Direct naar artikelinhoud
Game-industrie

"Als we op korte termijn niet meer ondersteuning krijgen, dreigen we heel wat game-talent te verliezen"

Op Gamescom komen gamers van over de hele wereld langs om de nieuwste lading games uit te proberen.Beeld REUTERS

Keulen is deze week het mekka van de gamewereld. Op Gamescom, de grootste gamingbeurs van Europa, wordt met veel toeters en bellen duidelijk gemaakt dat videogames allang geen kinderspel meer zijn. Een nieuw actieplan moet het genre ook in België een groeispurt bezorgen. 

Wie er nog aan twijfelt of je games tegenwoordig maar beter serieus neemt, moet deze week eens in Keulen langslopen. In de Koelnmesse, het plaatselijke congrescentrum, kun je nog tot zaterdag naar Gamescom, een massa-evenement dat de komende vier dagen meer dan 350.000 bezoekers lokt. 

Als je het gigantische complex binnenwandelt, zie je meteen waarom een ticketje voor Gamescom zo'n kostbaar goed is voor iedereen die al eens een controller ter hand neemt. Niet alleen zijn alle grote gamestudios naar Keulen afgezakt, ze doen er bovendien alles aan om elkaar zo spectaculair mogelijk de loef af te steken. Heb je een racespel te verkopen? Dan laat je toch gewoon een F1-wagen aanrukken. Een gevechtsvliegtuig aan het plafond van een van de expohallen moet dan weer de aandacht vestigen op een game waarin de actie zich afspeelt tegen de achtergrond van WO II. 

Gatz beseft dat de game-industrie, die nu wereldwijd goed is voor een omzet van 87 miljard euro, de komende jaren enkel aan belang zal winnen

Al blijft de onwaarschijnlijke berg nieuwe games die op Gamescom worden voorgesteld natuurlijk de belangrijkste aantrekkingspool. Lange rijen gamers staan aan te schuiven om de nieuwste Battlefield te spelen of om ruim twee weken voor de officiële release van Shadow of the Tomb Raider met Lara Croft aan de slag te gaan. De bordjes die klaarstaan om de wachtrijen in goede banen te leiden – variërend van 60 minuten tot 9 uur (!) wachttijd – demonstreren hoever sommige fans willen gaan om de nieuwste versie van een game te kunnen spelen voor de grote massa daar de kans toe krijgt.

Koele minnaar

Tussen al dat geweld probeert ook een aantal Belgische bedrijven de aandacht te trekken. Daarbij kregen ze op de eerste dag van de beurs hulp van mediaminister Sven Gatz (Open Vld). Die liep eerder dit jaar al langs op de Game Developers Conference in San Francisco – nog zo'n vaste afspraak in gameland – en heeft duidelijk de smaak te pakken. Een spelconsole staat er bij de minister nog niet op het televisiekastje, maar hij beseft wel dat de game-industrie, die nu wereldwijd  goed is voor een omzet van 100 miljard dollar (ongeveer 87 miljard euro), de komende jaren enkel aan belang zal winnen. 

De minister wil de tax-shelter uitbreiden, zodat investeerders in games, net zoals bij film en podiumkunsten, op belastingvlak beloond worden

Om ervoor te zorgen dat de België die trein niet mist, lanceert hij een actieplan rond gamen. Speerpunt daarvan is een aanpassing van de tax-shelter. De minister wil dat systeem uitbreiden zodat investeerders die hun centen in de ontwikkeling van games stoppen daar, net zoals dat bij film en podiumkunsten het geval is, op belastingvlak voor beloond worden. Maar of die er uitbreiding er ook komt, is ondertussen hoogst onzeker. Zowel Open Vld als CD&V dienden een wetsvoorstel in die zin in, maar slagen er voorlopig niet in de violen te stemmen. 

Bovendien is N-VA, de partij van minister van Financiën Johan Van Overtveldt, een koele minnaar van het systeem. Ook die partij wil de gamesector wel ondersteunen, maar onderzoekt liever eerst ingrepen die geen fiscale gunstmaatregel vereisen. 

Ondertussen moet een waslijst andere maatregelen – zoals het stimuleren van samenwerking, het versterken van het opleidingsaanbod en het uittrekken van extra middelen voor promotie en marketing – de game-industrie het broodnodige duwtje in de rug geven. 

Mediaminister Sven Gatz mocht op Gamescom de Playstation-versie van het Belgische virtual-realityspel 'Space Pirate Trainer' testen.Beeld RV

Op dit moment hinkt België hopeloos achterop bij een land als bijvoorbeeld Finland. De gamesindustrie in dat land is goed voor een omzet van 1,5 miljard euro. In België blijft die, volgens cijfers uit 2014, steken op een veel bescheidener bedrag van 43,6 miljoen euro. Een immense kloof die, mits de juiste ingrepen, snel kleiner kan worden, gelooft Dirk Van Welden. Hij komt op Gamescom de Playstation-versie van Space Pirate Trainer voorstellen, een virtual-realitygame waarvan Van Welden al meer dan 200.000 exemplaren verkocht. 

'Als we op korte termijn niet meer ondersteuning krijgen, dreigen we heel wat Belgisch talent aan het buitenland te verliezen'
Dirk Van Welden, gamemaker

"België heeft enorm veel potentieel", vindt hij. "Het is een aangenaam land om te wonen en dankzij de goede opleidingen is hier veel talent aanwezig." Maar als we dat potentieel ook willen benutten moet er nu wel iets gebeuren, benadrukt hij. 

'Niet makkelijk'

Van Welden vormt samen met Swen Vincke van Larian Studios de voorhoede van de Belgische game-industrie. Terwijl Van Welden furore maakt met Space Pirate Trainer, sleepte Vincke met Original Sin 2  de award voor beste RPG (role playing game) van Gamescom in de wacht. In hun slipstream zijn een hele reeks kleinere gamestudios op dit moment op zoek naar succes. "Als zij op korte termijn niet meer ondersteuning krijgen, dreigen we heel wat van die talenten aan het buitenland te verliezen", vreest Van Welden. 

Brecht Lecluyse is zo'n talent. Op Gamescom probeert hij met een standje van amper anderhalve meter breed de aandacht te vestigen op Trifox, de kindvriendelijke avonturengame die hij ontwikkelde. Lecluyse kreeg de voorbije jaren verschillende aanbiedingen om aan de slag te gaan in het buitenland, maar blijft voorlopig in België zijn ding doen. Al is het nog maar de vraag hoe lang dat nog zo blijft. "Het is niet makkelijk", vertelt hij. "Ik heb na mijn studie een tijdje in het Verenigd Koninkrijk gewerkt. Daar krijg je allerlei financiële stimulansen, bijvoorbeeld wanneer je personeel aanwerft. In België is die ondersteuning er veel minder." 

Glowfish Interactive, het bedrijfje van Lecluyse, slaagt er enkel in het hoofd boven water houden door de ontwikkeling van Trifox te combineren met andere opdrachten. "We werken samen met een paar architectenbureaus en hebben een aantal visualisaties ontworpen voor kunstenaar David Claerbout. Stuk voor stuk leuke projecten, maar ze zorgen er wel voor dat het ontwikkelen van games, datgene wat we het liefste doen, er vaak bij inschiet."