Theo Francken: ‘PS wil kunnen zeggen dat Jambon en ik het niet aankunnen’

Er verblijven opnieuw honderden vluchtelingen in het Maximiliaanpark in Brussel © Photo News

Het Maximiliaanpark in Brussel is opnieuw een verzamelplaats geworden voor vluchtelingen, dagelijks komen er zo’n 500 à 700 migranten samen. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) zegt in Terzake dat Brussels burgemeester Philippe Close (PS) een politiek spel speelt.

mg

Close wil volgens Francken niet optreden. ‘Het is, op één actie na, een jaar geleden dat de lokale politie een interventie deed’, aldus de staatssecretaris. Volgens hem speelt de Brusselse burgemeester een politiek spel naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober.

‘De PS blijft de NGO’s pamperen en de migranten dulden in het park, om dan te kunnen zeggen dan Francken en Jambon (Jan Jambon, N-VA, minister van Binnenlandse Zaken, nvdr) het probleem niet te baas kunnen’, aldus de staatssecretaris. ‘Moest ik Brussels burgemeester zijn, ik zou ervoor zorgen dat het park leeg is’, zegt Francken.

Volgens de staatssecretaris hebben NGO’s een netwerk uitgebouwd in het Maximiliaanpark, waar gratis eten en een slaapplaats wordt voorzien. ‘Dat heeft niets meer met vreemdelingenzaken te maken, maar met de uitbating van NGO’s’, vindt Francken. Volgens hem zijn de NGO’s verantwoordelijk voor een ‘migratiehub’ naar Groot-Brittannië.

Hij legt ook uit dat de populatie vluchtelingen anders is dan een paar jaar geleden. ‘In 2015 wouden de vluchtelingen asiel aanvragen, maar werd de dienst vreemdelingenzaken overspoeld en konden we niet genoeg mensen registeren op een dag. Als gevolg daarvan werd een kamp opgezet in het Maximiliaanpark. Nu is de situatie anders, er zijn nog steeds veel mensen, maar ze willen geen asiel aanvragen in België.’

Francken maakt zich sterk dat hij migranten die geen asiel aanvragen in België, wettelijk gezien niet kan helpen. ‘Er is maar één oplossing voor mensen die blijven weigeren asiel aan te vragen, en dat is oppakken en terugsturen naar het land van herkomst.’