook echt zo zijn."

Lybaert had zijn Drongense veestapel trouwens graag nog wat groter gezien. "Ik wilde een aflevering rond zuivel maken en dan heb je dus een melkkoe nodig." Alleen moet zo'n beest elke dag gemolken worden. Maar ook dat zag Lybaert zitten. "Ik moest hier toch zijn voor de varkens en de kippen, die koe zou ik er wel bijnemen."

Hij heeft een lichte neiging tot overmoed, zal hij later bekennen. En die stak ook nu de kop op. "Gelukkig gaan er dan een aantal mensen op de rem staan. Bijvoorbeeld door me heel diplomatisch voor te stellen die koe misschien voor het tweede seizoen te houden. (lacht) Nu kan ik daar mee lachen, maar op het moment zelf was ik enorm teleurgesteld toen we mijn koe moesten schrappen."

Diezelfde overmoed zorgde er ook voor dat Lybaert eind jaren 80, als middelmatige student, toch diergeneeskunde ging studeren. "Iedereen raadde me dat af. 'Je hebt niet genoeg karakter om te studeren', zeiden ze op school. Maar ik was zot van beesten dus leek het me logisch dat ik veearts zou worden."

'Het is simpel: je moet als programmamaker dingen doen die je interesseren. Je moet dicht bij jezelf blijven'

Een droom die opgeborgen werd toen Lybaert een aantal maanden later op het kot van zijn toenmalige lief de cursussen voor de komende jaren zag liggen. "Ik had het nooit kunnen opbrengen een cursus van 600 bladzijden waarin ieder spiertje van ieder beestje wordt opgesomd, van buiten te leren."

Na de beesten was het de beurt aan de fotografie, nog zo'n passie van Lybaert. Deze keer volgt er wel een diploma, al wordt dat sinds de uitreiking nooit meer bovengehaald. "Na vier jaar studeren was alle zin om te fotograferen er deskundig uitgestampt."

Lybaert gaat zijn heil elders zoeken. "Ik heb een paar maanden in een plasticfabriek gewerkt, ben redder geweest, eerst aan zee, later in een zwembad. Een leuke periode, het goeie leven voor een jonge gast."

Corsica, zomer 1993

Een strand op het Franse eiland Corsica, bevolkt door de gebruikelijke hordes zonnekloppers. Een van hen houdt er wel heel aparte vakantielectuur op na: twee vuistdikke boeken. Handleidingen van een nieuw, in Amerika gebouwd, digitaal montagesysteem, zo blijkt. Een systeem dat de basis moet vormen voor de nog op te richten West-Vlaamse regionale zender Focus. "Twee weken lang heb ik op dat strand in die boeken zitten blokken", vertelt Lybaert. "Toen ik terug in het land was, werd ik tot station manager van Focus gebombardeerd."

Amper twee maanden daarvoor was Lybaert aan de slag gegaan bij een klein productiehuisje dat industriële films en reclamespotjes maakte. Wat hij toen niet wist, was dat zijn bazen droomden van een regionale zender. Een zender waar Lybaert de technische leiding kreeg. "Ik kon als enige met het montagesysteem uit de voeten en had exact twee maanden meer anciënniteit dan iedereen die na mij aangeworven werd." Hoerenchance, noemt hij het nu. "Mocht ik daar, op dat moment, niet zijn geweest, dan had mijn leven er helemaal anders uitgezien."

Maar ondanks de blitse titel op zijn naamkaartje wil de station manager van Focus naar de hoofdstad. "Geen idee waarom, maar ik wilde in Brussel werken. Een vriend van me had net gesolliciteerd bij VT4, een televisiezender die toen nog opgestart moest worden. Daar wilden ze ook digitaal werken en ze zochten nog ervaren monteurs. Ik heb er uiteindelijk drie jaar gewerkt, op de promodienst. Als monteur/regisseur maakte ik trailers voor de zender. Alles wat die eerste jaren is uitgezonden, heb ik gezien: films, volledige jaargangen van Friends, realityshows, noem maar op. Een spoedcursus televisie maken. Om een goede trailer voor een programma te maken, moet je perfect weten hoe dat programma in elkaar zit."

In de moestuin van 'Het goeie leven'.

Ook nu nog plukt Lybaert daar de vruchten van. "Want laten we eerlijk zijn, moestuinieren is eigenlijk oersaai. Net als koken, trouwens. Je hebt televisiemakers nodig om dat op een boeiende manier op het scherm te brengen."

Maar ook dan bots je tegen grenzen aan. Of zoals Bartel Van Riet het vorig jaar na het stopzetten van zijn tuinprogramma omschreef: "Je kunt een zaadje niet op honderd verschillende manieren in de grond stoppen."

Lybaert: "Hij heeft natuurlijk gelijk, daarom dat we van Het goeie leven ook geen moestuinierenprogramma hebben gemaakt. Het gaat over veel meer. We hebben hier een leemoven gebouwd om stoofpotjes te bereiden, vorige zaterdag hebben we rabarberwijn gemaakt. Is dat nog moestuinieren?

"En, nog belangrijker: het programma gaat ook over mensen. Het wordt pas interessant als je hun verhalen kunt vertellen. Ik heb samen met Arnout Hauben Weg naar Compostela gemaakt. Een programma over een pelgrimstocht, die dan nog meestal wordt afgelegd door mensen die sokken in hun sandalen dragen. Laten we wel wezen, veel saaier wordt het niet. Maar als je tijdens zo'n tocht op zoek gaat naar mensen en luistert naar hun verhalen, dan levert dat boeiende televisie op. Zelfs al dragen degenen die je aan het woord laat sokken in hun sandalen."

"'Het goeie leven' is geen moestuinprogramma. Het gaat over veel meer."

Aan grote strategieën of internationale succesformats heeft Lybaert geen boodschap. "Het is simpel. Als programmamaker moet je in de eerste plaats dingen doen die je interesseren. Je moet dicht bij jezelf blijven."

Wat niet betekent dat de moestuinman tot het einde der televisietijden in de grond wil zitten wroeten. "Geschiedenis is óók een van mijn stokpaardjes. Ik kon evengoed met een programma aan zijn komen zetten waarin ik vanuit de middeleeuwse geschiedenis de Vlaamse volksaard verklaar. Ik ken ook iets van wijn, ik heb een opleiding tot vinoloog gevolgd. Waarom geen entertainend programma over Franse wijn?"

L'Ecailler du Palais Royal, Brussel, zomer 1997

Na een exquis diner, uiteraard met aangepaste wijnen, in een van de beste restaurants van Brussel, krijgt Lybaert bij wijze van toetje nog een vraag op zijn bord. Hij is dan, naast zijn werk bij VT4, al een aantal weken als monteur aan de slag bij Woestijnvis, een klein, beginnend productiehuisje waar hard wordt gewerkt aan Man bijt hond, hun eerste programma dat binnenkort op antenne moet gaan. Wouter Vandenhaute, de grote baas, is onder de indruk van Lybaerts snelle en efficiënte montagestijl en wil hem graag vast in dienst. "Wouter wist dat ik van lekker eten en drinken hield en hoopte me met dat etentje over de streep te trekken."

Vergeefse moeite. Lybaert maakt nog altijd graag trailers bij VT4 en heeft bovendien net een huis gekocht. Risico's nemen staat even niet op de agenda. Maar Vandenhaute geeft niet op. Een tweede uitnodiging volgt. Nog beter voorbereid, deze keer. Lybaert: "Het restaurant herinner ik me niet meer. De wijn des te beter. Wouter was te weten gekomen dat ik graag witte bourgogne drink en stelde voor een fles Chambolle te bestellen. Veel te duur, vond ik, maar Wouter drong aan en we hebben die fles samen uitgedronken. Daarna heb ik mijn handtekening gezet."

'Wouter Vandenhaute wist dat ik graag witte bourgogne drink. Hij bestelde een hele goeie fles en even later had hij mijn handtekening'

Bij Woestijnvis was Lybaert de eerste jaren enkel als monteur aan de slag. Tot Martin Heylen bij hem aanklopte. Die kwam voor zijn rondreis door China een klankman tekort en stelde voor om Lybaert, die ondertussen zijn vaste monteur was geworden, in te schakelen. Zo kon die al tijdens de opnames op zoek gaan naar geschikte verhaallijnen, wat het monteren achteraf makkelijker zou maken.

L'Ecailler du Palais Royal, Brussel, zomer 1997

Maar met zijn gebruikelijke enthousiasme deed Lybaert al snel veel meer dan de microfoon in de lucht houden. "Ik verdiep me graag in een onderwerp voor ik aan iets begin, dus had ik al wat boeken over China gelezen. 's Avonds babbelden we dan over de dag, overliepen het materiaal dat we hadden gedraaid en bekeken wat we nog nodig hadden."

Een rol die Lybaert perfect lag en die hij later ook voor Weg naar Compostela op zich zou nemen. "Ik was blij dat ik af en toe uit mijn montagehok mocht. Maar er zat, alweer, geen plan achter. Die evolutie van monteur naar programmamaker is er gewoon organisch gekomen."

Woestijnvis, bureau van Jan Eelen, november 2011

Hoogspanning bij Woestijnvis. Een paar maanden eerder heeft kopman Vandenhaute de SBS-zenders VT4 en VIJFtv overgenomen. In de speech die daarop volgt, riep hij zijn Woestijnvissers op een tandje bij te schakelen. De zendschema's van de twee zenders moesten immers worden gevuld, liefst met Woestijnvis-programma's.

Ook bij Lybaert begon het te gisten. "Na dertien jaar Woestijnvis was de tijd gekomen om mijn duit in het zakje te doen. Ik zat al een tijdje op een idee rond moestuinieren te sjieken, alleen: hoe breng je zoiets aan? Ik wist ondertussen uit ervaring dat je maar beter stevig in je schoenen kunt staan wanneer je bij Woestijnvis een idee pitcht."

Lybaert heeft last van koudwatervrees, tot hij plots, op de terugweg van de keuken, Jan Eelen helemaal alleen in een bureau ziet zitten. "In een vlaag van zinsverbijstering ben ik daar binnengestapt en heb ik hem mijn idee uitgelegd: 'Het dagboek van een moestuinier', het verhaal van een beginnende tuinier, met Wim Opbrouck in de hoofdrol."

Het idee viel in de smaak, alleen zag Eelen liever een andere Wim in beeld verschijnen. Bij Woestijnvis hadden ze ondertussen immers de enthousiasmerende kracht van Lybaert leren kennen. De Brugse monteur kreeg in een paar jaar tijd de helft van het bedrijf aan het tuinieren, gewoon door elke zomer zijn zelfgekweekte tomaten en courgettes die hij niet kon opeten aan de receptie achter te laten en tijdens de lunchpauzes smakelijk te vertellen over hoe je die dingen kweekt.

"Televisie is entertainment, maar je probeert altijd programma’s te maken waarover mensen nog eens kunnen nadenken. Een programma als 'Topdokters' doet dat ook."

Ook Arnout Hauben wist ondertussen hoe aanstekelijk Lybaert kon zijn. Hauben, die tot dan totaal niets met vogels had, was tijdens de opnames van Weg naar Compostela door Lybaert helemaal warm gemaakt voor het 'vogelen'. Lybaert: "Arnout was heel fanatiek in het uitstippelen van zijn route. De kortste weg naar Compostela was de beste. Als je al 2.500 kilometer moet lopen, doe je liever geen meter extra. Maar ik heb hem toch kunnen overtuigen een omweg van 20 kilometer te maken, enkel en alleen om de kraanvogels in Lac du Der te zien."

Lang denkt Lybaert niet na over het voorstel van Eelen. "Ik wou dat programma maken. Als dat betekende dat ik op het scherm moest komen, dan was dat maar zo."

De eerste test was niet meteen een succes. "Het was putje winter, het vroor min vijf. Maar ik heb toch gekookt in mijn tuin en bij wijze van tuinactiviteit mijn composthoop gekeerd. Na een uur hebben we die opnames stilgelegd. Het was de bedoeling dat ik in de camera zou kijken, maar dat lukte me niet. Ik zag constant mijn eigen weerspiegeling in de lens. Ik ben toen tegen mijn regisseur gaan praten die buiten beeld stond. Dat hielp, plotseling kon ik vergeten dat ik aan het presenteren was. Een truc die ik trouwens nu nog steeds toepas."

'Natuurlijk zijn kijkcijfers belangrijk. Maar ik ben allang blij als mensen dankzij mijn programma meer buitenkomen'

Van een rubriekje in het al snel afgevoerde Plan B, groeide De moestuin volgens Wim uit tot een volwaardig programma. Weliswaar een programma met bescheiden kijkcijfersucces; Lybaert wist nooit veel meer dan 100.000 kijkers te strikken.

"Natuurlijk zijn die kijkcijfers belangrijk. Programmamakers die zeggen dat de cijfers hen niet interesseren, liegen of weten niet goed waarmee ze bezig zijn. Je maakt tenslotte altijd een programma om de dingen die je interesseren met een zo breed mogelijk publiek te delen.

"Maar hoe vreemd dat ook klinkt, ik was toen oprecht blij met die 100.000 kijkers. Het waren ook niet zomaar kijkers, maar bijna allemaal heel gemotiveerde exemplaren. Dat heb ik voor het eerst gemerkt op de Boekenbeurs. Voor de stand waar ik zou signeren, stond een hele rij jonge gezinnen met kinderen met mijn boek in hun handen.

"Een derde van de kijkers heeft uiteindelijk dat boek gekocht. Mensen die daarna ook zelf hun tuin zijn ingetrokken. En dat was precies wat ik voor ogen had. Televisie is entertainment, televisie is een vluchtig medium, maar je probeert toch altijd het soort programma's te maken dat mensen in beweging zet of waarover ze nog eens kunnen nadenken. Een programma als Topdokters doet dat ook. Plots zijn medisch specialisten niet langer dikkenekken die 20.000 euro per maand verdienen, maar worden het mensen die keihard werken om zo veel mogelijk levens te redden."

Ondertussen verlegde Lybaert zijn actieterrein naar Eén en weet hij met Het goeie leven elke week meer dan 600.000 kijkers te boeien. Maar de voldoening haalt hij nog steeds niet uit die kijkcijfertabellen. "Als mensen dankzij mijn programma meer buitenkomen, ben ik allang content. We hebben hier ook bijen gehouden, in een van de afleveringen bijt ik in een honingraat, waar de bijen bij wijze van spreken nog op zitten. Een absoluut topmoment in mijn leven. We hebben gewacht tot 's avonds, wanneer de zon laag stond, om die scène in tegenlicht te draaien. Als mensen dat op tv zien en daarna zeggen: 'Ik wil ook bijen houden', dan is het programma voor mij geslaagd."

Het goeie leven, elke dinsdag, 20.40 uur, Eén.