Direct naar artikelinhoud
Pukkelpop

Nakend einde van Pukkelpop: zien we u daar een traan wegpinken?

Veel liefde voor Pukkelpop op de weide.Beeld Damon De Backer

Nu Pukkelpop 2018 zich langzaam klaarmaakt voor de apotheose, gaan de iets minder poëtische slogans die u de wereld in stuurt – 'Lotte tette zien' bijvoorbeeld – plots gepaard met een traantje in uw ooghoek. En terecht!

De zon verft zichzelf verlegen oranje, de dag ratelt haar laatste mantra's af, en ook u mag hier stilaan de vespers beginnen prevelen. Cruciale bedenking: uw avondgebeden zijn ongetwijfeld minder kuis dan de kerk in haar Handleiding voor Ideale Jeugd heeft laten optekenen – gebeden waarin u smeekt om een hete tentpartner voor die goddeloze laatste nacht zijn ongeveer even onkoosjer als de dansmoves die hier al rijkelijk uit de tenen vloeien.

En toch, weinig gevoelens zo dubbel als de laatste avond van een festival: die verwarrende cocktail van een aanstormende eindspurt, bijna drie dagen feesten in de benen, de nakende terugkeer naar het (sidder en beef!) Echte Leven, de schoonheid van de wei bij valavond, de schoonheid van de mensen om u heen, de schoonheid van dit niet-helemaal-echte leven. We zouden er haast zelf een beetje week van worden.

Het is een schoon zicht, de Pukkelpoppende jonge-en-iets-oudere goden die en masse over de wei ronddrentelen, huppelen, en pirouetteren. Het einde is inderdaad in zicht, maar daar laat u opvallend weinig van merken, tenzij dan de voorgenoemde parelende traan, en terecht: vooral niet aan denken. Sterker nog, met kracht onderdrukken, die werkelijkheid – dat doet zij ook al genoeg met ons.

Weinig gevoelens zo dubbel als de laatste avond van een festival: die verwarrende cocktail van een aanstormende eindspurt en de nakende terugkeer naar het Echte Leven

Frisroze schaaldiertjes

Wanneer op zoin laatste avond de buitenwereld op de deur uwer gedachten bonkt, kan u al eens een kwartiertje op de dorre wei zitten, verwikkeld in een existentiële worsteling met uzelf. Niet dat dat echt comfortabel is, beweert u, want de ondergrond hier bestaat voornamelijk uit plukjes hooi, beenharde planken, en af en toe een zuchtje zand, al kan dat komen doordat uw katerend lichaam zowat al het water in een straal van een volle kilometer absorbeert – zelfs uit de bodem. Kwestie van te hydrateren!

Hopelijk volgt u die raad gezwind op, want u zweet een hennig stukske af : emmers en emmers zweet zijn er al in de planken van de Boiler Room gedrongen. Logisch ook, want u gaat er als frisroze schaaldiertjes in en komt er als gestoomde gamba's weer uit. Wel een beetje te sterk gezouten.

Wij supporteren voor uw tomeloze enthousiasme – we gaan het missen!

Doe vooral zo voort, en beklim al jivend en twerkend uw hoogstpersoonlijke Olympos. Een titanenstrijd die u nu al een hele tijd volhoudt – langer dan voor ons mogelijk zou zijn, aangezien onze fysieke conditie het best te vergelijken valt met een zonet kapotgevallen asbestplaat. Maar soit, wij supporteren voor uw tomeloze enthousiasme – we gaan het missen!