Direct naar artikelinhoud
Alcatraz

Alcatraz Metal Fest: razende rondjes eremetaal

Epica op Alcatraz.Beeld Stefaan Temmerman

Het laatste Belgische metalfestival van de zomer heet Alcatraz. Donderwolken en wervelwinden kwamen er zaterdag in Kortrijk alleen van op het hoofdpodium. De stalen driedaagse verraste met prachtige concerten van Orange Goblin en vooral het IJslandse Sòlstafir. Hoofdact Limp Bizkit kreeg vooraf veel weerstand, maar overtuigde de cynici.

Go West… De Pet Shop Boys zongen het al, en ook Vlaamse metalfans nemen dat refrein graag in de mond voor Alcatraz. Sinds 2015 heeft het metalfestival een veilige thuis gevonden aan De Lange Munte in Kortrijk, waar het kan bloeien en groeien. Dat dit de rest van het jaar een sportcampus is, merk je aan de doelpalen die pal voor de ingang staan. Je maakt hier al een goal nog voor je het terrein op bent. 

Scoren doet Alcatraz met een potpourri aan metal. Er is niet alleen een variëteit aan stijlen (thrash, hardcore, death, doom…), ook wat bands betreft is het er een mengelmoes aan smaken. Naast belegen acts (waar meerdere bandleden al het tijdelijke voor het eeuwige ruilden of groepen aan een derde reünie toe zijn) vind je er ook acts van wie de carrière nog volop aan het opbouwen is. Zoals het Antwerpse Bark, het IJslandse Sòlstafir en het Duitse Orden Ogan. Wie ooit zelf graag op het hoofdpodium van Alcatraz hoopt te raken, kon dat al eens uitproberen op een klein free podium op het terrein, waar een drumstel en gitaren gratis ter beschikking stonden.

De 'gevangenisbewakers' van Alcatraz.Beeld Stefaan Temmerman

Appetijtelijk for destruction

Alcatraz refereert natuurlijk naar de legendarische gevangenis in San Francisco. Ook dit is een afgelegen eiland, dat soms ver van de mensheid (en de villawijk rondom) lijkt. Met metalfans in allerlei kleuren, haarstijlen en outfits. Zo kwamen we meerdere exemplaren tegen die een kerstverlichting rond zich hadden gedrapeerd. En jawel, de lichtjes werkten. 

De prison guards zagen er best appetijtelijk uit (jonge dames én heren - geen discriminatie - in strak lycra). Dat gold net zo voor het concept van dit festival. Kleiner dan reuzengrote broer Graspop in Dessel, compacter ook. Hier verdwaal je niet over het terrein en zijn er slechts twee podia (de ruime Prison en de overdekte Swamp), die alternerend acts programmeerden. Dicht tegen de Franse grens ook. Er waren veel zuiderburen aanwezig.

Ter ere van Lemmy

Zaterdagnamiddag stond in het teken van Lemmy Kilmister, de eind 2015 overleden frontman van Motörhead. Brulboei Ben Ward van stoner-band Orange Goblin (★★★☆☆) had constant één voet op de monitor, en droeg graag een lied op aan de legendarische bassist. Niet te verwonderen, ook hun eigen bas-speler had een Motörhead-shirt aan. Orange Goblin speelde een ronkende set, waar je instant vrolijk van werd. "Wie wil er feesten vandaag?", vroeg Ward. "We hebben nog een hele avond om samen fucked up, drunk & high te worden." 

De frontman zong met een krachtige gorgelende stem, terwijl de bassist zijn vingers over de fretten joeg. 'The Filthy and the Few' werd gespeeld met een opgestoken middenvinger aan de politiek. Vincent Van Quickenborne, metalfan en burgemeester van Kortrijk, zag dat het goed was.

Orange Goblin.Beeld Stefaan Temmerman

Orange Goblin haalde een mentaal gehandicapte fan op het podium die even mocht meezingen, kon rekenen op veel crowdsurfers en een zee aan headbangers. "We houden er altijd van hier te spelen, jullie weten hoe het is om te gaan en te blijven gaan", knikte Ward. Dankbaar drukte de reus zijn vuist op het hart, waarop een buiging volgde. Slotsong 'Red Tide Rising' werd opgedragen aan "jullie Rode Duivels". Mooi gebaar van deze Britten. Met de armen triomfantelijk in de lucht nam Orange Goblin afscheid.

Orange Goblin.Beeld Stefaan Temmerman

Phil Campbell & The Bastard Sons (★★☆☆☆) leek op papier een leuk idee. De gitarist van Motörhead maakte met zijn eigen zonen een plaat, om aan te tonen dat hij nog niet met pensioen is. Tijdens dit optreden zagen we vooral een tribute-band spelen (of een cover-groep, zo u wil). Meer dan de helft van de set bestond uit covers van Motörhead. 'Rock Out' en 'Going To Brazil' kwamen eerst. Waarna Chris Jericho de groep kwam vervoegen voor 'Born To Raise Hell'. 

De Amerikaanse worstelkampioen (met een resem wereldtitels op zijn naam) stond hier eerder op de dag met zijn eigen band Fozzy. Campbell droeg 'Silver Machine' van Hawkwind (een hit van de eerste groep van Lemmy) op aan "iedere rocker die hier niet meer is", en concentreerde zich verder vooral op zijn gitaar. Aan het slot van het concert kreeg de groep de handen nog op elkaar tijdens het onvermijdelijke 'Ace Of Spades'. Maar eerlijk, veel voegde Phil Campbell muzikaal niet toe.

Phil Campbell & The Bastard Sons.Beeld Stefaan Temmerman

Kushandjes en razende riffs uit IJsland

Dan veel liever het straffe Sòlstafir (★★★★☆). Stralende zonnestralen, zo kan je hun naam vanuit het IJslands vertalen. Met hun duistere muziek op het donkere Swamp-podium kwam dat uiterst ironisch over. Met een mix aan harde metal en sfeervolle postrock wist het viertal Alcatraz helemaal in te palmen. Zanger-gitarist Aðalbjörn Tryggvason ging graag aan de rand van het podium staan. Om tussen het riffen door kushandjes naar het publiek te werpen. Elke song startte in sferische klanken, als vulkanische lava die langzaam opborrelt. Of als een mistig bos in de ochtend met een hertengewei in de verte, zoals op hun podiumdoek te zien was. 

Bassist Svavar Austmann leek een bastaardneefje van Axl Rose en bleef met zijn lange vlechten zijn coole zelve. Nieuwe drummer Hallgrímur Jón Hallgrímsson speelde graag met een discobeat. Hij had even problemen met de drumcomputer, die sferische kathedraalklanken moest inzetten. Maar dat euvel werd snel verholpen, en het brak de sfeer gelukkig niet. 

"Broeders en zusters, help ons", vroeg Tryggvason lieflijk. De frontman ging het publiek ophitsen door op de dranghekken vooraan te balanceren, te wandelen én te zingen. Hij legde al zijn vertrouwen in de fans, die hem letterlijk recht hielden. Dat deed Sòlstafir zelf ook muzikaal. Met meermaals een machtige oerschreeuw van Tryggvason. Met heerlijk ronkende gitaren. En vooral met bezieling en passie. Slotsong 'Goddess of the Ages' eindigde de zanger geknield op het podium, zijn gitaar koesterend als een baby. 

Sòlstafir.Beeld Stefaan Temmerman

Sòlstafir (eerder deze zomer al op Dour) was lang een goed bewaard geheim. De band bestaat al 24 jaar, maar brak pas recent buiten Scandinavië door. Veel festivalgangers in Kortrijk hadden tot voor dit concert nog nooit van Sòlstafir gehoord. Een uur later stond écht de hele tent luidkeels te roepen en te applaudisseren. Dat is en blijft de magie van live-muziek. Kwaliteit komt altijd bovendrijven.

Aan pensioen toe

Bij Mr. Big (★★☆☆☆) was de houdbaarheidsdatum helaas al overschreden. Dertig jaar geleden opgericht als een supergroep van de harde rock (met meestergitarist Paul Gilbert, de bassist van David Lee Roth en zanger Eric Martin), maar nu echt aan haar pensioen toe. Martin had een buikje gekregen en stond nooit overtuigend te zingen. Drummer Pat Torpey stierf eerder dit jaar, hij leed al jaren aan Parkinson. Er werd een lied aan hem opgedragen. 


Naast verdriet was er ook een grappig moment, toen bassist Billy Sheehan een mondharmonica bovenhaalde en twee instrumenten tegelijk bespeelde, waarbij de zanger zijn bas aansloeg. Maar heus: gitaar-en drumsolo's zijn niet meer van deze tijd, jongens. De jaren '80 liggen intussen ver achter ons. "Dit is het meest un-metal liedje dat jullie je hele leven gaan horen", introduceerde Eric Martin 'Wild World'. Een bekende cover van Cat Stevens, waar de band dik een kwarteeuw geleden een hit mee scoorde. Alcatraz keek er naar en dacht er het zijne van. 

Mr. Big.Beeld Stefaan Temmerman

Met Dimmu Borgir (★★☆☆☆) had Alcatraz koningen van de blackmetal op de affiche staan. Satanskruizen, vuurkorven, corpsepaint: visueel klopte het plaatje. Maar terwijl de Belgian Tornados in Berlijn naar een prachtige goud plak snelden, leek dit Noorse vijftal vooral uit roestig staal te zijn opgetrokken. Er zaten erg veel pauzes tussen hun songs. Dat haalde het tempo uit het optreden. Zeker ook omdat het op het podium dan pikdonker bleef. Dimmu Borgir moest zich telkens opnieuw op gang trekken. 

In 'Council of Wolves and Snakes' zong er een koor mee met brulboei Shagrath, terwijl er op het podium niemand anders aan het zingen was. Er liep wel meer mee op tape. Zonde eigenlijk, want deze band kan uitstekend spelen als ze dat wil.

Het gloednieuwe 'Archaic Correspondence' (nog maar de tweede keer dat ze het live brachten) was een rommeltje. De gitaren bromden als een hoornaar. De song was gezegend met een krachtig refrein, maar viel nadien plat en bouwde weer op in een doldwaze zee van toetsen. Het leek of keyboard-speler Gerlioz probeerde om Bach achterna te gaan. Frontman Shagrath vroeg of we klaar waren voor de apocalypse. Gelukkig had hij het over hun gelijknamige song 'Progenies of the Great Apocalypse'. Met afsluiter 'Mourning Palace' trok Dimmu Borgir recht wat scheef zat. Ze kregen duizenden duivelshoorns en een massa crowdsurfers in ruil. Fraai slotakkoord, maar deze Noren kunnen zo veel beter.

Dimmu Borgir.Beeld Stefaan Temmerman
Limp Bizkit.Beeld Stefaan Temmerman

Gegokt en gewonnen

Alcatraz kreeg in aanloop naar het festival heel wat over zich heen op sociale media, omdat het Limp Bizkit (★★★☆☆) als hoofdact had aangetrokken. Rappende nu-metal hoorde op dit 'traditioneel hardrockfestival' niet thuis, vonden puristen. Hoewel er tijdens het concert enkele pinten naar het hoofd van Fred Durst vlogen, bleek het toch een juiste zet van de organisatoren. De massa stond opeengepakt voor de Prison-stage, en Limp Bizkit won het overgrote deel van het publiek voor zich.

De band uit Jacksonville, Florida stond aan het begin van deze zomer al op Graspop, maar speelde hier met meer grinta en overtuiging. Rapper Fred Durst - in een spuuglelijk bloemetjesmotief gestoken - deed er alvast alles aan om iedereen bij het nekvel te grijpen, vanaf openingsnummer 'Hot Dog'. "Wakker worden! Moet er iemand morgen werken of zo?", vroeg de frontman met het baseballpetje. Hij eiste meer interactie, en kreeg die ook tijdens 'Rollin' (Air Raid Vehicle)'. Alcatraz veranderde in een springkasteel vol huppende metalheads. "Is er nog een afterparty?", wou Durst vervolgens weten. "Ik breng de wiet en de meisjes", beloofde hij.

Limp Bizkit.Beeld Stefaan Temmerman

De sterke sound van Limp Bizkit kwam vooral van gitarist Wes Borland. Een eenmans-commando die een leger aan gitaren lijkt te bespelen. Om de laatste twijfelaars te overtuigen zette hij een resem korte covers in: 'Master of Puppets' (Metallica), 'South of Heaven' (Slayer), 'Hangar 18' (Megadeth) en 'Cowboys From Hell' (Pantera). Borland kreeg een mega-moshpit in ruil. Na die korte ronde vol eremetaal volgde 'My Generation'. Fred Durst ging het publiek opzoeken en zong 'Livin' It Up' hangend over de eerste rijen. 

Toen zijn micro niet meer mee wilde, smeet hij die in de kolkende massa. Om nadien, spelend met en gezeten op een plastic reuzeneend, toch even serieus te worden. "Bedankt om ons in jullie huis uit te nodigen", knikte de rapper oprecht. Er volgden een aantal verzoeknummers. "Karaoke op Alcatraz", noemde Durst het. 'Smells Like Teen Spirit' van Nirvana werd door de gitarist met zijn half witte en half zwart geschminkte gezicht gezongen. Die zette nadien ook feilloos 'Killing in the Name Of' (Rage Against the Machine) in. Wat voor een statement dit precies was, daar zijn we nog niet uit. Het leek of Limp Bizkit wou aantonen dat die muziek tijdlozer was dan die van hen zelf. Of misschien wilden ze gewoon lol trappen.

Met hun bekende cover van 'Behind Blue Eyes' (The Who) kreeg Durst ook de vrouwen aan het zingen. In een moordend 'Break Stuff' trok de rapper weer naar voor in het publiek. De gitarist dook zelfs over de dranghekken en ging in de moshpit spelen. Daar moet hij zich behoorlijk pijn hebben gedaan, want hij kwam vloekend en tierend terug het podium op. Borland ramde zijn versterker omver, maar miste tegelijk geen noot van slotsong 'Take A Look Around'. Het gekende deuntje uit de films van Mission: Impossible schalde over De Lange Munte. Limp Bizkit: een onmogelijke opdracht op Alcatraz? They chose to accept it. En daar werden ze ook voor beloond.

Limp BizkitBeeld Stefaan Temmerman