Direct naar artikelinhoud
Hans Vandeweghe

"Voor het spel en de esthetiek is The Great Old vooralsnog geen aanwinst"

Hans Vandeweghe.Beeld Bob Van Mol

Nog maar in juni heb ik een pleidooi gehouden tegen de voetbalcollega’s bij het WK om vooral niet naar het stadion te gaan als je een verhaal wil schrijven over de wedstrijd, op voorwaarde dan wel dat je niet afhankelijk bent van de quotes.

Alleen maar voordelen om er niet te zijn, pleitte ik toen, zoals beter zicht op de wedstrijd, betere close-ups en je kan terugkijken. Aan de rust krijg je analyses van vaklui die er meer van kennen, al zat ik gisteren niet echt te wachten op het Amsterdams gewauwel van Dennis van Wijk.

Ik dwaalde. Er ís een nadeel: als de wedstrijd niet om aan te zien is, zal je in het stadion geeuwen, hooguit eens knikkebollen, maar nooit in slaap vallen. Gisteren heb ik minuut 47 tot 63 gemist want in slaap gevallen naast de iPad.

Ik wil best geloven dat de Antwerp-supporters dat een heel goede wedstrijd vonden. Behalve dat die niet veel gewend zijn na amper een jaartje op het hoogste niveau, kan je niet om de naakte vaststelling heen dat Antwerp een ploeg is van lopers, dravers, bikkelaars en af en toe schoppers, geen voetballers.

Althans geen voetballers die met de opdracht van lekker voetballen in de wei zijn gestuurd. Voor het spel en de esthetiek is The Great Old vooralsnog geen aanwinst voor de eerste klasse, echt niet. The Great Bald, ook bekend als Jelle Van Damme en gisteren nog eens in de basis, lijkt weggelopen uit een van die Russische milities die in de Krim lelijk hebben huisgehouden.

Antwerp is een ploeg van lopers, dravers, bikkelaars en af en toe schoppers, geen voetballers

Van de week zei Antwerp-manager Luciano D’Onofrio dat hij Laszlo Bölöni zo snel mogelijk een contractverlenging wil aanbieden. Doe dat nu maar niet, beste Luciano, want dit Roemeens potjesstamp loopt niet goed af.

Club was erg gehandicapt en probeerde toch zijn voetbal te spelen: ook bikkelen, maar ook vooruit denken en aanvallen. Dat duo Hans Vanaken-Ruud Vormer is echt van goudwaarde en het pleit voor het Club-bestuur dat ze de meerwaarde op die gasten niet hebben gecasht door hen te verkopen aan een of andere rare club met toevallig veel meer geld.

Club probeerde tenminste nog vanuit balbezit te voetballen, Antwerp niet. Dat brak af, holde naar de overkant, en probeerde daar bikkelend iets in elkaar te flansen dat leek op een doelpoging. 42 procent balbezit in eigen huis tegen een niet eens dominant Club is ronduit beschamend. Zeven keer naar doel trappen waarvan twee keer tussen de palen is dat ook.

Er zijn maar twee statistieken waarin Antwerp de Bruggelingen klopte: in gele kaarten (3 tegen 0) en in overtredingen (24 tegen 16). Antwerp had al halfweg de eerste helft met tien kunnen staan, had ref Lardot de wilde tackle van Jelle Van Damme op Ruud Vormer op zijn merites beoordeeld: bedoeld om te intimideren, maar vooral gevaarlijk voor de gezondheid van Vormer.

Vorig jaar speelde Club diezelfde wedstrijd nog in extremis gelijk, nadat het 2-0 had achtergestaan: dat punt was een hoeksteentje voor de latere titel. Dit seizoen gaf Club zelf twee van de drie punten uit handen en dat mag erg letterlijk worden genomen, want doelman Karlo Letica liet een makkelijke bal vallen en Haroun tikte binnen.

Nu wordt wel heel snel geconcludeerd dat Club in hetzelfde schuitje zit als vorig jaar: een vliegenvanger als sluitstuk. Bij Gent loopt evenwel een landgenoot van Letica rond en die laat ook af en toe een bal uit zijn handen vallen waarvan je denkt, is dit nu nodig en is dit niet echt gevaarlijk? Blijkbaar is dat eigen aan de Kroatische keeperschool heb ik mij laten vertellen. Het kan ook gewoon onhandigheid zijn, maar als Letica veel meer doelpunten verhindert dan dat hij er weggeeft, zoals Lovre Kalinic bij Gent, dan kunnen ze in Jan Breydel op hun beide oren slapen.

Als Letica veel meer doelpunten verhindert dan dat hij er weggeeft dan kunnen ze in Jan Breydel op hun beide oren slapen

Dat doen ze vooralsnog niet want de situatie is na vier speeldagen net even iets anders dan vorig jaar rond deze tijd. Toen stoomde Club als een pletwals over iedereen en lieten de gedoodverfde concurrenten veel punten liggen. Aan het eind van de rit viel alles weer in de juiste plooi. Het enige wat je eind augustus kon vermoeden dat zich daadwerkelijk voltrok in mei, was de titel van Club.

Volgende week is het Club-Anderlecht: paars-wit komt met een bonus van twee punten voorsprong en dat kunnen er vijf worden als ze net als in de play-offs in Brugge komen winnen. Er zijn nog 36 wedstrijden te gaan, maar ik kan de titels al dromen: "Club met het mes op de keel".