Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Ver onder de zeespiegel, maar ook dit koraalleven is niet veilig voor de mens

Beeld ter illustratie.Beeld shutterstock

Een team van Amerikaanse en Australische duikers heeft voor het eerst systematisch de diepe delen van grote koraalriffen bekeken en schrok zich rot. Ecologisch vormt het diepe koraal bijna een eigen wereld, schrijven ze donderdag in het tijdschrift Science. Maar ook daar is de invloed van de mens onmiskenbaar, in de vorm van rommel en vernieling, vooral door visserij.

"Het was een beetje als een soort ruimtereis naar een onbekende planeet, waar je opeens afval vindt", zegt Pim Bongaerts, een Nederlandse zeebioloog en duiker die eerder in het Australische Brisbane werkte en sinds kort in San Francisco zit bij de California Academy of Sciences.

Bongaerts deed in zijn Australische jaren een deel van de duiken bij Bermuda, Curaçao, de Filippijnen en het Zuidzee-eiland Pohnpei, die soms tot wel 150 meter diepte gingen. Wetenschappers en zelfs serieuze sportduikers komen zelden dieper dan 35 meter. Bij het duiken op grote diepte werden in dit geval geavanceerd technieken gebruikt en ademgassen met helium, die speciale trainingen en procedures vereisen.

Duur en gevaarlijk, zeker voor een wetenschappelijke expeditie, zegt de Wageningse koraalexpert Erik Meesters, zelf niet bij de studie betrokken. "Alleen dat al rechtvaardigt een publicatie in Science." Meesters kwam eerder zelf in het nieuws met een verkenning per duikboot van de Sababank in de Nederlandse Antillen, een relatief ongeschonden diepzeerif ver van de eilanden, dat wemelde van onbekende leefvormen.

'Het leven in het ondiepe rif kan ook niet zomaar toevlucht zoeken op grotere diepten, als het aan het oppervlak misgaat door vervuiling op opwarming'
Erik Meesters, koraalexpert

De Science-studie laat zien dat bij koraalriffen dieper dan pakweg 30 meter biologisch gesproken al een andere wereld begint. De duikers spotten en telden vissoorten op diverse dieptes, genoeg om statistiek mee te kunnen bedrijven. Uit de gegevens blijkt dat vissen van het ondiep nu en dan wel de diepten opzoeken, maar niet van harte. Maar ongeveer 10 procent van de soorten tussen 30 en 60 meter komt ook wel hogerop voor. Vanuit nog dieper water is dat nog maar een paar procent.

Gescheiden werelden

"De overlap is maar heel klein", zegt Bongaerts vanuit San Francisco. "Het zijn twee haast gescheiden werelden, de ene licht en met heldere kleuren, de andere donker en ook met totaal andere soorten, waarvan we ook nog steeds nieuwe ontdekken. En dan niet met net een streepje meer, nee, totaal onbekend soorten."

Op zich, zegt koraalkenner Meesters in Wageningen, is dat niet een heel verrassend conclusie. "Diepte speelt ecologisch een doorslaggevende rol, vooral door het gebrek aan licht. Dat weten we eigenlijk wel."

Wat het mogelijk wel verandert, is een langlopende discussie over de vraag of diepe riffen het ondiepe bevolken met vis en ander leven. Het antwoord is nee, zegt Bongaerts. "Daar kan een streep onder. En omgekeerd zal het leven in het ondiepe rif ook niet zomaar toevlucht kunnen zoeken op grotere diepten, als het aan het oppervlak misgaat door vervuiling op opwarming. Het rifleven heeft weinig speelruimte."

De belangrijkste les van de spectaculaire verkenningen, zegt Bongaerts, is dat de diepe koralen als ecosysteem serieus moeten worden genomen en als zodanig bescherming verdienen. Momenteel, zegt hij ook, gebeurt dat eigenlijk nauwelijks. In de meeste beschermde koraalriffen, zoals het Great Barrier Reef bij Australië, zijn alleen delen op minder dan 60 meter diepte beschermd. "De rest is vogelvrij."