Minder suiker, meer vezels: onze voeding is (een beetje) gezonder dan 5 jaar geleden

U heeft het waarschijnlijk niet gemerkt. Maar de afgelopen vijf jaar is het gehalte aan suikers en verzadigde vetten in voedingsproducten verlaagd, en werden er meer vezels toegevoegd. Dat was een doelbewust plan. Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, en Comeos, de federatie van de supermarkten, namen zich in 2012 voor om samen met de overheid de kwaliteit van onze voeding in vijf jaar te verbeteren. Dat moest gebeuren op drie manieren: een gezondere samenstelling van hun producten, kleinere porties en reclame voor gezondere varianten. 

Volgens de voedingssector en supermarkten kunnen we tegenwoordig kiezen uit een assortiment met meer gezonde varianten. Uit hun cijfers blijkt dat er in 2016 28 kilocalorieën per persoon per dag minder verkocht werden dan in 2012. Dat is 0,5 tot 1 procent van onze dagelijkse behoefte. De hoeveelheid kilocalorieën die u per dag nodig hebt, varieert sterk naargelang leeftijd, lengte, gewicht en activiteit, maar ligt gemiddeld tussen 1.600 en 2.000 kilocalorieën voor een vrouw en 2.200 tot 2.800 kilocalorieën voor een man. 

• Voedingsproducenten geven aan dat er in ontbijtgranen 5,8% minder suikers en 13% meer vezels zitten dan vijf jaar geleden. Ze voegden naar eigen zeggen ook 24,5% meer volkoren granen toe.
• In chocoladeproducten daalde het gehalte verzadigd vet met 1,2%, in koekjes en gebakjes met 3,2%.
  
• In frisdranken zit er vandaag gemiddeld 7% minder suiker. 
  

Het hele plan past ook in het 'Convenant Evenwichtige Voeding', een overeenkomst tussen de sector en de minister om de Belgische voeding gezonder te maken. En betere voeding heeft een grote impact, zegt minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD): "Gezonde voeding kan chronische aandoeningen helpen voorkomen. En we moeten de consument helpen om gezond te kiezen. De gezonde keuze moet de makkelijkste keuze zijn." Al is het werk nog niet voorbij. "Het kan nog altijd beter", zegt de minister. 

Ook hoofddiëtist Michaël Sels van de Universiteit Antwerpen vindt dat onze voeding nog altijd gezonder kan: “De regels die de voedingsindustrie zichzelf oplegt, zijn anders dan wat bijvoorbeeld de Wereld­gezondheids­organisatie voorstelt. Als ik de resultaten van de voedingssector bekijk, zie ik producten die wel voldoen aan hun eigen regels maar niet voldoen aan die strengere normen van de Wereld­gezondheids­organisatie (WHO). Sommige van die producten bevatten volgens de WHO te veel vet en suiker."

Diëtist Sels haalt er een voorbeeld bij: "De Belgische voedingsindustrie verplicht zichzelf om suikers in ontbijtgranen te beperken tot 30 gram per 100 gram granen. Maar dat is het dubbel van wat de WHO voorstelt, namelijk maximaal 15 gram suikers per 100 gram granen."

Maar soms is de Belgische voedingsindustrie net strenger dan de internationale norm. Bijvoorbeeld bij zout, zegt Sels: "De WHO stelt maximaal 1,6 g zout per 100 g voor, de voedingsproducenten stellen in hun regels 1,1 g zout per 100 g voor.”

Sommige cijfers die de producenten geven over hun eigen producten, kunnen ook misleidend zijn. Zo is het gemiddelde suikerpercentage in frisdrank gedaald met 7% gemiddeld. Die daling is er gekomen omdat het gamma frisdranken uitgebreid werd met varianten met minder suiker; niet omdat producenten hun bestaande frisdranken suikerarmer maakten. Hoeveel gram suiker per liter er in elke frisdrank zit, wordt meestal niet aangegeven, omdat dat handige informatie voor de concurenten zou kunnen zijn...

Ook Test Aankoop is tevreden met de evolutie, maar vindt dat de voedingssector gerust wat ambitieuzer mag zijn. De organisatie wil onder meer dat er een onafhankelijke instantie komt om de objectiviteit van de bereikte resultaten te evalueren, naar het voorbeeld van de "Observatoire de la qualité de l'alimentation" in Frankrijk. Ze vindt het ook jammer dat de consument niet betrokken is geweest.

Zelf ontdekken hoe uw voedingsproducten de afgelopen jaren zijn veranderd? Dat kan via deze website.