Direct naar artikelinhoud
Opinie

Viktor Orbán, de nieuwe Trump voor Steve Bannon

Ivan Krastev.Beeld Marcel Wogram

Ivan Krastev is columnist van The New York Times en auteur van After Europe

Steve Bannon, Donald Trumps voormalige topstrateeg, wil de Europese extreemrechtse partijen in de aanloop naar de verkiezingen van mei 2019 verenigen. Zijn grootste bondgenoot op het continent is de Hongaarse premier Viktor Orbán, die hoopt in 2019 een meerderheid in het Europees Parlement te veroveren en een einde te maken "aan niet alleen de liberale democratie en het liberale ondemocratische systeem dat ze heeft voortgebracht, maar ook heel de elite van '68".

De Amerikaanse ideoloog en de Hongaarse ultraconservatief hebben veel met elkaar gemeen. Allebei zien ze de Europese Unie als een vijand die moet worden vernietigd en allebei zijn ze ervan overtuigd dat de populistische opstand waarop ze hopen ook een culturele revolutie zal zijn. Orbán spreekt zelfs van een nieuw tijdperk.

Ideologische affiniteit en wederkerige bewondering zijn belangrijk, maar volstaan niet om deze Amerikaans-Hongaarse as te verklaren. Er zijn ook zuiver tactische redenen. Bannon heeft Orbán immers heel wat te bieden.

'Bannon hoopt in 2019 een meerderheid in het Europees Parlement te veroveren en een einde te maken de liberale democratie en het liberale ondemocratische systeem dat ze heeft voortgebracht'

Ten eerste kan hij helpen om de Hongaarse premier geloofwaardig te maken als informele leider van de West-Europese populisten.

Ten tweede kan hij Europees extreemrechts vrijpleiten van de verdenking dat de eurosceptici marionetten van Vladimir Poetin zijn, een instrument van het Kremlin om de Europese Unie kapot te maken. Europees extreemrechts wordt liever met een radicale Amerikaan geassocieerd dan met de Russische president.

Ten derde kunnen Bannons strategische talent en zijn ervaring in de oorlog met de zogenaamde mainstreammedia erg nuttig zijn. De Europese populistische kiezers vertrouwen de media niet en Bannon verstaat als geen ander de kunst om hun argwaan te vergroten.

Tot slot wil Orbán dat de Europese verkiezingen van 2019 een referendum worden over de migratie en de islam, twee onderwerpen die veel conservatieve kiezers sterk bezighouden. Maar dat zou weleens moeilijk kunnen worden. In het voorbije jaar is de migrantenstroom naar Europa sterk teruggevallen en hebben de meeste traditionele – soms ook linkse – partijen een zachte versie overgenomen van het geslotengrenzenbeleid dat de Centraal-Europese landen verdedigen. Daarom heeft Orbán Bannon nodig om de Europeanen uit te leggen dat alleen extreemrechts de gevaren van de immigratie begrijpt.

Hoe realistisch zijn al die plannen?

Europees extreemrechts verenigen zou weleens onbegonnen werk kunnen zijn. De verschillende nationalistische partijen zijn het wel eens over bijvoorbeeld de immigratie, de Europese Unie of het homohuwelijk, maar samenwerking is niet hun sterke punt.

Bovendien is extreemrechts nu al verdeeld over Bannons Europese initiatief. Jérôme Rivière, een topfiguur van het Franse Front National, vertolkt de verrassing en het ongenoegen van veel West-Europese extreemrechtse leiders. "Wij verwerpen elke supranationale entiteit en zullen niet meewerken met Bannon", zegt hij. Alexander Gauland, de leider van het extreemrechtse Alternative für Deutschland, is ook sceptisch. "Ik zie weinig mogelijkheden om samen te werken. Dit is Amerika niet." Bovendien is president Trump in Europa zo onpopulair dat zelfs veel rechtse nationalisten hem liever links laten liggen.

'De twee bondgenoten vergissen zich. In vorige verkiezingen hebben de eurosceptici hoog gescoord, maar volgens peilingen is in veel landen een pro-Europese tegenbeweging ontstaan'

Pro-Europese tegenbeweging

De twee bondgenoten vergissen zich ook in hun overtuiging dat de Europese verkiezingen een breekpunt voor de Unie kunnen zijn. In vorige verkiezingen hebben de eurosceptici hoog gescoord, maar volgens peilingen is in veel landen een pro-Europese tegenbeweging ontstaan. De kans is groot dat in deze verkiezingen niet de tegenstanders maar wel de aanhangers van de Europese Unie naar de stembus zullen trekken.

Bannon wint trouwens niet altijd. In een tussentijdse senaatsverkiezing in Alabama, in 2017, steunde hij de extreemrechtse kandidaat Roy Moore – waarna die een van de veiligste Republikeinse zetels verloor. We mogen ook veronderstellen dat Bannon de Europese politiek nog minder goed begrijpt dan die van het Amerikaanse zuiden. Voor de pro-Europeanen is zijn komst dus misschien meer een zegen dan een vloek.

© The New York Times