Direct naar artikelinhoud
Opinie

Willy Sommers op Pukkelpop: zo wereldschokkend was het niet

De polonaise op Pukkelpop: daar zat Willy Sommers voor iets tussen.Beeld Damon De Backer

Mark Coenen is adviseur en opleidingshoofd van de Hasseltse hogeschool PXL, en columnist van De Morgen.

Dat Willy Sommers de grenzen van de populaire muziek definitief heeft verlegd op Pukkelpop moet beslist geweest zijn op een briefing waarop ik niet uitgenodigd was. En maar goed ook, want dat is natuurlijk helemaal niet zo. Het is een dichterlijke overdrijving van hetzelfde niveau als die van Siegfried Bracke (N-VA), toen die in de eindeloze rij rouwenden voor koning Boudewijn bijna ontroerd een nieuw politiek feit zag. Een zwaluw maakte toen de nazomer niet. En nu ook niet.

Popmuziek is immers al veel langer een continent zonder grenzen en daar zal de sympathieke maar licht toondove passage van Willy op Pukkelpop niet veel aan veranderen. Moge hij voor eeuwig met lof omkranst en na zijn dood uitgestrooid worden op de heilige weide, maar zo wereldschokkend was het niet. Dat soort polonaises ziet men op elk trouwfeest van Pukkelpoppers na middernacht, trouwens. Net na de zakdoekjes van 'Les lacs du Connemara'.

Mark CoenenBeeld Bob Van Mol

Onzen tijd

Sinds de val van de Berlijnse muur zijn de muzikale muren geslecht en doet iedereen op die heerlijke matras van de lichte muziek het ongeveer met iedereen. Daarvoor daarentegen! In onzen tijd! En voor onzen tijd!

Toen Guy Mortier jong was, was popmuziek iets gevaarlijks. De riff van 'That’s Alright (Mama)' van Presley deed de aarde splijten en een nieuw tijdperk begon: eentje waar popmuziek gezien werd als de luidspreker van de baarlijke duivel. De baffels van de hel, verpersoonlijkt door mannen met lang haar en gitaren (hippies) dan wel met kort haar en Vespa’s (mods). Iedereen was kwaad en rebelleerde.

Popmuziek is al veel langer een continent zonder grenzen en daar zal de sympathieke passage van Willy op Pukkelpop niet veel aan veranderen

Dat aura van gevaar en maatschappelijk protest deemsterde weg in de jaren zeventig, maar kwam op volle sterkte terug met de punk – gore types die tegen koningin en crisis waren en daar ook grofbekkend voor uitkwamen.

Nog geen tien jaar later beet Kurt Cobain de goegemeente 'Here we are now, entertain us' toe, een nijdige sneer tegen de neoliberale consumptiemaatschappij, die toen eigenlijk nog moest beginnen. Met gloedvolle refreinen, dat wel. En toen werd het stil.

Grand Canyon

Vergeef me dit sprongetje, maar sindsdien schopt de popmuziek – met enige overdrijving – niet meer tegen de schenen, behalve als het wat vrouwonvriendelijk gespuis betreft dat slecht kan rijmen en vol afgrondelijke gezichtstatoeages staat. 'Bitch, be humble (hol' up, bitch).' Tot daar mijn preek.

De discussie gaat verder ook niet over kwaliteit maar over profilering. Vroeger was het water tussen rock en disco dieper dan de Grand Canyon tussen Theo Francken (N-VA) en Joël De Ceulaer: velen wilden voor geen geld gezien worden met die onnozelaars met hun broeken met wijde pijpen, hersenloze dansmuziek en hun falsetstemmetjes. Terecht, natuurlijk. Tot Herman Schueremans in 1991 Deee-Lite featuring Bootsy Collins op de affiche van T/W zette. Het jaar daarvoor al eerden Vlaamse rockers oude rot Will Tura met een prachtig verzamelalbum met zijn grootste hits in een nieuwe saus.

Citytrip

Na de millenniumbug was het hek helemaal van de dam. Sindsdien is een festival een soort van muzikale citytrip waar men de klant met de ene originele beleving na de andere bestookt: streepje klassiek, Slash van Guns N’ Roses samen met DJ Chuckie op Tomorrowland, Daan en Bobbejaan Schoepen, Eddy Wally en Kamagurka. Kunstwerken. Ochtendyoga. Jacuzzi’s. Beleving.

Rick Astley heeft al weleens met de Foo Fighters op een podium gestaan. Maar ook dat was een gimmick

Daarin kadert de homeopathische passage van Willy op Pukkelpop perfect. Al heeft zijn muziek intrinsiek kwaliteit genoeg voor op grote poppodia: The Kooks hebben zich voor driekwart van hun oeuvre geïnspireerd op 'Laat de zon in je hart' en kenners weten dat 'Zeven anjers, zeven rozen' melodieus  minstens even sterk is als 'Wonderwall' van Oasis. En Willy was eerst.

Maar dat zijn korte passage op Pukkelpop de relance is voor de vele charmezangers die bijna in huize Avondrood zitten: ik vrees van niet. Al heeft Rick Astley al weleens met de Foo Fighters op een podium gestaan. Maar ook dat was een gimmick. Een spot op de slotaffiche van de Warmste Week daarentegen: dát is nu al zeker. En ondertussen, beste Willy: “Geniet van het leven, want dit duurt maar even.”